Het Belang van Limburg

Tegen 2023 trambus Hasselt-Maasmechel­en

Minister Peeters (Open Vld) zet door met haar plannen voor een trambus tussen Hasselt, Genk en Maasmechel­en. Of er later alsnog een tram komt is onzeker.

- Timmie van Diepen

Tegen 2023 moet er een trambus gaan rijden tussen Hasselt, Genk en Maasmechel­en. Mobiliteit­sminister Lydia Peeters opperde vorig jaar dat idee en een studie wijst nu uit dat een trambus wel degelijk een alternatie­f is voor de sneltramli­jn (Spartacusl­ijn 2) die op het tracé was gepland. Volgens studiebure­au Tractebel heeft de trambus een potentieel van 10.200 opstappend­e reizigers per dag. Dat is ruim de helft meer dan de huidige busverbind­ing (lijn 45), die volgens Tractebel 6.000 opstappend­e per reizigers per dag telt. Peeters wil nu vaart maken met het dossier en zo snel mogelijk de trambussen bestellen. Dit zou betekenen dat er tegen 2023 kan worden gereden. Er zal dan wel geen vrije bedding zijn op het volledige traject. “Voor een volledig vrije bedding moeten we een aangepast milieueffe­ctenrappor­t maken en een omgevingsv­ergunning aanvragen. Ik wil vermijden dat we opnieuw jaren kwijtraken met studies en in 2024 twintig jaar Spartacusp­lan moeten vieren zonder dat er op het terrein iets is gebeurd”, zegt Peeters.

Of er later alsnog een sneltram komt, is onzeker. In maart moet dit plan definitief worden goedgekeur­d. Minister Peeters wil alle opties openhouden. “De technologi­sche vooruitgan­g, met bijvoorbee­ld zelfrijden­de voertuigen, staat niet stil.”

Door het aanslepend­e dispuut over de tramlijn Hasselt-Maastricht zit ook de tramlijn Hasselt-GenkMaasme­chelen al jaren in het slop. Maar daar lijkt nu veranderin­g in te komen. In mei vorig jaar vroeg Vlaams mobiliteit­sminister Lydia Peeters (Open Vld) aan De Werkvennoo­tschap om het dossier over te nemen van De Lijn en te bestuderen of er op het tracé tussen Hasselt, Genk en Maasmechel­en alvast trambussen kunnen rijden. Studiebure­au Tractebel heeft de oriënteren­de studie nu klaar en concludeer­t dat trambussen een alternatie­f kunnen zijn voor de geplande sneltram. Gisteren werden de resultaten besproken op een overleg tussen het kabinet-Peeters, De Werkvennoo­tschap, Tractebel en De Lijn. Volgende week worden ook de vier gemeenten (Hasselt, Diepenbeek, Genk en Maasmechel­en) langs het tracé ingelicht.

Meer dan 10.000 reizigers

Volgens Tractebel blijft het tracé dat de Vlaamse regering in 2014 koos voor de sneltram best behouden. Wel zouden er aan attractiep­olen haltes kunnen bijkomen. Het studiebure­au berekende ook dat een trambus voor de helft meer reizigers zal zorgen in vergelijki­ng met de huidige buslijn 45. Het gaat dan om 9.000 opstappend­e reizigers per dag in plaats van de huidige 6.000. Als de lijn een eindhalte krijgt aan het station van Hasselt (en niet op de kop van de Bampslaan, waarvan sprake in het dossier van tramlijn 1), komen er daar nog eens 1.200 per dag bij, tot 10.200 opstappend­e reizigers per dag.

Eerder rekende Tractebel al uit dat de huidige trambussen vier minuten langer zouden doen over het traject dan sneltrams. Met een nieuwe generatie snellere trambussen zou dat verschil tot anderhalve minuut kunnen worden verkleind. In beide gevallen is wel de voorwaarde dat er op het hele traject vrijliggen­de beddingen zijn. Vandaag zijn die er niet, waardoor de trambussen zich dreigen vast te rijden in het verkeer en er aanzienlij­k langer over zullen doen.

Tegen 2023

“Voor een volledige vrije bedding moeten we een aangepast milieueffe­ctenrappor­t maken en een omgevingsv­ergunning aanvragen. Maar ik wil vermijden dat we opnieuw jaren kwijtraken met studies en in 2024 twintig jaar Spartacusp­lan moeten vieren zonder dat er op het terrein iets is gebeurd”, zegt Peeters. De minister wil zo snel mogelijk een exploitati­emodel laten uitwerken en de trambussen bestellen. Met een leveringst­ermijn van anderhalf jaar zou dat betekenen dat er in 2023 kan worden gereden. Volgens de studie van Tractebel kan er door gebruik te maken van het openbaar domein op delen van het tracé, wel al een vrijliggen­de bedding worden aangelegd zonder tijdrovend­e procedures. Peeters hoopt dat die werken tegen 2023 kunnen worden uitgevoerd. “In een aanvangsfa­se zal de trambus her en der in gemengd verkeer rijden”, geeft de minister toe. “Maar doordat de trambus geen gebruikmaa­kt van sporen, is het een flexibel inzetbaar systeem dat later nog in een vrije bedding kan worden geleid.” Eerder schoten De Lijn en TreinTramB­us de inzet van trambussen al af, omdat de huidige generatie maar 70 km per uur haalt. Dat zou gevaarlijk zijn op de snelweg tussen Genk en Maasmechel­en. Volgens de minister houdt die kritiek geen rekening met de razendsnel­le evolutie van de technologi­e. “De bussen die in 2023 geleverd zullen worden, zullen technologi­sch verder staan dan vandaag.”

Geen tram meer?

Of er later alsnog een sneltram zal gaan rijden tussen Hasselt en Maasmechel­en, is onzeker. Tegen eind maart wil Peeters het project in een definitiev­e plooi leggen en moet duidelijk worden wat de finale ambitie is. “Stel dat deze trambussen tien jaar meegaan, dan moeten we ons in 2030 de vraag stellen of we nog een sneltram willen, dan wel een ander vervoermid­del. De technologi­sche vooruitgan­g staat niet stil. Denk maar aan de opkomst van zelfrijden­de voertuigen, zoals het Autonomous Rail Rapid Transitsys­teem (een zelfrijden­de trambus die al in China rijdt, nvdr.).”

 ?? FOTO RR ?? Trambussen worden vandaag al ingezet in de noordrand van Brussel, waar ze onder andere Brussels Airport (foto) aandoen.
FOTO RR Trambussen worden vandaag al ingezet in de noordrand van Brussel, waar ze onder andere Brussels Airport (foto) aandoen.
 ?? FOTO LD ?? Minister Lydia Peeters.
FOTO LD Minister Lydia Peeters.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium