Adrie van der Poel en Patrick Lefevere blikken vooruit naar het Vlaamse voorjaar
Patrick Lefevere (66) en Adrie van der Poel (61) kruisen de degens als opstap naar het Vlaamse voorjaar. “Matje was niet eens tien toen ik jou al heb getipt, Patrick.” – “Juist. En toch ben ik hem kwijt gespeeld.”
Niet één kaasje, worstje, olijfje prikken Adrie van der Poel en Patrick Lefevere van de zorgvuldig samengestelde tapasplank, maar aan tafel zitten wel twee koersliefhebbers die het goed met elkaar kunnen stellen. Hun band gaat terug tot 1989, toen Lefevere ploegleider was van Van der Poel bij de Domexploeg.
Van der Poel: “Ik reed niet goed dat jaar.”
Lefevere: “Je trainde wat minder dan anders. Corinne was ook net komen inwonen.”
Van der Poel: “(lacht) Ook, ja. Maar dat zal niet de hoofdreden geweest zijn. Ik had een enorme infectie aan mijn tanden – echt een beerput om het met een plat woord te zeggen. Mijn bloedwaarden waren niet goed en het speelde door mijn hoofd om de handdoek te gooien. Dankzij Patrick heb ik dat niet gedaan.”
Je hebt het vaker gezegd dat je door Patrick acht jaar langer renner bent gebleven. De laatste vijf seizoenen reed je echter voor de Rabobankploeg. Daar was de Mapei-ploeg met Patrick Lefevere toch de grote concurrent?
Lefevere: “Maar het contact tussen ons bleef altijd goed. Ook later, toen Adrie de PR deed voor Rabobank, kwam hij mij geregeld zijn gasten aan mij voorstellen. Dan babbelden we en vroeg ik hoe het met de jongens ging. David was net beginnen te koersen. Adrie zei: ‘die kleine, die moet je in de gaten houden. Die kan alles met een fiets’. Mathieu zal toen tien jaar geweest zijn.” Van der Poel: “Niet eens, denk ik. Maar ik had je toen al getipt, ja.” Lefevere: “En toch heb ik hem laten schieten.”
Waar is het fout gelopen?
Lefevere: “De Roodhooftjes hebben – ik zal niet zeggen gegokt – maar toch juist op tijd hun kar aan Mathieu vast gehangen. Hij heeft daar vrij snel getekend.” Van der Poel: “Ik heb me daar niet mee gemoeid, maar wat me steeds heeft verbaasd is hoe makkelijk Rabobank Mathieu heeft laten schieten. Voor David zijn ze wel vijf keer langs gekomen, voor Mathieu misschien één keer. Misschien dachten ze als we Matje pakken, komt die ouwe – ik dus – ook zeker mee. Misschien wilden ze dat niet. Uiteindelijk vond David dat hij het niet kon maken om weg te gaan bij de Roodhoofts, van wie hij al vier jaar materiaal in bruikleen kreeg.”
Lefevere: “‘Fair enough. Ik moet nu ook vaak horen dat ik Van Aert heb laten schieten, die me getipt was door Fitte Peeters. Ik heb ook gepraat met Wout, maar hij lag onder contract bij Vastgoedservice. In 1995 ben ik Frank Vandenbroucke gaan weghalen bij Lotto. Ik had geen goesting om die miserie nog een mee te maken. Bij de UCI sta ik al bovenaan de Most Wanted-lijst.”
Feit is wel dat Mathieu van der Poel en Wout van Aert de twee beste voorjaarsrenners ter wereld zijn. En geen van beide ligt bij u onder contract.
Lefevere: “En Alaphilippe dan?” Van der Poel: “Dat is volgens mij de enige die Wout en Mathieu in een rechtstreekse strijd aankan.” Lefevere: “In Milaan Sanremo is Julian vier keer van fiets moeten veranderen. De laatste keer nog vlak voor de Cipressa. En ik zeg het niet graag, maar de mechanieker verdient daar een blaam. Op de Via Roma sprint je windaf met de 54 vooraan. Op de reservefiets van Alaphilippe zat een 53. Alaphilippe gaat over Van Aert, maar die is frisser, plooit niet en remonteert. Met een 54 was dat niet gebeurd.”
