Ministers en ramptoeristen vinden weg naar Heppeneert
WATERELLENDE MAASEIK
Duizenden toeristen zijn afgelopen weekend naar de Maasvallei getrokken om de overstroomde rivier te zien. Het veerpont in Meeswijk, de Maasbrug in Maaseik of Heppeneert waren druk bezochte locaties. Het laatste dorp kreeg zaterdag nog een blitzbezoek van premier Alexander De Croo en Vlaams minister-president Jan Jambon.
De politie blokkeerde zaterdag de toegangsweg naar Heppeneert om ramptoeristen met wagens tegen te houden. Omdat
het water voldoende gezakt was en de keermuur in Heppeneert geen druk meer had, mochten de vele fietsers en wandelaars wel door. Zaterdag bezocht de premier nog verschillende plekken die door het noodweer en de overstromingen getroffen werden. Hij trok naar Rochefort, Pepinster en Eupen. Heppeneert was de laatste halte op het traject. Daar kwam hij samen met Vlaams minister Jan Jambon in de namiddag kijken naar de plek waar nipt een overstromingsramp vermeden werd. In hun zog waren ook gouverneur Jos Lantmeeters en de burgemeesters van Maaseik en Lanaken, Johan Tollenaere en Marino Keulen, meegekomen. De Croo en Jambon sloegen een praatje met enkele bewoners, hulpverleners en passanten.
Vlaams Rampenfonds
De Croo benadrukte de inzet en het werk van de vrijwilligers en opgetrommelde hulpdiensten. In de toekomst is er nog werk te verrichten. “Er is een gigantische opkuis te doen. Het water is weg, maar er is nog veel modder en miserie achtergebleven.” Hij kondigde een grondige analyse aan over hoe de hulpdiensten en waterbekkens hebben gewerkt. Jan Jambon kondigde aan dat het Vlaams Rampenfonds zou inspringen om de schade van de getroffen personen te vergoeden. Burgemeester Tollenaere legde aan de ministers uit hoe in Heppeneert een drama op enkele centimeters voorkomen kon worden. “Ik wil alle lof geven aan de mensen die op welke manier dan ook geholpen hebben. Want als mens voel je je in zo’n situaties altijd klein en kwetsbaar. Het leed is verschrikkelijk, maar het is mooi om te zien dat er zoveel solidariteit is,” aldus De Croo.