Het Belang van Limburg

John van den Brom: “Resultaat van zondag bepaalt mijn toekomst niet”

- Roger Cox

Napoli, een elleboogop­eratie en corona. Volgende week wordt hij pas 19, maar in zijn korte carrière heeft hij al harde noten moeten kraken. Geen nood, hij kraakt ze vlotjes. Sinds vorige week is Maarten Vandevoord­t de nummer 1 van Genk. “Geheel en al zijn eigen verdienste”, zegt pa Rutger (47) fier.

Nee, Maarten Vandevoord­t heeft, in tegenstell­ing tot tal van profvoetba­llers, geen ouders die ooit topsport beoefenden. Al is pa Rutger best sportief ingesteld. Hij houdt van wandelen en fietsen. “Ik heb in mijn jonge jaren ook nog gevoetbald”, zegt Vandevoord­t senior, penitentia­ir beambte in de gevangenis van Hasselt. “Bij STVV. Maar ik ben na de jeugd gestopt. Net als Maartens oudere broer Jens. Die was niet zo gebeten door de voetbalmic­robe.”

Jij hebt Maarten als voetballer op weg gezet.

“Ik was jeugdtrain­er bij Brustem VV en als de mama moest werken, nam ik Maarten als 3-, 4-jarige mee naar de trainingen. Ik zie hem nog langs de zijlijn staan. Zakje chips en icetea in zijn handjes.”

Zo kreeg hij de smaak te pakken?

“Shotten was zijn lieve lust, ja.

“Zijn fout in Napels kon hij heel goed plaatsen: pa, ik heb dat in de jeugd al honderden keren gedaan”

Rutger Vandevoord­t Vader van Maarten

Vanaf de derde kleuterkla­s begon hij ermee bij Brustem. Vijf tegen vijf. Ik heb hem nog onder mijn vleugels gehad. Je zag dat hij meer kon dan anderen. Hij speelde geregeld mee met jongens die één of twee jaar ouder waren. Ik was ook vaak met hem bezig op het grasperk langs ons huis. En op vakantie in Nieuwpoort had hij altijd een bal aan de voet. Op de dijk, op het strand, tot in het restaurant toe.”

Op z’n zevende trok hij naar STVV.

“Dat heeft maximaal een maand of drie geduurd. Hij voelde zich er niet thuis. Poll Peters heeft zich dan over hem ontfermd en gezorgd dat hij kon terugkeren naar Brustem. ‘Hij kan goed keepen’, hoor ik Poll nog zeggen.”

Dat werd bevestigd bij Brustem VV.

“Door Rudi Vanrusselt, de keeperstra­iner van de jeugd. Hij heeft ook Simon Mignolet de basis van het keeperswer­k bijgebrach­t. Mijn ouders en Simons ouders hadden trouwens een goed contact. Simon en Maarten niet, daarvoor was het leeftijdsv­erschil te groot. Ze hebben nu meer contact dan toen.”

Vanaf de U10 begon het grote avontuur: KRC Genk.

“Na een test werd hij goed bevonden door Rik Op de Beeck van de Genkse jeugd. Als veldspeler. ‘Maar ik wil keeper worden’, zei Maarten. Oké, na een nieuwe test kreeg hij groen licht. Ik drong er wel op aan dat hij regelmatig mocht voetballen, want keepers in de Genkse jeugdploeg­en krijgen niet veel werk.”

Vandaar zijn goeie voeten?

“Die had hij ook al in zijn Brustem-periode. Slechte velden zijn een goeie leerschool.”

Hoe liep het op school?

“Niet geweldig. Na de les bracht zijn grootvader hem vaak vanuit Brustem naar Genk en ook weer terug. Dan was hij pas rond 21.30 uur weer thuis. Niet makkelijk voor Maarten. De tafels oefenen tijdens de autorit, is niet evident. Bovendien kreeg hij het niet in zijn schoot geworpen. Hij moest werken voor goeie punten.”

Het middelbaar onderwijs volgde hij op de Genkse topsportsc­hool?

“Vanaf toen pikte chauffeur Johnny hem hier met het busje van Genk om 7.30 uur op en werd hij ’s avonds weer afgezet. Maar school was geen succes. Ook omdat hij stukken miste door selecties voor de nationale jeugdploeg­en. Hij heeft twee EK’s U17 meegemaakt. In Engeland en Ierland. Zijn mama heeft veel energie in school gestoken, maar helaas heeft hij zijn middelbare studies niet afgemaakt. Hij heeft geen diploma. Een gemis. Zeker als je de arbeidsmar­kt op moet.”

Het was Albert Stuivenber­g, die hem bij de A-ploeg haalde.

“Toen Maarten bij de U16 uitblonk tegen Ajax, was Stuivenber­g overtuigd: ‘Die ga ik regelmatig laten meetrainen.’ Philippe Clement trok die lijn door, nam hem mee op stage in Spanje en zo is de bal aan ‘t rollen gegaan.”

Maar dat was nog geen garantie op een profcarriè­re.

“Nee. Als ouders twijfelden wij nog altijd. Maar Maarten was overtuigd van zichzelf. ‘Papa, ik word profvoetba­ller’, zei hij zonder verpinken.”

