Tot het laatste moment bleef Sus Oversteyns roepen voor KRC Genk
Wat een Oversteyns doet, doet hij altijd vol passie en overgave. De familie is in Pelt bekend voor hun gedrevenheid. Frans uit Neerpelt kwam uit een gezin met tien kinderen, waarvan zeven jongens. Frans werd al vlug ‘Sus’ genoemd, uiteindelijk de enige naam waaronder iedereen hem zou kennen. “Zijn voetbaltalent viel meteen op”, zegt dochter Elisabeth Oversteyns. “Hij mocht in Leuven bij de Universiteitsploeg spelen. Al snel ging de competitie eind jaren vijftig door verschillende landen. Zijn carrière was vertrokken.”
Sus beleefde vooral intens de hoogdagen van de Limburgse mijnploeg ‘Thor Waterschei’ mee. Hij speelde linksvoor en zijn venijnige kopballen hebben veel keepers nachtmerries bezorgd. Niemand in de ploeg wist ze zo goed naar binnen te mikken. Waterschei speelde in het begin van de jaren zestig eerste klasse voetbal, tot grote euforie van de fans uit de koolmijn. Sus had daarin een grote verdienste. Zijn eigen broer Jos Oversteyns zou trouwens net als hij een succesvol voetballer worden. Alleen koos Jos voor een carrière bij Union Sint Gillis. Resultaat: de twee broers stonden tijdens de matchen al eens pal tegenover elkaar. Genade was er niet. Ze wilden alle twee alleen maar winnen. Sus’ liefde voor de club ging ver. Toen begin jaren zestig zijn echtgenote Jeanne Theuwissen zou bevallen van hun eerste kind, maakte hij een belofte aan de ploeg. Werd het een zoon, dan zou die vernoemd worden naar de man die de eerste goal van de match zou maken. Die eerste bal mikte hij zelf vakkundig in het doel. Even later kwam zijn dochter ter wereld. Een beetje tot opluchting van moeder Jeanne. Het werd daarmee geen Sus, maar wel een Elisabeth.
Krachtbal
“Ook na zijn roemrijke carrière bij Thor Waterschei bleef hij met sport bezig”, zegt Elisabeth. “Aan de colleges in Neerpelt en Hamont was hij leerkracht sport. Op de rouwkaartjes schrijven sommige leerlingen nu nog dat hij niet alleen de sporttechnieken overbracht, maar vooral de passie en de zin om te sporten. Hij was streng maar rechtvaardig, en vooral heel meevoelend met de leerlingen. Die van het eerste en tweede secundair vond hij het leukste. Hij genoot ervan om hen de beginselen van allerlei sporten bij te brengen. Hij stond samen met vrienden zelfs te popelen om een nieuwe sport naar Limburg te brengen: krachtbal. Thuis kwamen we allemaal vreemde ballen tegen, om matchen krachtbal te kunnen spelen. Artikels in de krant getuigen van de oprichting van de eerste Limburgse ploeg. Hij hielp met de organisatie van de eerste Limburgse krachtbalcompetitie.” “Na de lesuren was hij trainer van de zwemclub in
Neerpelt. En met even veel energie deed hij daar nog eens de handbal van Neerpelt bovenop. Hij was een ongelofelijk vurige supporter. Hij deed dat behoorlijk luidruchtig. Een echte Oversteyns, hé. De gemeentelijke fusie met Overpelt vond hij trouwens maar niets. Voor hem mocht het gewoon Neerpelt blijven.”
Zijn eigen oude ploeg van Waterschei is hij altijd trouw gebleven. Na de fusie van Waterschei en Winterslag werd zijn zwart-gele hart blauw voor KRC Genk. Discussie bestond er niet voor hem: Genk moest winnen. Was de match toch verloren, bleef hij het enige ware elftal verdedigen.
Reünie
Op latere leeftijd kreeg Sus Oversteyns last van Parkinson. Hij begon dingen te vergeten. Maar dat hij ooit linksvoor speelde bij Thor Waterschei, zou hij altijd trots blijven vertellen. “En terecht. In 2017 werd hij op een reünie met de spelers en de fans van weleer nog feestelijk onthaald. Het moet voor iedereen een fantastische tijd geweest zijn. Het was voor hem een ongelofelijk moment om dat terug te kunnen beleven.”
“Tot op late leeftijd bleef hij sporten. Als er gefietst werd, moest er vijftig tot zestig kilometer op de teller staan. Maar zijn zicht werd steeds slechter. Hij zag nauwelijks nog wat er rondom hem gebeurde. Zo lang als mogelijk hield hij het tochtje vol dat hij bijna blindelings van buiten kende. Pas toen het écht niet meer kon, ging de fiets definitief aan de haak. Met lichte dwang van de familie die toch ongerust begon te worden. Het werd ook steeds moeilijker voor hem om de matchen van KRC Genk te volgen. We moesten hem altijd op de hoogte houden van de uitslagen. Zijn hart lag bij die ploeg. Op 31 januari verloor Genk een voormalige sterspeler en vooral een fan voor het leven.”
Kent u zelf een verhaal? Mail naar
hetlaatstewoord@hbvl.be