Doping in het voetbal? Test revaliderende spelers
De voetbalwereld wil zelf meer inspraak in de dopingregels, zo meldde de spelersvakbond FIFPro begin deze week. Maar hoe zit dat precies met doping en voetbal anno 2021? Wordt er vaak gebruikt of niet? En heeft een speler er baat bij?
Waarom zou een voetballer doping nemen? Om langer te kunnen lopen? Sneller misschien? Of helpt het om de loodzware kalender te doorstaan? Volgens Guido Krieken zijn de voordelen beperkt en komt doping in het voetbal daarom nog altijd niet vaak voor. “Bij voetbal zijn vele zaken belangrijk”, aldus de Tongenaar, die controlearts is en in de medische commissie van de KBVB zetelt. “Zowel snelheid, uithouding, techniek, kracht als concentratie zijn noodzakelijk. Voorlopig bestaat er nog geen doping die een positief effect heeft op al die verschillende vlakken. Misschien dat een verdedigende middenvelder, die stofzuigt, vooral moet lopen en tackelen, er eventueel wat voordeel uit zou kunnen halen.” Toch steekt Krieken zijn handen niet in het vuur voor de voetballer. “Je kan er nooit met 100% zekerheid voor zorgen dat een sport dopingvrij is”, aldus de Tongerse arts. “Zo heb je in het voetbal het gevaar dat revaliderende spelers zich toch aan doping wagen. Zij durven soms naar anabole steroïden grijpen om op korte termijn spieren bij te kweken. Aangezien die spelers nog geen wedstrijden spelen in die periode en dus niet getest worden zijn ze relatief safe. Toch is het belangrijk dat we die spieropbouw ook clean houden.”
Spierkracht
“There is no pill for the skill’’, die boodschap wil inspanningsfysioloog Bert Op ’t Eijnde meegeven. “Je kan geen pilletje nemen voor technisch en tactisch vermogen. Dat is ook het mooie aan een sport als voetbal, je hebt er zo veel verschillende vaardigheden voor nodig.” Toch vindt Op ’t Eijnde dat dat argument te snel gebruikt wordt om te stellen dat het voetbal een dopingvrije wereld is. “Naast technische en tactische vaardigheden zijn ook uithoudingsvermogen, explosiviteit en spierkracht uiterst belangrijk. En dat kan je natuurlijk sneller opbouwen met het verboden gebruik van anabole steroïden of groeihormonen. Je kan dus wel verwachten dat er spelers zijn die bepaalde factoren willen verbeteren met behulp van prestatiebevorderende middelen, dat geldt zeker ook voor revaliderende spelers.”
Onvermoeibaar
Ook professor Peter Van Eenoo geeft aan dat een voetballer niet naar doping hoeft te grijpen om sterke wedstrijden te spelen. De bekende dopingjager wijt dat aan de verschillende facetten die een ploegsport als voetbal kent. “Een hele wedstrijd afhaspelen zonder moe te worden, is leuk. Maar talent en techniek zijn o zo belangrijk. Als je onvermoeibaar bent, maar vervolgens geen nauwkeurige pass kan geven ben je geen meerwaarde. Doping kan echter wel helpen om een specifieke tekortkoming weg te werken. Voor een snellere recuperatie tussen wedstrijden kunnen verboden middelen als anabole steroïden bijvoorbeeld een voordelige impact hebben, weliswaar in kleine dosissen.”
Aantal tests
In het voetbal wordt er minder getest. Hoe komt dat? Wel, omdat bewezen is dat er ook minder gebruikt wordt. Het aantal positieve gevallen in het voetbal ligt een stuk lager dan bij duur- of krachtsporten. Uit cijfers van het WADA uit 2013 blijkt dat 0,5% van de onderzochte stalen uit het voetbal verdacht waren. Hetzelfde percentage als bij handbal en basketbal. Bij wielrennen en atletiek lag dat percentage op 1,2%, bij gewichtheffen is dat zelfs 3,4%. Van Eenoo: “In absolute aantallen is voetbal de meest gecontroleerde sport in België, meer nog dan het wielrennen, dat op korte afstand volgt. Toch kan je stellen dat er eigenlijk vrij flauw gecontroleerd wordt in het voetbal, als je kijkt naar het percentage volgens het aantal beoefenaars.”
“Je kan geen pilletje nemen voor technisch of tactisch vermogen, dat is het mooie aan voetbal”
Bert Op ’t Eijnde
Inspanningsfysioloog