BORGLOON
TWEEDE WERELDOORLOG
Toen Luc Wijnants (64) uit Hoepertingen vrijwilligerswerk deed in Kasteel Mariagaarde, stootte hij op een unieke foto. “Daarop waren Amerikaanse soldaten en militaire voertuigen te zien, pal op de binnenkoer van het kasteel. Op de achterzijde stond in het Engels geschreven: ‘Veel groeten, Rich Hancock’. Na wat opzoekwerk las ik dat het ging om het Amerikaanse 67e veldhospitaal, dat er in december 1944 was ingekwartierd. Zwaargewonde frontsoldaten kwamen daar terecht. Geïntrigeerd ben ik op het internet gaan speuren naar de man achter de lens.”
Als bij wonder vond Luc de zoon van de soldaat aan de andere kant van de wereld. “Er waren er wel honderd Rich Hancocks te vinden op Facebook, ik heb ze allemaal aangeschreven. Met succes, de naam Hoepertingen deed bij een zekere Rich Hancock Jr. een belletje rinkelen. Zijn vader was destijds namelijk gestationeerd in het kasteel. Helaas was de veteraan twee maanden eerder overleden. Junior stuurde me nog enkele foto’s door die Rich had gemaakt in de oorlogswinter van 1944. Het Haspengouwse landschap was bedolven onder een dikke sneeuwlaag.”
Gebeten door het verhaal van het 67e bataljon, zocht Luc doorheen de jaren naarstig verder. Onlangs stootte hij zo op het dagboek van de Amerikaanse hospik William Welling. “Daarin beschrijft hij zijn oorlogsperikelen: van de landing op Omaha Beach tot zijn terugkomst thuis. Wat interessant is, is dat hij daarin uitvoerig verhaalt over zijn tijd in Hoepertingen. Er zat ook nog een brief bij van de hand van een achttienjarige Hoepertingse. Ze vroeg hoe het met hem en zijn vrienden was.”
Belles
De soldaten waren duidelijk graag gezien in Hoepertingen, zo lezen we er. Twee dagen na hun aankomst werden ze voortdurend aangestaard door nieuwsgierig giechelenden ‘Belles’. Diezelfde avond werden ze uitgenodigd bij de familie Lux. Daar speelden ze verschillende avonden op rij ‘Belgische geldspelletjes’, een grappige tante won altijd. Daarbij werd veel gesnoept; vol lof sprak William over het roomijs uit de buurt, dat ze zelf dresseerden met geraspte chocolade. Intussentijd zoefden de vliegende bommen rond. De luchthaven van Brustem bleef een doel.
Op Kerst werd de nachtmis opgeluisterd door het koor van het 67e. Een grote hit naar eigen zeggen. Met enkele meiden fietste William dezelfde dag naar een oude gravin. Oudejaarsavond hingen de soldaten stevig door met ‘de meisjes’, om 5.45 uur lagen ze pas in bed. Dat terwijl niet veel verderop een Duits vliegtuig werd neergeschoten. De burgers lynchten de piloot, zijn bezittingen werden geplunderd. Samen met de sneeuw vertrokken ook de Amerikanen richting het Duitse Rijk, tot groot verdriet van sommige dorpelingen.
Vliegende bommen
Heel wat van die gebeurtenissen kan de kranige Elza Baus (87) uit Hoepertingen zich nog herinneren alsof het gisteren was. “Veel soldaten sliepen in het gebouw waar we school liepen. Ik was toen tien. Op de speelplaats kwamen ze vaak met ons hinkelen. Heimelijk stopten ze ons soms een stukje chocolade of kauwgom toe. Dat kenden we niet, onze wereld ging open. We zagen die mannen heel graag komen. De nachtmis van 1944 kan ik me nog goed herinneren, dat was prachtig.” Leuke anekdotes, maar de brutaliteit van de oorlog zindert eveneens na. “Op een zekere dag stonden we in de rij om naar de klas te gaan. Plots werden we opgeschrikt door het lawaai van een vliegende bom. We moesten allemaal op de grond gaan liggen. Dat vliegtuig is toen voor het klooster in Zepperen gevallen. Een andere keer dan weer waren we met de nonnekes op wandel toen erboven ons een luchtgevecht uitbrak. We moest allemaal schuilen in de gracht. Ja, we waren bang toen.” Het verhaal van Luc en Elza kwam boven water dankzij het participatieve project ‘Onder de Radar’, van provincie Limburg. Wie zelf een uniek oorlogsverhaal heeft, kan dat tot 31 juli 2021 insturen op www.onderderadar.be.