Het Belang van Limburg

“Eén stal met 24.000 kippen is niet rendabel”

-

Ze laten ons een lege stal zien waar zo’n 22.000 kuikens zouden ondergebra­cht worden. Er zijn nieuwe ventilator­en gehangen, er zijn nieuwe drinkbakje­s voor de kuikens en het dak is vernieuwd. “We hebben ook een nieuwe computerge­stuurde installati­e gezet. Een investerin­g van 160.000 euro. Maar omdat er ooit brand geweest is in deze stal, voor onze overname, is de vergunning ook opgebrand. We moesten dus met het dossier vanaf nul beginnen. Vroeger was dit bedrijf, samen met het huis aan de overkant, één geheel. Maar de vorige eigenaar heeft die delen opgesplits­t. We worden nu door de deputatie verplicht om eerst het huis aan de overkant te kopen.”

In oktober ging een andere stal met 24.000 dieren in vlammen op na een kortsluiti­ng. De veehouders wachten op de afhandelin­g van het dossier door de verzekerin­g. “Op dit moment hebben we nog één stal met 24.000 kippen, maar dat is niet meer leefbaar. Voor één kip krijgen wij 2 euro, maar daar moet je dus het voer en alle kosten van aftrekken. Je hebt dus meer dieren nodig om rendabel te zijn. Met 80 à 100.000 dieren kun je een schoon bedrijf uitbaten. Doen wij het niet dan ligt een veevoederb­edrijf daar niet wakker van. Dan gaan ze naar een andere veeteler die het wel doet. Ze bieden natuurlijk ook een interessan­tere prijs aan voor hun voer als je bestelt voor 100.000 dieren. Dat scheelt een stuk in de transportk­osten.”

De bedrijfsle­iders klagen over de administra­tieve rompslomp waarmee ze te maken krijgen bij een uitbreidin­g. “Zodra je denkt dat je met het ene in orde bent, komen ze met iets anders op de proppen. De overheid wil graag dat oude boerderije­n gerenoveer­d worden, maar we hadden beter een nieuw bedrijf gezet. Dat had evenveel gekost, maar dan hadden we minder kopzorgen.”

De bedrijfsle­iders leiden ons rond in hun kippenstal. Het is er druk, maar de dieren zien er gezond en rustig uit. “De dieren krijgen uitgebalan­ceerd voedsel. Onze dieren zijn geen kippen, maar haantjes. We importeren ze uit andere landen zoals Denemarken en Duitsland. Haantjes worden normaal gezien na de geboorte vergast en verhakseld als voedsel voor dierentuin­en of nertsenkwe­kerijen. Bij ons leven ze vijf à zes weken voor ze naar de slachterij gaan. De mest van het bedrijf gaat naar een champignon­kwekerij. Ik discussiee­r weleens met mensen die veganistis­ch eten. Van mij mag iedereen eten wat hij wil, maar ook als je enkel groenten eet, zul je dierenmest nodig hebben om die te laten groeien.”

“Ik denk dat wij nog beter voor onze kippen proberen te zorgen dan mensen die thuis een ren hebben”, vult Koen aan. “Het is een levend goed en je probeert daar dus op een fatsoenlij­ke manier mee om te gaan. Als we iemand naar een dier zien stampen dan is het kot hier te klein.”

Honger

Om de zes weken is er een nieuwe ronde en komen er 24.000 nieuwe kuikens in de ontsmette en gepoetste stallen. “Toch is iedere ronde anders”, zegt Koen. “Omdat het nooit dezelfde kuikens zijn. Ik kan er ook echt van genieten om hier op mijn gat te komen zitten en het gedrag van de dieren te bestuderen. Je ziet gewoon dat die kippen het hier naar hun zin hebben.” Geert Thaens beaamt dat. “Ik kom regelmatig langs met mijn zoontje. Hij vindt dat fascineren­d. Of hij weet dat de kippen geslacht worden? Natuurlijk. Maar hij begrijpt dat.”

Koen en Geert zijn ervan overtuigd dat de kippenindu­strie een interessan­te bedrijfsta­k blijft in Vlaanderen. Ook al zijn er de laatste jaren zoveel stallen bij gekomen. “In sommige Europese landen hebben ze geen kippenbedr­ijven. Onze kippen gaan bijvoorbee­ld naar Engelse scholen. Kip is het voedsel van de toekomst. Omdat het een goedkoop, voedselrij­k en gezond product is, kan het de honger in de wereld helpen bestrijden.”

 ?? FOTO GEERT VAN BAELEN ??
FOTO GEERT VAN BAELEN

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium