Pidcock: “En de Ardennen liggen me nog beter”
In deze Brabantse Pijl werd een nieuw wereldsterretje geboren: Tom Pidcock, bekend van het veld. 21 jaar, neoprof en Brit.
Voor ronkende verklaringen ben je bij Tom Pidcock aan het verkeerde adres. “Hoewel, dit is pas mijn eerste zege op de weg. It’s a big deal, maar toch voelt het zo niet aan”, zei de flegmatieke pocketklimmer, die gisteren pas aan zijn elfde profkoers toe was bij Ineos-Grenadiers. “Nee, het voelt niet monumentaal aan. Misschien moet dit nog bezinken. Ik was er al enkele keren bij in de finale, maar er is toch een wereld van verschil tussen een zege en tweede of derde worden.” Iedereen ging ervan uit dat Wout van Aert vlotjes zou winnen. Ook Pidcock trok met dat gevoel naar de streep. “Ik dacht dat ik tweede zou worden. Al had ik wel in de gaten dat deze spurt met drie na deze koers niets met snelheid te maken had. In de laatste vijftig kilometer gaven we plankgas. Het ging erom wat je nog in je benen had overgehouden. En toch heb ik mezelf nog verrast.”
Aangekruiste koers
Van Aert wist dat hij aan zijn concurrent-veldrijder een klant zou hebben, want het was Pidcock die op de kasseien van de Hertstraat op zestien kilometer van de finish de basis legde van de juiste vlucht. “In deze koersen is de positionering superbelangrijk. Dat weet ik van de voorbije wedstrijden. Als je niet juist zit, speel je niet mee. Met dank aan de ploeg en vooral aan Luke Rowe, die me in de finale loodste. In kasseiklassiekers draait het om pure power. De Ardennenklassiekers liggen me veel beter, hoor. Het was de bedoeling dat ik daarop ging focussen, maar na het openingsweekend werd mijn programma gewijzigd. Deels door de ploeg, deels door mij. In principe stopt het na de Amstel en de Waalse Pijl.”
Begeleider en ploegleider bij Ineos-Grenadier, Kurt Bogaerts, glimlachte. “Normaal gezien rijdt hij Luik niet. We hadden deze Brabantse Pijl aangekruist als zijn koers. Ik dacht dat, als we met Tom een koers konden winnen dit voorjaar, het in Overijse was.”