“In de Ronde van Vlaanderen hadden Van Aert en Van der Poel ook op hun tomaat gekregen van Julian. Daar ben ik van overtuigd. Mathieu liet de snelheid zakken en dat speelt Julian in de kaart: hij kan enorm versnellen en meteen twee fietsen pakken.”
Maar is het niet veelzeggend dat u Alaphilippe in Vlaanderen moet inzetten om tegengewicht te bieden aan van Aert- Van der Poel?
Lefevere: “Die vraag om de Ronde te rijden is van hemzelf gekomen. Ik stond eerlijk gezegd niet te springen om erin mee te gaan. Zestig kilo in een wedstrijd met kasseien, dat is limiet. De prestatie van Julian in de Ronde heeft mij echt verrast. Dit jaar zal hij de Ronde opnieuw rijden, maar niet omdat we denken dat het zonder hem niet lukt. Hij wil het zelf en als een renner van dat niveau iets vraagt, dan ga je daar zoveel mogelijk in mee.”
“(lacht) Ik heb zaterdag nog met Julian gediscussieerd. Aan het begin van het seizoen geven we aan: je mag zelf je programma kiezen’. Maar renners nemen dat letterlijk. Julian wilde ineens Parijs-Nice rijden. Terwijl ik een deal had gemaakt met RCS: Julian
in Strade en Tirreno-Adriatico, Remco in de Giro. Zij betalen daar voor. Ik heb Julian uitgelegd dat ik hem veel geld betaal en dat ik zo een beetje van de verliezen door de corona-crisis kan recupereren. Wat hij ook begreep. Maar dan dacht hij ook aan de Giro in plaats van de Tour: ‘Marion bevalt einde juni en dan kan ik een maand thuis zijn met haar en de kleine.’ Ik heb gezegd: Julian ik hoop voor u dat je drie keer wereldkampioen wordt, maar ik zou er niet van uitgaan. Als je deze zomer een Tourrit wint in de
“Alaphilippe is volgens mij de enige die Wout en Mathieu in een rechtstreekse strijd aankan”
Adrie van der Poel Vader van Mathieu
regenboogtrui, dan gaan ze u daar op uw negentigste nog over aanspreken. Hij begreep dat. Oui, c’est vrai. Daarmee was die discussie ook achter de rug.”
TWEE STOELEN Schat eens in wat voor koers de Omloop volgende week wordt.
Lefevere: “Als ze koersen zoals de voorbije weken, dan gaat er gevlamd worden. Ik hoop dat er een beetje wind is.”
Van der Poel: “Niet omdat je hier aan tafel zit, maar ik denk dat de winnaar uit jullie ploeg gaat komen. Je wilt een naam? Dan ga ik voor Kasper Asgreen.” Lefevere: “Door die aparte voorbereiding staat iedereen wild. We gaan rare koersen zien. Zeker in de Omloop, waar renners nog echt kapot kunnen gaan in een finale. Dat zag je duidelijk in 2015, toen wij met drie verliezen van Ian Stannard. Boonen zijn licht ging op het einde helemaal uit. Twee maanden later zie je dat niet meer.”
Je krijgt volgende week een raar peloton: renners met competitie in de benen, renners zonder competitie, renners die rechtstreeks van hoogte komen.
Lefevere: “Het is à la tête du client. Ik denk nog altijd dat het beter is om een paar koersen in de benen te hebben.”
Adrie: “Akkoord. Ook om wat automatismen in de ploeg te hebben.”
Lefevere: “Je gaat altijd naar je eerste koers met het idee: ga ik wel goed zijn?”
Adrie: “Wat nu ook een voorwaarde is. Het openingsweekend nu is onvergelijkbaar met vroeger. Wie dat niet ziet, is niet meer mee. Wij hoefden geen piekvorm te hebben want er lagen misschien drie bergjes op het parcours.”
Schat eens de concurrentie in: Is er met AG2R-Citroën met Naesen en Van Avermaet geen sterk blok bij gekomen?
Van der Poel: “Hangt ervan hoe het koppie is bij Van Avermaet. Hij rijdt toch vaak om de eerste van de ploeg te zijn. Of om eerste Belg te zijn in een nationale selectie. Maar als hij met Naesen overeenkomt, dan kan er veel.” Lefevere: “Ze trainen toch samen bij de Parelvissers? Dan kan je elkaar wel verdragen.”
Van der Poel: “Maar stel dat Naesen nu meteen de Omloop wint. Dan moet Van Avermaet kalm blijven en wachten op zijn kans. En niet meteen denken: ik ga zorgen dat ik voor hem weg ben, dan moet hij afstoppen. Zo win je ook geen koersen.”
Lefevere: “Bij BMC hing die spanning er wel tussen Van Avermaet en Gilbert. En dan hoorde je altijd Gilbert gunt een ander het licht niet. Ik moet zeggen dat ik daar bij ons weinig van heb gemerkt.”
DE ECHTE VAN DER POEL Veel mensen zien Jasper Philipsen als de beste Belgische transfer. Mee eens?
Van der Poel: “Voor Mathieu is het zeker een goede zaak. Zo hoeft hij zichzelf niet meer te smijten in die massasprinten. Lefevere: “Ik heb ook met Jasper gesproken. Die jongen is wel slim. Hij dacht in zijn eerste jaar meteen mee te doen in Harelbeke en Vlaanderen, maar dat is dus niet zo simpel. Nu wil hij zich twee jaar focussen op sprinten, sterker worden en dan de stap zetten naar het voorjaar. Hij is ook nog maar tweeëntwintig.” “Ik was geïnteresseerd, maar er moet ook ruimte en geld zijn. En voor de makelaars moet het altijd zo snel gaan. Eén keer praten en dan een mail op dinsdag met de vraag om tegen donderdag te beslissen. Dat werkt averechts bij mij. Makelaars verkopen vaak een beetje lucht.”
Adrie, wie is de makelaar van Mathieu?
Van der Poel: “Matje heeft geen makelaar. Dat doen de Roodhooftjes zelf. Ik moet dat niet doen, want ik ken de prijzen niet meer.”
Is het niet raar dat de Roodhoofts bij die contractonderhandelingen dan twee petten tegelijk dragen?
Van der Poel: “Misschien, maar ik heb dat één keer tegen Christoph gezegd: ik vind het allemaal prima, maar als ik er ooit achter kom dat je mijn zoon genaaid hebt, dan ken je de echte Van der Poel nog niet. Dat was half lachend, maar ik moet zeggen dat ze dat altijd supercorrect hebben gedaan. Matje tekende zijn eerste contract voor drie jaar, maar toen hij gelijk de Ronde van Limburg won, hingen de Roodhoofts ’s avonds al aan de lijn: ‘kunnen we dat contract openbreken?’ Lefevere: “Slim. Zo hebben wij het bij Boonen ook altijd gedaan. Die is ook nooit einde contract geweest.”
Van der Poel: “Vorig jaar ben ik er op één of andere manier achter gekomen wat Mathieu precies waard is en ik moet zeggen: hij is altijd heel correct betaald geweest en wordt nog steeds heel correct betaald.”
Hoe bent u erachter gekomen hoeveel Mathieu precies waard is?
Van der Poel: “Dat houd ik voor mezelf.”
Lefevere: “Ik zie het je denken, maar neen, ik heb hem geen voorstel gedaan. Dat zal voor in een volgend leven zijn. (lacht)”
“Ik had geen zin om Van Aert bij zijn ploeg weg te plukken. Bij de UCI sta ik al bovenaan de Most Wanted-lijst”
Patrick Lefevere
Teammanager Deceuninck-Quick Step