Het Belang van Limburg

De buizerd

-

Neen, hij was veel groter! Hoe vaak heb ik die uitspraak niet moeten horen nadat iemand mij vroeg welke roofvogel ze gezien hadden. Het gesprek verloopt telkens ongeveer hetzelfde. “Zeg Dirk, ik heb een hele grote roofvogel gezien. Wat zou dat kunnen zijn?” Daarna volgt een over en weer gevraag over wat ze nu juist gezien hebben. Met meestal mijn doorgaans antwoord: “Dat was zo goed als zeker een buizerd”. Waarna ik steevast te horen krijg dat wat zij zagen veel groter was. Einde van mijn tussenkoms­t. Zij blijven erbij dat ze een ‘arend’ gezien hebben.

Veel mensen onderschat­ten de grootte van onze buizerd. Het is een imposante verschijni­ng, zeker als hij opvliegt en relatief dichtbij zit. Maar het is ook een wat zwaardere en niet zo lenige jager. Daarom kiest hij vaak voor de makkelijks­te prooien. Zieke of – nog liever – al dode dieren. Soms doet hij een – meestal tevergeefs­e – poging om vanaf een paaltje naar een kleine prooi te duiken, wat eigenlijk meer lijkt op vallen. Kleine zoogdieren, zoals muizen of ratten, kan hij zo af en toe verschalke­n. Maar als die prooien dood zijn, dan is het iets makkelijke­r. Daarom vergelijk ik de buizerd vaak met een gier in plaats van een arend of andere grotere roofvogels. De vaak spectacula­ire beelden van deze soorten op jacht zijn voor onze buizerd een verre droom.

Toch blijft de buizerd voor velen die hem tegenkomen tot de verbeeldin­g spreken. Op dit moment zweeft hij boven zijn toekomstig territoriu­m, luid ‘miauwend’ naar mogelijke partners. Terwijl voert hij baltsvluch­ten uit die zijn wat slome manier van jagen doen vergeten. Want als de liefde in het spel is, kunnen de meeste mannen plots net iets meer.

 ?? FOTO JO VERBOVEN ??
FOTO JO VERBOVEN

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium