Thomas Dermine, wonderboy van de PS moet miljarden van Europa verdelen
“Europa heeft gezegd: er moet één plan zijn voor heel België en niet - zoals jullie soms doen - één hoofdstuk voor Vlaanderen en een ander voor Wallonië”
‘Pourqoui les usines se ferment’, schreef staatssecretaris voor
Relance Thomas Dermine (PS) als zesjarige al. Hij groeide dan ook op in Charleroi. Intussen is hij bijna 35 jaar,
is reconversie zijn specialiteit en onderhandelt hij met Europa over de besteding van de bijna 6 miljard aan relancemiddelen die België vanaf
september ontvangt.
De eerste ‘politieke’ opdracht voor de Harvard-alumnus was om het reconversieplan voor Charleroi uit te tekenen. Die inspiratie haalde hij bij het Limburgse SALK-plan dat de Fordsluiting moest opvangen, het leverde hem de titel ‘Waal van het jaar’ op. Dermine valt onder minister van Economie en Werk PierreYves Dermagne (PS). Ze delen een kantoor, een woordvoerder en worden als de twee gezichten van de nieuwe PS gezien.
Een opleiding aan Solvay en Harvard, een job als consultant bij McKinsey… dan kiest u plots voor de politiek? Nog wel voor PS? Waarom?
“Waarom niet? Het idee van de PS dat u hebt is een cliché. Maar ook mijn Vlaamse vrienden zijn verbaasd omdat iemand met mijn parcours voor PS kiest.”
Eigenlijk citeren we hiermee Vooruit-voorzitter Conner Rousseau. ‘Dermine kan fortuinen verdienen, maar kiest toch voor de politiek’, zei hij onlangs.
“Conner is ook een Vlaming hé. Maar goed, ik geef u de redenen waarom ik in de politiek zit. Ten eerste omdat niet iedereen gelijke kansen krijgt. Waar je bent opgegroeid en wie je familie is, speelt allemaal een rol. Brasschaat of Ukkel zijn anders dan Charleroi.”
Uw vader is arts, uw moeder leerkracht. U bent dus zelf wel in een bevoorrecht gezin opgegroeid?
“Zeker. Maar ik besef wel dat niet iedereen dezelfde kansen krijgt als ik. Nog een reden waarom ik in de politiek ben gestapt: ik heb me aan Harvard verdiept in ongelijkheid.”
Heeft Magnette u naar daar gestuurd?
“Nee, maar hij heeft wel een aanbevelingsbrief geschreven. In de VS heb je een nieuwe generatie economen die ongelijkheid bestudeert. Zij inspireren en voeden democratische politici als Bernie Sanders en Alexandria Ocasio-Cortez.”
Bent u dan naar Harvard gegaan met de bedoeling om in de politiek te stappen?
“Dat was iets wat ik toen al in het achterhoofd hield. Ik ben al jaren sterk geïnteresseerd in politiek. Ik heb voor handelsingenieur gestudeerd aan Solvay, maar tegelijkertijd ook politieke wetenschappen aan ULB. Het is daar dat ik kennis heb gemaakt met professor Magnette.”
Solvay is anders niet meteen het soort universiteit dat veel socialisten aflevert. Is dat niet eerder een school voor liberalen?
“Ook dat is een cliché. Maar ik geef wel toe dat ik in politieke discussies met mijn vrienden van Solvay aan de linkerkant stond. Ik vind namelijk dat de markt niet almachtig is en dat er een beetje regulatie nodig is. Als ik dan twee minuten later hetzelfde gesprek voerde met mijn vrienden van politieke wetenschappen deden ze me af als the guy
from the right, omdat ik denk dat de markt toch goed is om zaken te realiseren voor de maatschappij. De combinatie van die twee studies was interessant. Een andere reden waarom ik in de politiek zit, dateert van 2016. Ik keerde terug naar Charleroi toen Caterpillar sloot. Naar aanleiding van die sluiting vroeg Magnette me een strategisch actieplan voor Charleroi en onze regio uit te tekenen. Industriële reconversie is dan ook altijd mijn passie geweest. Toen ik zes jaar oud was had ik daar al iets over geschreven. Ik heb het onlangs nog teruggevonden. Pourquoi les usines se ferment, was de titel.”
