“Het zou goed doen om weer wat vrienden te zien”
Dat de lockdown een uitdaging is voor wie het psychisch al moeilijk heeft, ondervindt ook de 17-jarige Lowie Simons uit Tongeren. Hij had er net vijf maanden opname opzitten toen de lockdown bijna een jaar geleden van start ging.
Lowie meldde zich meer dan een jaar geleden op aanraden van zijn psychiater aan bij K-delta, de afdeling kinder- en jeugdpsychiatrie van het Medisch Centrum Sint-Jozef in Munsterbilzen. “Ik had het op dat moment heel moeilijk met school en met mezelf, het kon zo niet verder”, zegt hij. Al kon hij er nog niet meteen terecht. “Ik heb enkele maanden op de wachtlijst gestaan. Dat was niet makkelijk.” Uiteindelijk zou hij vijf maanden lang elke dag naar Bilzen afzakken. “Daar heb ik mezelf heel goed leren kennen en veel aan mezelf gewerkt. Daar werd ook vastgesteld dat ik autisme heb. Ik leerde er bovendien veel andere mensen kennen met dezelfde soort problemen als ik.”
Eerste lockdown
Toen de behandeling van Lowie erop zat, ging het een stuk beter met hem. Maar niet veel later werd de eerste lockdown afgekondigd. “De eerste paar maanden vond ik dat nog wel fijn. Ik ben iemand die graag op zichzelf is en ik hou van rust. Maar nu begint het wel moeilijker te worden. Ik voel me opgesloten en kan niet veel doen. Het gamen ben ik intussen wel al beu.”
Lowie gaat niet
meer
naar school, maar legt zijn examens af via de examencommissie. “Er is discipline voor nodig om elke dag te studeren, maar het lukt wel”, zegt Lowie. Maar ontspannen is in deze tijden niet gemakkelijk. “Vroeger ging ik elke zaterdag op café met vrienden en ging ik ook regelmatig naar het skatepark. Dat mis ik heel erg.” Lowie begrijpt dan ook als geen ander dat meer en meer jongeren hulp nodig hebben. “Zelf ga ik nog steeds wekelijks naar de psycholoog en dat volstaat voor mij wel. Maar ik merk ook dat ik meer depressieve klachten krijg en het leven steeds minder positief zie. Het zou me goed doen als ik weer wat dingen met vrienden kon gaan doen, zodat ook zij me wat moed kunnen inspreken.”