Twee mannen riskeren 3 jaar cel voor brandstichting
Twee mannen riskeren elk drie jaar cel en een boete van 2.400 euro voor het in brand steken van een chalet in Oudsbergen. “Mijn ex was de opdrachtgeefster”, opperde het slachtoffer voor de Tongerse rechter. De verdachten ontkennen.
Op 19 januari 2019 ontstond tussen 22.45 en 23.24 uur een zware brand in een chalet op Luttelmeeuwen in Oudsbergen. De buurman verwittigde de brandweer, maar de chalet had al enorme schade geleden. Het schuifraam stond open, het glas was stukgeslagen en de rolluik was geforceerd. “Er waren braaksporen en de chalet was doorzocht”, stelde de procureur.
Home-invasion
Onder het puin werd een intact gsm-toestel teruggevonden van de 31-jarige J., die twee weken na de brandstichting ook betrokken bleek te zijn bij een home-invasion in Kortenaken. Na doorzoeking van de telefoon kon ook de 38-jarige kompaan E., waarmee hij de feiten in Kortenaken pleegde, gelinkt worden aan de brand in Oudsbergen. Die zou bovendien op zijn beurt een relatie hebben met de zus van de ex-vriendin van de eigenaar van de chalet. Volgens de advocaat van het slachtoffer gaat het dan ook om te veel toevalligheden. Hij vraagt een schadevergoeding van 20.667 euro. “Mijn cliënt is echt alles kwijt”, aldus meester Jürgen Millen. De brandverzekeraar vraagt een terugbetaling van 74.000 euro voor de schade aan de chalet.
Cocaïne
De 31-jarige J. gaf toe dat hij die avond in de chalet was geweest. Hij zou getipt zijn door de ex van het slachtoffer over een mogelijke drugsbuit en cash in de chalet, gezien het drugsverleden van het slachtoffer. De inbraak vond plaats rond 19 uur. Wat er daarna gebeurde en hoe de brand is aangestoken, kon de dertiger niet zeggen. Wel gaf de man toe dat de ex nog een extra verzoekje had. “Ik heb met de brand echt niets te maken. Ik moest van haar gewoon alles vernielen”, zo klonk het. De 38-jarige E. ontkende zijn volledige betrokkenheid. Volgens hem wil J. hem er in dit dossier inluizen, omdat hij de schuld van de home-invasion in Kortenaken eerder ook in de schoenen schoof van zijn vriend en daardoor een minder zware straf kreeg. “Maar ik zat op 19 januari in Frankrijk”, verklaarde hij. “Ik zou dat willen bewijzen, maar ik kan vanuit de gevangenis niets doen.” Volgens de procureur klopt dat niet en zouden de mannen wel samen ter plaatse geweest zijn. Hij vraagt voor beide mannen een celstraf van drie jaar en een boete van 2.400 euro.
Vrijspraak
De advocaat van J. vraagt om de straf voor de inbraak op te slorpen met de al opgelegde vijf jaar die hij kreeg voor de home-invasion. “Mijn cliënt zei dat hij die homeinvasion niet had moeten plegen als hij genoeg drugs had gevonden in de chalet”, zo verwees de raadsman naar het eenzelfde opzet. Voor de brandstichting zou er te veel twijfel zijn. “De buurman verklaarde dat hij twee mannen zag vluchten. Hij sprak over personen van 1,90 meter, terwijl mijn cliënt slecht 1,73 meter groot is.” Ook de raadsman van E. vraagt de vrijspraak. “Er is geen enkel bewijs”, aldus meester Pieter Filipowicz.
Het slachtoffer nam het laatste woord en stelde zich de vraag waarom zijn ex-vriendin zich niet moest verantwoorden. “Zij was de opdrachtgeefster”, klonk het zelfverzekerd. “Ze zei me dat ze me nog wel zou krijgen, omdat het alimentatiegeld niet in orde was gebracht.”
Vonnis op 11 mei.