Hij is niet vies van een clash
(en dat vindt Gheysens een goede eigenschap)
Kritisch, ook voor zichzelf
En toch zien Antwerp en sportief directeur (en oud-ploegmaat bij Oranje) Marc Overmars in Van Bommel de ideale opvolger voor Brian Priske. Hij moet dus wel iets kunnen. De Genkse dokter Stijn Indeherberge, die één seizoen met Van Bommel samenwerkte bij PSV, is alvast vol lof: “Mark is hyperprofessioneel. Wat ik zo apprecieerde, is zijn principe ‘wrijving geeft glans’. Hij stelt alles in vraag opdat we beter zouden worden. Mark wil enkel het allerbeste. Op stage moesten er perfecte velden en nette hotels zijn – niks minder. Hij is heel kritisch, ook voor zichzelf. Je merkt dat Mark aan de absolute top gevoetbald heeft.” De lijst is inderdaad indrukwekkend. Van Bommel pakte als speler prijzen met PSV, Barcelona, Bayern München en AC Milan. Ook stond hij in een WK-finale. Een carrière die hij uitbouwde op basis van talent, maar wat hem vooral onderscheidde, was zijn ingesteldheid: altijd aan 110 procent, op het randje en af en toe erover. Niet voor niks verkozen de lezers van het Duitse
Bild hem in 2008 tot de grootste Stinkstiefel (vrij vertaald: eikel) van de Bundesliga. Als T1 is zijn houding niet anders: langs de zijlijn gaat hij bijna wekelijks in de clinch met de ref. “Hij is heel gestresseerd”, aldus Kapteijns. “Op het agressieve af. Maar het straalt ook wel af op zijn ploegen: die hebben peper in de kont, gekoppeld aan moderne principes als offensieve vleugelspelers en hoge druk. Mark staat voor goed voetbal – bij PSV was het in zijn eerste maanden genieten – en is even vurig als Antwerp: dat kan werken.”
Net zoals de Antwerpenaren is Van
Bommel niet op zijn mond gevallen. Anderlecht kan ervan meespreken. Hij kwalificeerde het paars-witte voetbal in de Champions League van 2000 als “boerenkoolvoetbal”. Zijn uitspraak werd breed opgepikt in België en PSV verloor in de return van een extra gemotiveerd Anderlecht. “Ik had het achteraf beter niet op die manier kunnen omschrijven”, gaf Van Bommel nadien toe. Maar dat scherpe kantje is wel nooit verdwenen, ook niet richting collega’s, spelers of clubleiders. Als Van Bommel iets te zeggen heeft, positief of negatief, dan doet hij dat.