Unie à la carte
De Europese top van donderdag en vrijdag had in het teken moeten staan van het herstel van de coronacrisis, digitalisering, stijgende energieprijzen en migratie. Maar andermaal wordt het Brusselse momentum gekaapt door een interne kwestie. Na de tenenkrullende passage van de Hongaarse premier Viktor Orban in juni, is het nu de Poolse premier Mateusz Morawiecki die de EU uitdaagt.
Zijn rechts-conservatieve partij Recht en Rechtvaardigheid (PiS) loodste Polen de afgelopen jaren in sneltempo naar de Europese buitenbaan. En dat terwijl geen enkel Oostblokland meer profiteerde van de toetreding tot de EU dan Polen. De oorzaak van dat conflict ligt bij een aantal Poolse wetswijzigingen in 2017 en 2018. Daarmee kreeg de politiek de macht over rechterlijke benoemingen. Het gevolg van die politisering laat zich raden. Eind vorig jaar besliste het Grondwettelijk Hof dat abortus alleen nog kan als het leven van de vrouw wordt bedreigd of er sprake is van een verkrachting of incest. Uiteraard voert elk EU-land de binnenlandse politiek die het wenst - voor zover die overeenkomt met de Europese waarden en normen. Maar wat de situatie in Polen gevaarlijk maakt, is dat de regering haar beleid enkel kan doorduwen nét doordat ze de rechtbanken heeft gepolitiseerd. Dat brengt de scheiding der machten in het gedrang, een grondbeginsel van de EU. Geen wonder dat daar luide kritiek op volgt.
Het Grondwettelijk Hof in Polen counterde begin deze maand door het Poolse recht boven de Europese regels te stellen. Dat vonnis is een precedent, want zo zet Polen zich de facto buiten de Europese rechtsorde en bij uitbreiding buiten de Unie. Want wie garandeert nu nog dat Poolse burgers dezelfde rechten hebben als Belgen, Duitsers of Roemenen?
Polen verdedigt zich telkens met hetzelfde argument: nergens is in verdragen vastgelegd dat de regels van het Europees Hof van Justitie in Luxemburg voorgaan op de nationale wetgeving. In strikte zin klopt dat. Maar tegelijk is Europa een project van politieke goodwill en gedeelde principes. Laten we dat los, dan krijgen we een Unie à la carte en bestaat er straks geen EU meer.
Dat zou een ramp zijn. En net dat maakt het voor de EU ook zo moeilijk om te reageren. Figuren als Orban en Morawiecki tot de orde roepen kan niet door ze in Brussel de les te spellen. Ze gebruiken die aandacht voor binnenlands gewin, alsof ze de verdedigers zouden zijn van hun nationale soevereiniteit, terwijl ze de facto de eigen rechtsstaat uitkleden. De geldkraan dichtdraaien - Polen maakt aanspraak op 24 miljard aan Europees coronageld - levert dan weer het gevaar op dat we deze landen verder wegduwen. Rest ons: praten en nog eens praten. En zo sukkelt de EU verder aan het tempo van de traagste.