Bent u voor uw actieplan ook in Limburg gaan kijken?
“Ja, dat is het eerste wat ik gedaan heb. Ons Catchplan voor Charleroi is een vorm van copy/paste van het SALK-plan. Ook sommige projecten lijken op die in Limburg. Zo hebben wij ook een soort T2-campus en een EnergyVille.”
Slaat de reconversie in Charleroi aan?
“De laatste 10 jaar zijn er 10.000 jobs verdwenen in oude sectoren zoals staal, glas en Caterpillar. Maar tegelijkertijd heb je een nieuwe dynamiek, met 11.000 nieuwe jobs in biotech, digitalisering, de luchthaven enz. Netto is dat maar plus 1.000. Dus lees je in de Vlaamse kranten dat Wallonië een achterstand heeft. Onze nieuwe uitdaging is: hoe kan je jongeren opleiden voor de nieuwe jobs die er zijn. Want die gaan nu naar mensen die niet in Charleroi wonen, maar uit Brussel of WaalsBrabant komen.”
Die pendelen dus naar Charleroi?
“Ja. Daarom moeten we er ook voor zorgen dat mensen in Charleroi komen wonen. Dat is belangrijk als je een bredere impact wil hebben op het leven in de stad.”
Die reconversie van oude naar nieuwe industrie past allemaal wel in het plaatje van le nouveau PS waarvan u en Dermagne een voorbeeld zouden zijn?
“Bwah, ik heb dat eens gelezen. Maar wat is dat?”
Wel, dat betekent dat er ook een oude PS is, een partij die op tijd en stond verwikkeld raakt in een of ander schandaal.
“Als ik over schandalen lees, ben ik beschaamd. Ik heb dat nooit gekend en ik wil dat ook niet kennen. Maar dat is niet iets exclusiefs van de PS. We zijn natuurlijk een nieuwe generatie die open naar de wereld kijkt. Ik ben een vriend van Conner Rousseau, maar ook van politici uit andere partijen.”
Ook van Sander Loones (N-VA) blijkbaar?
“Ik ben nooit bij hem thuis geweest. Maar we discussiëren wel. Het is niet omdat we het niet over alles eens zijn, dat we niet met elkaar kunnen spreken. Ik ben ook enkele jaren in Vlaanderen naar school gegaan (in Dendermonde, nvdr) en ik heb op veel plaatsen in Europa gewerkt. De wereld begint niet in Verviers en eindigt niet in Kortrijk.”
Bent u een ideoloog of een pragmaticus?
“De indeling in pragmatisch en ideologisch is een foute manier om de wereld te zien. Alles is ideologie. Alles is gebaseerd op ideeën en op manieren waarop je de wereld ziet.”
Even naar uw relanceplan voor Europa: is dat klaar?
“Bijna, tegen eind april moeten we de finale versie naar Europa sturen. Maar het is geen examen hé. Het is geen document dat je indient en waar je dan punten op krijgt. Er zullen nog wel een aantal zaken moeten worden aangepast. Het is een zeer intensief project.”
Was er veel discussie over de verdeelsleutel van de middelen?
“Europa heeft gezegd: er moet één plan zijn voor heel België en niet - zoals jullie soms doen - één hoofdstuk voor Vlaanderen en een ander voor Wallonië. We hebben zeer hard gewerkt met de regio’s. Ons kabinet was maar de orkestleider. Als je een cake moet verdelen met je vrienden en iedereen heeft honger, dan is dat niet makkelijk. Premier Alexander De Croo zei tegen mij: ‘Als je een oplossing vindt waar niemand tevreden over is, dan is het een goede oplossing. En inderdaad, niemand was tevreden’ (lacht). Je hoort vaak dat er in België niets meer mogelijk is, maar dit overleg was net heel constructief. Dit is het bewijs dat we in België nog zaken samen kunnen doen, met de deelstaten. Dit is ook belangrijk voor de toekomst van België, voor een federalisme dat gebaseerd is op samenwerking.”
Jullie willen toch naar vier deelstaten gaan?
