De energie-inflatie is een voedingsinflatie geworden
Van 10,35 naar 8 procent. Toch blijft het leven duurder worden, alleen gebeurt dat minder snel. In plaats van energie is de hoofdschuldige nu peperdure voeding. Hoe komt dat?
De inflatie daalde in januari voor de derde keer op rij,
INFLATIE
1
Gas en elektriciteit zijn de voorbije maanden fors goedkoper geworden. Dat komt onder meer door het zachte weer en de goedgevulde Europese gasreserves, die de prijzen op de gasmarkt al maanden doen dalen. Mede daardoor daalt de inflatie nu al voor de derde maand op rij, dit keer van 10,35 naar 8 procent. Dat betekent dat wat je een jaar geleden voor 100 euro kon kopen, nu 108 euro kost.
Ter vergelijking: in oktober stond de inflatie in België nog op 12,27 procent. Dat was toen het hoogste cijfer in bijna vijftig jaar. Dat de inflatie nu lager is, komt vreemd genoeg doordat ze in januari vorig jaar al hoog was.
2
Dat heeft vooral te maken met een statistisch effect. De inflatie wordt wereldwijd telkens vergeleken met de inflatie in dezelfde maand het jaar voordien, in dit geval dus met januari 2022, wanneer de prijzen al stevig gestegen waren.
Het vergelijkingspunt voor energie wordt nu plots hoog in plaats van laag. De energieprijzen zaten al in de lift nog voor de oorlog in Oekraïne uitbrak. De inflatie voor energie daalt daardoor van 32,88 procent in december tot 5,21 procent in januari. Door datzelfde statistische effect is de inflatie voor aardgas nu zelfs al negatief geworden (-7,1 procent), terwijl ze in december nog +73,1 procent was. De kans is groot dat door dat jaar-op-jaar-effect de inflatie de komende maanden ook (tijdelijk) negatief zal worden voor andere brandstoffen en voor elektriciteit.
3
Daar is het temperend effect voorlopig nog iets minder groot. Voor elektriciteit bedraagt de inflatie momenteel 2,8 procent tegenover 35,5 procent vorige maand. Elektriciteit is dus nog altijd iets duurder dan in januari vorig jaar. De prijs van stookolie is zelfs met 46,7 procent gestegen in één jaar tijd.
4
Ook de kerninflatie (die geen rekening houdt met de prijsevolutie van de energieproducten en onbewerkte voedingsmiddelen) blijft stijgen. De verklaring daarvoor ligt vooral bij de hoge voedingsprijzen. Die blijven in tegenstelling tot de energieprijzen wel doorstijgen, mede door de grondstoffenprijzen en de loonindexering. In januari werd voeding (inclusief alcoholische dranken) opnieuw bijna 16 procent duurder dan een jaar geleden. Ter vergelijking: een jaar geleden was dat amper 2,26 procent. Vooral de prijzen van oliën, vis, zuivelproducten, brood en granen en vlees zijn de afgelopen maanden sterk gestegen, met als opvallende uitschieters in januari frituurolie, eieren, margarine en plantaardige vetten, magere, halfvolle en volle melk en boter. Allemaal producten die deze maand een kwart tot zelfs een derde duurder waren dan een jaar geleden.
Opvallend ook: dat zijn bijna allemaal producten die je als basisvoeding kan bestempelen. “De energiecrisis lijkt een voedings(prijs)crisis te zijn geworden”, concludeer
Producten als eieren, magere, halfvolle en volle melk en boter waren deze maand een kwart tot een derde duurder dan
een jaar geleden