Daar is de herverkaveling weer
Met Bart De Wever die opnieuw oproept tot de vorming van een centrumrechts blok is de discussie over herverkaveling terug van nooit weggeweest. Zorgt 2024 voor een hertekening van ons partijlandschap?
“Er zijn te veel partijen. Dat is niet gezond”, zei Bart De Wever afgelopen weekend in De Zondag. “Ik noem dat de balkanisering van Vlaanderen. Als we niet opletten, wordt ook Vlaanderen onbestuurbaar.” De N-VA-voorzitter droomt van een breed centrumrechts blok, naar het voorbeeld van de CSU in Beieren. “Dat zou een fantastisch verhaal zijn. Dat betekent een conservatieve en economisch liberale gemeenschapspartij. Een meerderheid van de Vlamingen zou zich daarin thuis voelen.” De Wever kijkt daarvoor nadrukkelijk naar CD&V en Open Vld. “Al die kiezers hebben zoveel gemeenschappelijk dat ze in één en dezelfde partij thuishoren.”
Strategie dient ander doel
Het pleidooi voor politieke herverkaveling is allesbehalve nieuw, maar de discussie wordt wel steeds dwingender omdat het partijlandschap in Vlaanderen nog nooit zo versnipperd was als vandaag. Doordat er meer en meer partijen nodig zijn om regeringen te vormen, wordt coalitievorming alsmaar moeilijker en slepen onderhandelingen lang aan.
De Wever zei eerder al dat hij in Vlaanderen op termijn ruimte ziet voor twee tot drie formaties: een centrumrechts blok, een links front en eventueel een extreme derde partij. Uiteraard dient die strategie in hoofde van De Wever nog andere doelen dan alleen de bestuurbaarheid van het land. Als de N-VA, een partij die over haar absolute hoogtepunt heen lijkt, de leiding krijgt over een brede rechtse formatie geeft dat automatisch het Vlaams-nationalistische programma meer gewicht. De Wever kan op die manier ook een samenwerking met het Vlaams Belang afhouden, een kwestie die gevoelig ligt binnen N-VA en wel eens tot interne spanningen zou kunnen leiden.
Een nieuw kartel?
Maar niet alleen De Wever denkt na over herverkaveling. Zowat alle Vlaamse partijen noemen het versplinterde politieke landschap onhoudbaar. “Ofwel krijg je straks spontaan samenwerkingen, ofwel zakken partijen zodanig weg dat ze niet anders kunnen dan samen te werken”, zei Open Vld-voorzitter Egbert Lachaert eind vorig jaar nog in onze zusterkrant De Standaard.
Een van de meest voor de hand liggende samenwerkingen is een nieuw kartel tussen N-VA en CD&V. De partijen werkten al eens samen tussen 2004 en 2008, maar toen waren de machtsverhoudingen wel omgekeerd. Binnen CD&V wordt die piste allesbehalve uitgesloten, maar nu de partij in de federale regering zit en N-VA niet, is een samenwerking op korte termijn onmogelijk. Op links kijken sp.a en Groen al langer naar elkaar, maar beide partijen zijn vandaag ongeveer even groot en het is onduidelijk wie de leiding zou moeten krijgen over zo’n centrumlinks blok. Bovendien botert het op persoonlijk vlak niet tussen sp.a-voorzitter Conner Rousseau en Groenvoorzitster Meyrem Almaci. Na een debat vorige week op TerZake over ‘de grenzen op het recht om kinderen te krijgen’, haalde Rousseau in de gangen van de VRT bijzonder hard uit naar Almaci, zo hard zelfs dat de gasten van De Afspraak de ruzie konden volgen.
Wat na 2024?
In die zin wordt 2024 erg belangrijk. Wat als partijen als CD&V en Open Vld nog verder achteruit boeren en gevaarlijk dicht in de buurt komen van de kiesdrempel van 5 procent? Vandaag geloven CD&V (met nieuwe gezichten als Annelies Verlinden) en Open Vld (met een kanseliersbonus voor Alexander De Croo) nog dat ze kunnen scoren met de federale regering. Maar wat als die wens niet uitkomt? Een implosie van een of meerdere partijen zou het volledige landschap na 2024 door elkaar kunnen schudden. In welke richting is vandaag onmogelijk te voorspellen, maar dat niet alleen het scenario van De Wever een optie is, bleek afgelopen weekend nog uit uitgelekte gesprekken in De Tijd. Karel Van Eetvelt (die even in beeld was als CD&V-voorzitter), Björn Rzoska (die het als Groen-kandidaat-partijvoorzitter niet haalde van Almaci), Bart Somers (Open Vld), Koen Van den Heuvel (CD&V) en Axel Ronse (N-VA) zouden begin 2020 ten huize Van Eetvelt een aftastend gesprek hebben gevoerd over progressieve frontvorming. Het gesprek kreeg geen gevolg, maar het gesnuffel toont wel aan dat het huidige partijlandschap niet op stabiele grond is gebouwd.