“Het voordeel van vier deelstaten is dat alles duidelijk is. Het oude België was unitair en we hebben een heel lange zoektocht gedaan naar … iets. Dat iets zijn volgens mij de vier gelijkwaardige en evenwaardige deelstaten met sterke bevoegdheden en een sterke federale staat. We moeten in elk geval niet meer gaan voor een zevende of achtste staatshervorming gaan. We moeten voor de laatste gaan en dit proces van desintegratie van België stoppen. Want elke minuut die je gebruikt voor institutionele hervorming gebruik je niet voor andere zaken die belangrijker zijn.”
N-VA heeft aan u dus een goede bondgenoot?
“De andere partijen ook.” Laten we nog even terugkomen op uw relanceplan. Ive Marx (Universiteit Antwerpen) zegt dat u het hebt over ‘uitgeven, uitgeven, uitgeven’ terwijl de essentie ‘hervormen, hervormen, hervormen’ moet zijn?
“Ik vind Ive Marx een interessante econoom, maar ik nodig hem uit om de laatste versie van ons plan te lezen. In de media lijkt het inderdaad alsof het alleen om investeringen gaat. Maar een van de drie pijlers gaat over hervormingen. Een andere over koopkracht. Ik ben namelijk een fan van de Britse econoom John Keynes. Als we met deze regering de laagste pensioenen en uitkeringen verhogen, is dat een vorm van relance want je geeft koopkracht aan mensen die zullen consumeren en de interne vraag zullen vergroten.”
Europa vraagt al lang naar hervormingen. Krijgt ze daar nu ook een antwoord op?
“We weten wat Europa van ons vraagt. Daarom staan er in ons regeerakkoord ook maatregelen voor pensioenen, arbeidsmarkt, fiscaliteit en salariswagens. We discussiëren nu met de Europese Commissie over hoe precies we moeten zijn in ons relanceplan. Het gaat dus niet meer over welke hervormingen, maar wel over hoe en over de kalender. Neem nu de pensioenen: we zijn akkoord over de doelstellingen, maar hoe doe je dat precies? Dat is nog vroeg. Minister Karine Lalieux (PS) zal na de zomer met een voorstel komen.”
De 750 miljard voor Europa verbleken bij de bijna 4.000 miljard die Joe Biden uittrekt in de VS, en dat terwijl Europa 100 miljoen inwoners meer telt?
“Nee, het is niet genoeg. Het verschil met de VS is niet alleen dat ze meer investeren, maar ook dat ze dat sneller doen. Dat moeten wij ook. We moeten ambitieuzer zijn. Kijk naar de financiële crisis van 2008. Europa heeft toen bespaard, in de VS heeft de Obama Recovery Act net ingezet op massive
spending. Het resultaat is dat wij tot 2011-2012 in die crisis zijn gebleven en de VS er in 2009 al uit was. Het grootste risico vandaag is ook dat we niet genoeg doen voor relance. Dat is een groter risico dan het budgettaire.”
Hoeveel is er dan echt nodig?
“Dat is heel makkelijk. In het regeerakkoord staat dat we naar 4% overheidsinvesteringen moeten gaan tegen 2030 en tegen 2024 willen we tot 3,5% gaan. Dat is dus een investering van 13 miljard. Die 6 miljard van Europa is dus niet eens de helft. Er zijn twee mogelijkheden: ofwel verhoogt Europa haar investeringen ofwel moeten we het zelf doen.”
En het begrotingstekort? Een zorg voor later?
“We moeten anders denken over de begroting. Je moet de regels aanpassen aan de situatie van de verschillende landen. Nu heb je zo one-size-fitsall-regel. Dat heeft geen zin. Als je vandaag investeert, dan bescherm je de economie, maar ook het inkomen van de overheid.”
Een laatste vraag: u bent onlangs opnieuw vader geworden. Hoe valt een baby te combineren met deze job?
“Wel, het vraagt inspanning. En ik heb ook die derde week ouderschapsverlof opgenomen die ik mee onderhandeld heb. Mijn eerste dochter was trouwens de reden waarom ik vanuit Londen naar Charleroi ben teruggekeerd. Ze is in oktober 2016 geboren, één maand na de sluiting van Caterpillar. Zondag is 100 procent voor de kinderen en ik probeer ook twee avonden per week om 19 uur thuis te zijn zodat ik een verhaaltje kan voorlezen.”
“Als je vandaag investeert, dan bescherm je de economie, maar ook het inkomen
van de overheid”
Thomas Dermine