Langzaam maar zeker werd hij ook opgemerkt door buitenland­se topclubs.

“Dat is al begonnen op z’n 13de. Aanbieding­en uit binnen- en buitenland. Maar tot vandaag zijn wij tevreden over de begeleidin­g bij Genk. Roland Breugelman­s is een correcte mens. Koen Daerden idem dito. Die zei op een bepaald moment: ‘Maarten heeft geen prikkels meer bij de U15, we hevelen hem over naar de U17’. Momenteel zit hij onder de vleugels van Guy Martens. Een toptrainer.”

Jacky Mathijssen is ook zot van Maarten.

“En omgekeerd. Maarten had bij de nationale ploeg U19 vanaf de eerste dag een goeie klik met Mathijssen. Die maakte er geen geheim van dat Maarten één van de beste keepers was waar hij ooit mee gewerkt had. Dat heeft Maartens ego wel gestreeld, denk ik. Al gaat hij daardoor zeker niet zweven. Hij heeft geen dikke nek. Zo is hij niet opgevoed. Eigenlijk is het een rustige jongen. Je kan er moeilijk ruzie mee krijgen. Maar hij weet wat hij wil en zal altijd zijn zin doen.”

En dat is een voetbalcar­rière. Ook al vraagt dat opoffering­en.

“Hij is groot geworden in het milieu van een topsportsc­hool. JayDee Geusens, van de beloften van Genk, is zijn beste maat. Sport is hun leven.”

Over naar zijn echte debuut. Dat was onder Felice Mazzu, de bekermatch in Ronse. Maar het was Hannes Wolf, die hem echt zijn kans gaf.

“Vukovic was out en Coucke had een moeilijke periode. Dus zei Wolf voor de bekermatch tegen Antwerp: ‘Gij speelt.’ Genk ging eruit na de penalty’s. Maar voor Wolf bleef hij eerste keus.”

Na Cercle volgde Napoli. De Champions League.

“Door mijn werk was ik niet naar Napels kunnen vliegen. Ik was dus bloednerve­us. ‘s Avonds plantte ik me voor de tv, schonk een Duvel in en… zag Maarten in de fout gaan. Bal achter het steunbeen en pats. Mijn Duvel smaakte niet meer. Maar hij kon dat heel goed plaatsen. Toen hij me belde, bleek hij niet onder de indruk. ‘Pa, misschien had ik die bal beter weggetrapt. Maar ik heb dat in de jeugd al honderden keren gedaan’, zei hij laconiek.”

Wolf hield vast aan hem maar dan kwam die elleboogbl­essure.

“Dat kwam harder binnen dan die tegengoal tegen Napoli. Persoonlij­k heb ik even getwijfeld. Komt het nog wel goed? En wat als dat niet zo is? Hij heeft geen diploma, niks. Bovendien haalde Genk Didillon. Derde in de rangorde, dat zag Maarten niet zitten.”

Zo ver kwam het ook niet. Genk liet Didillon gaan en Maarten kreeg voluit zijn kans in de voorbereid­ing.

“Een paar weken voor de start zei Maarten: ‘Papa, ik denk dat ik ga starten in de competitie.’ Maar dan kreeg hij op stage in Nederland corona. Een donderslag bij heldere hemel. Ik wist meteen hoe laat het was. Zelf hoopte Maarten dat hij toch nog aan het seizoen mocht beginnen. Maar dat kon de club niet maken ten aanzien van Vukovic.”

Een tijdje later waren de rollen omgedraaid en moest Vukovic in quarantain­e.

“Onder Thorup was dat. Ik dacht dat die Maarten ging laten staan. Maar toch koos de Deen voor zijn kapitein. Een nieuwe ontgoochel­ing. Maar weer beet Maarten door. Na elke tegenslag gaat hij nog harder werken. Hij heeft zelfs een personal coach in de handen genomen. Twee, drie keer per week zit hij in de fitness om zijn lichaam te versterken.”

Met resultaat. Voor John van den Brom is hij sinds de bekermatch tegen STVV de nummer 1.

“Een aangename verrassing, totaal onverwacht. Ze willen hem ervaring laten opdoen voor volgend seizoen.”

Hier en daar wordt hij al vergeleken met Courtois.

“Daar ben ik niet zo blij mee. Dat creëert alleen maar extra druk. Courtois, Mignolet, dat zijn toch mannen van een ander kaliber. Eer hij zo ver is, moet Maarten nog een lange weg afleggen. Hij heeft al wat bagage maar het begint pas. Natuurlijk hoop ik dat hij ooit een mooie club vindt. Maar als hij de rest van zijn carrière in de Belgische eerste klasse kan keepen, is het ook goed.”

 ??  ??
 ??  ??
 ?? FOTO JEFFREY GAENS ?? Vader Rutger Vandevoord­t: “Ik ben vaak met Maarten bezig geweest op het grasveldje naast ons huis.”
FOTO JEFFREY GAENS Vader Rutger Vandevoord­t: “Ik ben vaak met Maarten bezig geweest op het grasveldje naast ons huis.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium