Honderd dagen premier maar geen reden tot vieren
Wordt Rishi Sunak de Conservatieve Britse premier die de macht moet overdragen aan Labour? Net als John Major, met wie hij na honderd dagen in Downing Street 10 vergeleken wordt, omdat die ook geen vat kreeg op de schandalen.
Tory Sleaze. De term dateert uit de jaren negentig, maar duikt deze dagen veelvuldig op als er over de Conservatieve partij wordt bericht. Hij verwijst naar de jaren dat John Major premier was in het Verenigd Koninkrijk, in opvolging van Margaret Thatcher. Major was in vele opzichten de antipode van de Iron Lady. Hij was saai, maar keurig. En hij stuurde zijn partij weer naar het centrum, weg van het harde euroscepticisme. Maar Major erfde een diep verscheurde partij die de schandalen opstapelde. Hij bleek daar niet tegen opgewassen. Bij de verkiezingen van 1997 ging de macht naar Tony Blair, toen een jonge god die Labour weghaalde uit de rode hoek.
Ondergaat Rishi Sunak volgend jaar een gelijkaardig lot? Westminster-watchers houden rekening met dat scenario. Voormalig minister van Financiën George Osborne ziet parallellen. “Net als Sunak was Major toegewijd en aardig, maar hij kon de neerwaartse spiraal waarin de partij terechtkwam, niet keren”, zei hij zondag aan Channel 4.
Toen Sunak op 25 oktober voor het eerst het land toesprak als premier, had hij een simpele boodschap: “Deze regering zal op elk niveau integriteit, professionalisme en verantwoordelijkheid uitdragen.” Na de chaos van Boris Johnson en de incompetentie van Liz Truss leek het Verenigd Koninkrijk weer in veilige handen. Als minister van Financiën had Sunak de Britten door de coronacrisis geleid. Daarvoor wilden ze hem wel een beetje krediet geven. Tegelijk twijfelden velen of hij in staat zou zijn de partij weer op orde te krijgen en de desastreuze economie recht te trekken. Honderd dagen later lijken de sceptici gelijk te krijgen. De partij gaat gebukt onder schandalen en Sunak lijkt niet daadkrachtig genoeg om orde op zaken te stellen. Zelfs als hij ingrijpt, houdt de kritiek aan. Osborne: “Sunak weet dat bij elke week die passeert en bij elk nieuw schandaal, zijn kansen om in te grijpen kleiner worden.”
Dat werd gisteren opnieuw duidelijk. De premier was naar het noordoosten van Engeland gereisd voor een bezoek aan een ziekenhuis. Hij had een plan op zak om de zieltogende National Health Service te helpen. De komende twee jaar wil hij 1 miljard pond investeren. Dat is goed voor 800 nieuwe ambulancewagens en 5.000 extra ziekenhuisbedden. Een druppel op een hete plaat, vinden de dokters. Maar Sunak kreeg gisteren vooral vragen over het ontslag van Nadhim Zahawi, de voorzitter van de Conservatieve partij. Die was zondag gedwongen opgestapt wegens “belastingperikelen”. De man die een tijdje minister van Financiën was, bleek zijn belastingen niet keurig betaald te hebben. Vorige week raakte bekend dat hij daarvoor een schikking van omgerekend 5,4 miljoen euro had getroffen, inclusief een boete van een miljoen. Iedereen wilde weten waarom het vervolgens weken duurde voor Sunak hem de bons gaf. Twee weken geleden nog prees hij hem zelfs de hemel in. Toch waren de geruchten toen al oorverdovend. Sunak hield vol dat hij de correcte procedure had gevolgd en dat hij alles zou doen om de “integriteit van de politiek te herstellen”.
Maar of de kiezers dat nog geloven, is twijfelachtig.
Foute keuzes
Sunak maakt niet de beste keuzes in zijn personeelsbeleid. Zijn ploeg was nauwelijks aangetreden of een van zijn ministers moest opstappen na beschuldigingen van pesterijen. Waarom hij Gavin Williamson überhaupt nog een kans had gegeven om twee weken lang minister van Onderwijs te worden, weet niemand. De man had de voorbije jaren een ijzersterke reputatie als brokkenpiloot opgebouwd. Idem voor Dominic Raab, Sunaks vicepremier. Ook hij wordt beschuldigd van pesterijen. Suella Braverman mocht dan weer minister van Binnenlandse Zaken worden terwijl zelfs Liz Truss haar aan de kant had geschoven omdat ze vertrouwelijke informatie had gedeeld via haar privételefoon. Onder Sunak maakte ze een gelijkaardige fout, dit keer zonder consequenties. Ook de lange schaduw van Boris Johnson blijft over de partij hangen. Die kwam vorige week weer in opspraak omdat de voorzitter van de openbare omroep BBC hem geholpen had bij een lening van 800.000 pond. Dat gebeurde kort nadat Johnson – toen nog premier en in zijn privéleven permanent op zoek naar geld – de man als voorzitter had benoemd. Beiden ontkennen dat er een verband is, maar de zaak wordt onderzocht.
Dan zijn er natuurlijk de economische en migratieproblemen. Die zullen bij de gewone Britten zwaarder wegen wanneer die naar de stembus moeten. Er komt geen einde aan de stakingen. Deze week is het de beurt aan de leraren. Vanaf morgen beginnen ze aan een marathon die duurt tot half maart, met nationale en regionale stakingsdagen. Zeker 23.000 scholen worden getroffen. Ook de verpleegkundigen en artsen bereiden nieuwe acties voor, net als de werknemers van het openbaar vervoer. Ook op de illegale oversteek met bootjes van het vasteland naar het VK, krijgen Sunak en Braverman geen vat. Sunak heeft nog even tijd. Pas eind volgend jaar zijn er parlementsverkiezingen. Tegen dan draait de economie misschien weer beter. Maar de problemen van zijn land zijn zo groot dat ze niet helemaal weg zullen zijn. Ook de malaise in de Conservatieve partij is te groot om snel op te lossen. Week na week wordt Sunak minder populair bij de leden van de partij. Toen hij aantrad, stond zijn populariteit op plus 49, vorige week zakte hij bijna onder nul. Slechts vier ministers in zijn regering doen slechter.