“Vlaamse vader van de iPad” krijgt eredoctoraat aan UHasselt
HASSELT/DIEPENBEEK Vlaams professor Jan Rabaey (66) lag mee aan de basis van de tablets zoals we die vandaag kennen, en doet onderzoek naar hersenimplantaten voor medische toepassingen. “Ik zie ons in de toekomst een mail sturen door er gewoon aan te denken.”
Vrijdag ontvangt professor Jan Rabaey een eredoctoraat aan de UHasselt ter gelegenheid van de officiële opstart van het Data Science Institute. Al sinds de jaren tachtig is hij actief aan de Universiteit van Californië - Berkeley in de Verenigde Staten, maar zijn roots liggen in het West-Vlaamse Veurne. “Mijn hele loopbaan is eigenlijk een aaneenschakeling van toevalligheden”, vertelt hij. “In het Engels hebben ze daar een mooi woord voor: serendipity.” Hij was zijn doctoraat aan de KU Leuven nog aan het afwerken en stond op het punt om te tekenen voor een job als ingenieur bij een nieuw Leuvens bedrijf, toen hij de kans kreeg om een postdoctoraat in Berkeley te doen. “Ik heb mijn spullen gepakt en ben vertrokken. Het voordeel is dat mijn vrouw ook van avontuur houdt en graag rondtrekt.” Toen hij later de kans kreeg om aan de universiteit aan de slag te gaan, twijfelde hij dan ook niet.
Het was daar in Berkeley, niet zo ver van Silicon Valley en de grootste technologiebedrijven ter wereld, dat Rabaey begin jaren 90 met zijn Infopad aan de wieg stond van de iPad en tablets die vandaag in menig huiskamer rondslingeren. Al wordt hij niet graag dé vader van de iPad genoemd. “Er waren meerdere vaders”, glimlacht hij. “Apple kwam destijds met de Newton, een toestel dat je ook met een pen kon bedienen. Maar ze misten één ding: een draadloos netwerk.” Iets wat de Infopad wel had. “Samen met een collega had ik al in de gaten dat communicatie in de toekomst draadloos zou worden. Pas op, dat was toen niet evident. Wifi bestond nog niet en gsm’s werkten nog analoog met een antenne. Met de Infopad wilden we een toestel maken waarmee je draadloos zou kunnen communiceren.” De Infopad beschikte zelfs over spraakherkenning, een soort Siri avant la lettre. “Al diende die vooral om commando’s te geven, en nog niet om informatie te geven.”
Impact
Of het dan niet een beetje pikt als Apple twintig jaar later met veel bombarie de eerste iPad aankondigt? “Helemaal niet”, zegt Rabaey. “Het toont dat je als academicus impact hebt gehad. En dat is voor mij het allerbelangrijkste.” Vandaag focust het onderzoek van professor Rabaey zich meer op het domein van de neurotechnologie. Dat resulteerde al in implanteerbare medische instrumenten die helpen bij de behandeling van neurologische aandoeningen zoals epilepsie, ALS en ruggengraatletsels. “Met een aantal implantaten zijn we er al in geslaagd om woorden waar iemand alleen maar aan dacht, op een scherm te laten verschijnen. Dat is fantastisch voor mensen met bijvoorbeeld ALS die niet meer kunnen praten.” In de toekomst moet het volgens de professor zelfs mogelijk zijn om depressie te behandelen met een hersenimplantaat. “Antidepressiva werken door bepaalde processen in de hersenen te stimuleren, en andere stil te leggen. Datzelfde kan je ook met elektronica doen, maar dan zonder bijwerkingen.”
Telepathie
Maar ook buiten de medische wereld ziet hij mogelijkheden. “Een e-mail versturen gewoon door eraan te denken? Of een artikel naar onze hersenen downloaden zonder het te moeten lezen? Ik zie ons daartoe instaat, en ik denk dat dat er ooit komt. Al zal het nog niet voor meteen zijn. Net zoals we misschien vanop afstand met elkaar zullen kunnen communiceren via de hersenen, als een soort telepathie.” Maar is de mens er wel klaar voor om in de toekomst met allerlei implantaten rond te lopen? “Ik weet het niet zeker, maar ik denk van wel. Er zullen altijd mensen zijn die met alles de eerste willen zijn.”