Afzender: Beringenaar Lodewijk Heyligen vanuit Avignon. Maar wie was Heyligen?
Spoorslags ziet de kijker een ruiter zich naar Brugge spoeden met een belangrijke brief. Boodschap: “Beste broeders, blijf binnen, er komt een hele vieze ziekte aan.”
Zondagavond, iets na achten. Aflevering vijf van het druk bekeken Eén-programma ‘Het Verhaal van Vlaanderen’ begint. Een gebeurlijke neanderthaler en de niet te negeren Ambiorix en zijn Eburonen even terzijde, ‘Het Verhaal van Vlaanderen’ vertelt tot nu toe niét het verhaal van het oostelijke deel van het huidige Vlaanderen. Het Vlaanderen waarin u en ik leven, met name in de regio die nu Limburg heet. Maar kijk, die ruiter daar, die spoorslags in april 1349 naar Brugge ijlt, heeft dus een onheilsboodschap bij vanuit het pauselijke Avignon: “De pest komt eraan”. De schrijver van de brief is Lodewijk Heyligen. Nog wel uit Beringen, zo vermeldt het programma. Aha, een Limburger avantla-lettre. Zijn brief is bestemd voor het kapittel van de Sint-Donaaskerk in Brugge. Deze kijker vraagt het zich onmiddellijk af en is vast niet de enige: wie is Lodewijk Heyligen?
Groot talent
Geboren in Beringen in 1304, daar zijn historici het over eens, wordt de nog jonge Lodewijk met al zijn talent, niet in het minst muzikaal talent, doorgestuurd naar Luik. Naar de school van de Sint-Laurentiusabdij. Beringen mag op dat moment dan wel een Loonse stad zijn, dan ook zijn het de grote steden die talent aanzuigen. Het graafschap Loon is op dat moment een leen van de bisschop in Luik die op zijn beurt een leenheer is van de keizer in Duitsland. Al zijn we hier nogal zelfstandig. Als student valt ook in Luik zijn talent op. Na zijn wijding, ten laatste in 1330, sturen ze Lodewijk naar het pauselijke hof in Avignon.
Historicus Joren Vermeersch, ook politicus voor N-VA, maakt van Lodewijk Heyligen in zijn volgende boek ‘Vlaanderens waanzinnigste eeuw’ zelfs een personage: “Heyligen hoort zonder meer bij dé intellectuelen van zijn tijd. Daarbij was hij ook nog eens zeer gewaardeerd musicus met twee belangrijke muziektheoretische werken. Zo heeft hij mee de aanzet gegeven tot de Vlaamse polyfonie.”
“Mijn Socrates”
Maar Heyligen is veel meer. Vermeersch: “Hij is zeer belezen en heeft dus een hele brede intellectuele bagage. Zo leert hij in Avignon Petrarca kennen, de beroemde Italiaanse dichter, die ook de grondlegger is van het humanisme. De twee raken goed bevriend. Meer zelfs, Petrarca zal brieven naar hem schrijven waarbij Petrarca hem bewonderend aanspreekt als ‘Mijn Socrates’. Het zegt iets over de waardering van Petrarca voor Heyligen.”
Heyligen werkt voor kardinaal Colonna, lid van de curie in Avignon. Via zijn baas krijgt hij ook allerlei interessante functies en dus inkomsten. Prebendes in het vakjargon. Zo zal hij ook het kapittel van de Sint-Donaaskerk vertegenwoordigen in Avignon. “Het is in die functie dat hij in 1348, op een moment dat de pest uitbreekt in Avignon, een hele gedetailleerde, haast wetenschappelijke, brief schrijft naar het kapittel in Brugge, dan één van de belangrijkste kerken van de Lage Landen. Met een accurate beschrijving van de symptomen op de koop toe. Zijn boodschap: ‘Blijf binnen, beste broeders. Er komt iets op jullie af.”
Dertien jaar later, in 1361, zal Heyligen ook sterven in Avignon. Tijdens een tweede pestepidemie nota bene. Petrarca, zijn grote vriend, is er kapot van: “Ik ben het comfort van mijn leven kwijt”, treurt hij.
“Heyligen hoort zonder meer bij dé intellectuelen van zijn tijd. Daarbij was hij ook nog eens zeer
gewaardeerd musicus. Zo heeft hij mee de aanzet gegeven tot de Vlaamse polyfonie”
Historicus Joren Vermeersch