“Ik ben uit mijn comfortzone moeten komen”
“Bij Sion had ik een
goede band met Mboyo. Toen ik naar Genk verhuisde, heeft hij mij gefeliciteerd”
Vanavond deel 2 van de Genkse Noordzeesaga. KVOKRC. Een zespuntenmatch met het oog op play-off 1. “Liever deze stress dan de spanning die gepaard gaat met de strijd om het behoud”, aldus Bastien Toma. De Zwitser vindt steeds beter zijn draai in de Luminus Arena. “Logisch dat ik me moest aanpassen, dit is mijn eerste avontuur in het buitenland.”
Zwitserland, Wallis, Sion. Bastien Toma is er geboren en getogen. Hij heeft ervaring met winters die bar en boos zijn. Afgelastingen van wedstrijden, het is geen uitzondering in de Alpenregio, zo blijkt. “Ik herinner me dat een duel van ons in Luzern geannuleerd werd”, grasduint de 21-jarige Toma in zijn geheugen. “Verder hebben wij in eigen huis eens een wedstrijd afgewerkt op een terrein dat de vergelijking met Oostende kon doorstaan. Eén helft was spiegelglad, de andere helft was ontdooid. Je kan het je al voorstellen: alle spelers op een kluit op één helft van het veld. Nu is dat verleden tijd in Sion. Een jaar of drie geleden is er veldverwarming geïnstalleerd. In Zwitserland heb je intussen ook veel synthetische velden.”
Aan de Belgische kust had je dergelijke toestanden allicht niet verwacht?
“Absoluut niet. Geen haar op mijn hoofd dat eraan dacht dat de match uitgesteld zou worden. Ik was supergeconcentreerd. Tot we anderhalf uur voor de match te horen kregen dat het niet doorging. Frustrerend.”
De beslissing van de ref was wel correct, lijkt mij.
“Ja. Maar ik begrijp niet dat we niet vroeger ingelicht zijn. Nu zijn we een hele dag onderweg geweest voor niks. Nu goed, geluk bij een ongeluk, we hebben extra rust gekregen na de bekermatch. Vermoeidheid kan bij de herkansing geen excuus zijn.”
Een opsteker ook, die bekerzege, na de kater tegen Anderlecht.
“Dat hadden we hard nodig. Anderlecht was effectief niet zo best. Tegen een concurrent voor playoff 1 moet je beter doen. De kwaliteiten hebben we. Maar we hebben die match gerateerd. Gelukkig zijn we tegen Sint-Truiden rechtgekrabbeld. Dat geeft een boost voor woensdag.”
Heb je Pelé Mboyo kunnen spreken?
“Nee. Ik ben hem niet tegen het lijf gelopen. Maar we hebben wel geregeld contact met mekaar. Ik had in Sion een goeie band met hem. Ik was toen nog een jonge gast en hij heeft mij geholpen met mijn integratie in de eerste ploeg. Hij stond mij bij met raad en daad. Voor hem was Sion helaas een minder aangenaam hoofdstuk in zijn carrière. Een blessure achtervolgde hem. Na zijn transfer naar Kortrijk zijn we contact blijven houden. Vooral via Instagram. Toen ik naar Genk verhuisde, heeft hij mij gefeliciteerd: ‘Goeie keuze’.”
En heeft hij gelijk?
“Zeker weten. Ik ben echt blij in Genk. Ik ben in een fijne spelersgroep terechtgekomen. Ik heb vooral contact met de Franstaligen, maar ik werk ook aan mijn Engels. Verder komt mijn ma geregeld over vanuit Zwitserland. Sportief klaag ik ook niet. Ik zet stappen vooruit.”
Daardoor krijg je steeds meer minuten. De jeugd krijgt kansen.
Dat bewijst ook de basisplaats voor Maarten Vandevoordt.
“Mooi voor hem. Hij is er klaar voor. Het is voor zijn leeftijd een superdoelman. Tegen STVV deed hij het goed. Ik ben er rotsvast van overtuigd dat hij een grote toekomst voor zich heeft.”
Voor jou gaat het ook de goeie kant op. Eigenlijk is het seizoen pas in 2021 begonnen voor je. Voordien kwam je weinig aan de bak. Mede door een schorsing na een rode kaart tegen… Oostende.
“Ik zie dat toch anders. Akkoord, voor Nieuwjaar speelde ik niet veel. Maar dat was geen echte verrassing. Dit is mijn eerste buitenlands avontuur. Dus moest ik me aanpassen aan het niveau van mijn nieuwe club. Ik moest uit mijn comfortzone komen. Dat lukt steeds beter door hard te werken. De trainingen hier zijn top, competitiewedstrijden zijn zeker op fysiek vlak niet van de poes. Tegen STVV liep ik nog 12 kilometer.”
Van den Brom is nog wat zoekende. 4-3-3, 3-4-3, zelfs 3-5-2. Jij hebt alle systemen al meegemaakt. Voorkeur?
“Nee. Bij Sion heb ik veel op de 6 en de 8 gespeeld. We voetbalden daar zonder echte nummer 10. Maar ik kan op al die posities uit de voeten. Een systeem is trouwens niet zaligmakend. Zo groot zijn de verschillen niet. Het gaat vooral om de filosofie, de ingesteldheid waarmee je dat veld op komt. Natuurlijk liggen mijn kwaliteiten vooral op het offensieve vlak. Achter de bal aanhollen om hem te veroveren, is minder op mijn lijf geschreven dan hem hebben en er iets nuttigs mee doen. Maar dan nog. Bij de nationale ploeg U21 spelen we 4-4-2. Met eigenlijk twee zessen, waarvan ik er eentje ben. Ook dat ligt mij.”
Is je positie één van de redenen waarom je in januari van rugnummer bent veranderd? 11 werd 14.
“14 past beter bij een middenvelder dan 11. Ik heb bij de jeugd van Sion altijd met 14 gespeeld. Alleen, in Genk was dat nummer aanvankelijk bezet (door Nygren, nvdr.). Dus moest ik een andere keuze maken. Idem trouwens in de eerste ploeg van Sion. Daar droeg ik het shirt met rugnummer 24.”
Genk legt dit seizoen een grillig parcours op de mat. Een slechte start, dan een reeks van zeven overwinningen en dan weer 5 op 21. Geen touw aan vast te knopen.
“Juist. We zijn in 2021 niet goed uit de startblokken geschoten. Al werden we ook niet geholpen door de omstandigheden. Een slecht veld in Kortrijk, sneeuw in Moeskroen. Maar goed, we moeten geen excuses zoeken. Niet meer achterom kijken, is mijn boodschap. De finish komt in zicht. Na woensdag volgen nog zeven duels en we staan nog altijd gunstig geklasseerd.”
Deels door de resultaten van afgelopen weekend. Het duel met Oostende heeft nog aan spankracht gewonnen door puntenverlies van Standard en Anderlecht.
“Ik houd wel van die spanning. In Sion speelde ik voortdurend tegen de degradatie. Niet fijn. Het was een strijd om te overleven. Maar dat heeft ook zijn voordelen. Ik ben al op jonge leeftijd gehard. Nu doe ik mee voor de prijzen. Een heel ander gevoel. Ik weet wat ik verkies.”