Tuerlinckx en Roeselare willen dolgraag een zesde beker op rij
De afgelopen vijf seizoenen stak Roeselare de Beker van België in de lucht. Een recordreeks. Toch is de West-Vlaamse honger nog niet gestild. “Er is nog meer dan plaats genoeg in de prijzenkast”, vertelt grootmeester Hendrik Tuerlinckx (33).
Vorige week snoerde Roeselare met drie zeges op rij alle twijfelaars de mond. In de Champions League nam het de maat van topclubs Kemerovo (3-1) én Modena (0-3). Enkele dagen later werd in eigen land ook Aalst zonder punten naar huis gestuurd. Van een ideale generale repetitie gesproken. “We hebben veel vertrouwen getankt”, klinkt Hendrik Tuerlinckx opgelucht. “Tot twee weken geleden had zelfs ik twijfels. We waren toen nog niet klaar. In de Steengoed Arena gingen we begin januari hard onderuit. Nadien kregen we het ook moeilijk in Menen en tot overmaat van ramp raakten vijf spelers, waaronder ikzelf, besmet met corona.”
Na een beresterke seizoenstart leek Roeselare dan toch in die gevreesde dip te zijn beland. “Gelukkig was het een momentopname. Wees gerust, wij zijn klaar voor de finale”, aldus de captain. Mits een veertiende bekerwinst kan Roeselare op gelijke hoogte komen met
Maaseik. En dus hopen de supporters opnieuw op de beste Tuerlinckx. “Helaas komt zoiets niet op bestelling (lacht). Ik geef wel toe dat ik fysiek nog kan verbeteren. Tijdens mijn besmetting zat ik zo’n 18 dagen thuis. Ik had weinig energie en bleef maar positief testen. Zo ben ik spiermassa verloren. Hopelijk kan ik zondag toch pieken”, aldus de hoofdaanvaller, die je niet meer nerveus krijgt voor zo’n finale. De afgelopen jaren kroonden Tuerlinckx en co zich tot koningen van het Sportpaleis. Het werd een tweede thuis. In zijn dertiende seizoen in het Roeselare-shirt zal het echter in een kille Lotto Arena moeten gebeuren.
“Een finale zonder publiek, dat geeft toch minder cachet”, zucht het boegbeeld. “De druk die een hal met meer dan 10.000 fans met zich meebrengt, mag je toch niet onderschatten. Wij excelleerden daar net door.”
Maaseik wacht intussen al negen jaar op een nieuwe beker. “Lang voor een topclub”, beseft ook Tuerlinckx. “Ik vind dit Maaseik alvast veel sterker dan vorig seizoen. Op de meeste posities zijn ze dubbel bezet. En die Mitchell Stahl vind ik écht steengoed.” De statistieken hebben Roeselare en Tuerlinckx met zeven bekers in de afgelopen tien jaar wel mee. “Het blijkt vaak goed uit te draaien voor ons, maar met geschiedenis ben je nu niks. De vorm van de dag zal op het veld beslissen. En ook alle truken van de foor zullen zondag gebruikt worden.”