Honderdduizenden Noord-Limburgse bijen bestuiven Haspengouwse fruitbomen
“Een win-winsituatie, en van groot belang voor de fruittelers én de imkers”,
VERHUIZING
Op een vroege, frisse ochtend, met een ploegende boer op de achtergrond en de opkomende zon in de rug, maken imkers Leo Boonen en Gert Bonhomme een tiental bijenkasten klaar voor transport. “Door goede contacten en resultaten van de voorbije tien jaar, worden onze bijen veel gevraagd door de Zuid-Limburgse fruittelers. De bijen uit onze kasten zwermen de komende vijf weken uit in hét luilekkerland voor bijen: Haspengouw”, zegt Leo Boonen.
Leo transporteerde al twintig bijenkasten naar fruitgaarden in Borgloon, Donk en in de omgeving van Sint-Truiden. “Vooral in appel- en kersenboomgaarden levert een bloeiende fruitbloesem volop voedsel voor onze bijen. En wij worden gecompenseerd door de opbrengst van heerlijke honing, en natuurlijk met enkele kistjes vers fruit.”
Win-win
Fruittelers zijn voor een goede oogst afhankelijk van deze bezige bestuivers. Onder meer Karel Vaes van Hellingenfort maakt dankbaar gebruik van Leo’s bijen. “Karel runt zo’n 65 hectare boomgaarden met appels, peren en kersen. Dit is een win-winsituatie en van groot belang voor fruittelers én imkers”, aldus Leo.
Dat zegt ook fruitteler Karel Vaes: “Externe bestuiving is niet nieuw, de Egyptenaren deden het al 4.000 jaar geleden. Zo zijn er niet heel het jaar door planten om te bestuiven. De heide in NoordLimburg bloeit bijvoorbeeld later op het jaar dan onze fruitbomen. De gedomesticeerde bijen kunnen dus overal ingezet worden. Daarin hebben imker en teler elkaar gevonden. Onze jongere imkers spelen daar gepast op in met het uitwisselen van de bijenkasten.”
Koude nachten
Per bijenkast tel je nu 20.000 bijen. “Dat aantal kan groeien tot 80.000, afhankelijk van waar ze voor worden ingezet en het tijdstip van het jaar. Met vier bijenkasten per hectare bestuiven onze bijen de komende maand de ZuidLimburgse bloesems. Mogelijk vertragen de koude nachten de bloei en kan de bestuivingstijd dit jaar iets langer duren”, verwacht Leo Boonen. Na de bestuivingsperiode keren de bijenkasten terug naar Bocholt en Bree. Voor het prepareren en transporteren van de bijenkasten krijgt Leo hulp van een imker in opleiding, Geert Bonhomme. “Geert is een beginnend imker en kan na deze bestuivingsperiode rekenen op zijn eerste eigen bijenvolk. Dan kan hij definitief aan de slag en verzekert hij mee de toekomst van de bijen en de imkers”, aldus Leo.