Anderhalf jaar na overstromingsramp zijn bijna alle schadedossiers vergoed
Bijna alle verzekerde schadedossiers ten gevolge van de overstromingen van juli 2021 zijn quasi volledig afgehandeld. In Limburg gaat het om 2.614 schadegevallen, met een totaal schadebedrag van 16,6 miljoen euro.
Anderhalf jaar na de zware overstromingen is er in 97 procent van de dossiers een akkoord tussen verzekerde en verzekeraar, laat beroepsvereniging Assuralia weten. In 85 procent van de gevallen werd volledig vergoed, in 12 procent gebeurde dat al voor 80 procent. In 3 procent van alle schadedossiers werd nog geen akkoord bereikt “omdat bijkomende expertises nodig zijn, er nog geen akkoord is bereikt met de tegenexpert of bepaalde herstellers nog niet beschikbaar zijn”, klinkt het bij Assuralia. Van de top tien van zwaarst getroffen gemeenten in Vlaanderen, liggen er vijf in Limburg. Met 5,3 miljoen euro verdeeld over 250 getroffen gezinnen was de totale schade het grootst in Voeren, waar de Berwijn uit haar oevers trad. In Halen en Hasselt bedroeg de totale schade iets meer dan 2 miljoen euro. Ook Alken, Sint-Truiden en Zoutleeuw behoren tot de tien zwaarst getroffen gemeenten van Vlaanderen.
De grootste verwoesting werd echter aangericht in Wallonië. Ter vergelijking: alleen al in de stad Luik waren er 7.533 schadegevallen met een totale schadelast van 331,7 miljoen euro. In heel Vlaanderen bedroeg de totale schade 40,5 miljoen euro. In Wallonië was dat bijna 2,4 miljard euro.
Ravage
Jacky Herens (74) zag in de zomer van 2021 de Berwijn binnenstromen in zijn huis aan de Dorpsstraat in Moelingen (Voeren). “Mijn vrouw en ik zijn die avond geëvacueerd door de brandweer. We zijn bij onze zoon gaan slapen en toen we ’s anderendaags terugkwamen troffen we de ravage aan”, zegt Herens. “Het was onze derde overstroming maar ook de ergste. We wonen helemaal gelijkvloers en het water stond zo’n 20 à 25 centimeter hoog in onze woning.”
De Berwijn had lelijk huisgehouden. “De vloer was onherstelbaar beschadigd, net als het bankstel en de bedden in de slaapkamers. De deuren waren aangevreten, het behangpapier moest eraf, en buiten waren klinkers weggespoeld en lag de brievenbus kapot tegen de grond. De totale schade bedroeg zo’n 60.000 euro.”
Zes maanden leefden Jacky en zijn vrouw op de ondervloer. “Tot in december hebben we bouwdrogers laten draaien om alles droog te krijgen. Maar nu is alles weer als nieuw.”
Over zijn verzekering heeft Herens geen klachten. “Acht dagen na de overstroming heb ik al een voorschot van 8.000 euro gekregen. Twee maanden na de expertise was alles vergoed. De verzekering heeft nergens moeilijk over gedaan. Ik ben vroeger zelf verzekeringsagent geweest en heb nog wat mensen uit de buurt geholpen met hun dossier. Ook bij hen is het goed verlopen.” Herens kan alleen maar hopen dat het rampscenario zich nooit herhaalt. “We hebben zelf geïnvesteerd in een systeem om onze deuren in geval van nood hermetisch af te sluiten. Hopelijk zullen we het nooit nodig hebben. De Berwijn is intussen uitgediept en verbreed. Toen er in januari veel regen is gevallen, is het waterpeil amper gestegen. Dat geeft toch wat vertrouwen.”
Ontoereikend
De verzekeraars betaalden tot dusver in totaal 2 miljard euro aan vergoedingen uit. Iets meer dan 1 miljard zal terugbetaald worden door de regio’s. De tussenkomst van de verzekeringssector bij natuurrampen is immers wettelijk geplafonneerd. Assuralia pleit voor een dringende hervorming van die wettelijke regeling omdat het plafond ontoereikend is. “Wat betreft de overstromingsschade aan woningen en kleinhandelszaken hebben de verzekeraars na deze ramp dubbel zoveel uitgegeven als wat ze wettelijk verplicht waren. De realiteit van natuurrampen allerhande is helaas niet meer die van twintig jaar geleden toen het huidige wettelijk kader werd opgesteld. Bij een volgende grote ramp gaat dat met zekerheid problemen opleveren qua vergoeding van slachtoffers”, zegt Peter Wiels van Assuralia.