“Ik zie Demir niet als een tegenstander”
Vandaag legt u de eed af als minister. Hoe voelt u zich?
“Overweldigd. Toen ik in 2019 als opvolger in het parlement belandde, heb ik nooit gedacht dat ik ooit minister zou worden. Oprecht niet. De afgelopen dagen waren ook heel erg spannend. Zaterdag hebben we in Limburg vergaderd over de opvolging van Beke. Dat was zeer vreemd, alsof spelers zelf een ploeg opstellen. Zondagmiddag volgde dan een mail met de aankondiging van de partijraad maandagavond. Dat betekent witte rook, dacht ik bij mezelf. Maar die was er blijkbaar nog niet. En dus waren we maandag allemaal onzeker.”
Wanneer wist u precies dat u minister zou worden?
“Maandagavond pas. Om 20.10 uur heb ik een telefoontje van amper 1 minuut van voorzitter Joachim Coens gekregen (laat zijn gsm zien om het uur te bewijzen, nvdr). Tot dan wist ik enkel dat mijn naam circuleerde in lijstjes. Een beetje zoals met de nominaties voor de Oscars. Maar je weet toch nooit of je in de prijzen valt.”
Wie heeft u als eerste ingelicht?
“Mijn vrouw en dan mijn vader. Lieve was blij, mijn vader reageerde heel emotioneel.”
Zal uw vrouw blij blijven? Heeft ze het interview gelezen met de vrouw van Wouter Beke die vertelt hoe hard de afgelopen twee jaar voor haar gezin zijn geweest?
“Ja, dat heeft ze gelezen. Maar ze is zeer nuchter. Ze weet ook wel dat er een minder leuke kant is aan de politiek, dat het allemaal zeer hard kan zijn. Maar ik wil dit ook wel positief bekijken: ik heb nooit iets anders gezien dan politiek, mijn vader was ook burgemeester en parlementslid. En ja, in mijn puberteit zette ik me ervan af, moest ik niets van politiek weten. Tijdens mijn studies kwam het engagement er wel. Ondertussen heb ik op kabinetten gewerkt. Ik weet dus hoe het eraan toegaat.”
De tijden van je vader Hubert waren wel anders. Cd&v stond toen overal heel sterk, niet alleen in Kinrooi?
“En de pers was toen nog heel lief.” (lacht)
Waarom heeft de partijtop uiteindelijk voor u gekozen?
“Omdat ik met mijn twee voeten in de lokale politiek sta. Omdat ik mijn dossiers ken en rechttoerechtaan ben, denk ik.”
Bent u eigenlijk gedragen door de Vlaamse fractie die met spuug en paktouw aan mekaar hangt? Ongeveer elk parlementslid was kandidaat voor het ministerschap?
“Als je geen rekening houdt met provinciale spreiding waren er natuurlijk veel andere zeer goede kandidaten. Robrecht Bothuyne is voorzitter van de commissie Economie en Werk, Tinne Rombouts is de Landbouwspecialiste… het is dus logisch dat er veel kandidaten waren. Welzijnspecialiste Vera Jans maakte ook kans. Nu, Vera en ik hebben meteen gezegd dat we elkaar voluit zouden steunen.”