Steunactie voor prematuur zoontje van overleden Omar
Bij Nike in Ham zijn collega’s van de overleden Houthalenaar Omar Achadoud een geldinzamelactie gestart om zijn vrouw en zoontje te steunen.
De 33-jarige Achadoud werd nog maar twee weken geleden papa, maar hij overleed vrijdagnacht plots in z’n slaap.
OVERLIJDEN
Omar werkte al zo’n 12 jaar bij Nike in Ham. “Zelf werk ik al 22 jaar bij Nike, in 2010 is Omar in onze nachtshift gestart”, zegt collega Ilhame Lagouireh, die nog steeds niet kan geloven dat Omar er niet meer is. “We hebben 10 jaar lang samen de nachtdienst gewerkt. Twee jaar geleden zijn we overgeschakeld naar de weekenddienst. Meer dan tien jaar heb ik met hem elke dag samengewerkt. We konden heel goed met elkaar opschieten. Dat kon ook niet anders want hij was heel graag gezien door alle collega’s”, aldus Ilhame. Het nieuws sloeg in als een bom bij Nike. “Je kon niet kwaad zijn op Omar. Als hij begon te lachen, dan was dat zo aanstekelijk dat iedereen meelachte. We zijn er kapot van en kunnen nog steeds niet geloven dat hij er niet meer is. Omar was als mijn kleine broertje. Ik heb ook jaren met hem gecarpoold, ik zag hem meer dan mijn eigen familie. Een man uit de duizend. Dat we geen afscheid hebben kunnen nemen, maakt het alleen maar moeilijker.”
Een paar weken geleden werd Omar papa. “Zijn zoontje Idris is te vroeg geboren en daarom ligt hij nog op de prematurenafdeling. Hij was eerst uitgerekend voor februari. Omar keek er zo naar uit om papa te worden. Kort na de bevalling heeft hij ons trots een bericht gestuurd. We hadden het er vorige week nog over dat alle collega’s zo uitkeken naar het babybezoek. Niet te geloven.”
Verschillende collega’s lieten al weten dat ze een centje wilden storten om het jonge gezin van Omar te steunen. “We kunnen ons niet inbeelden hoe zijn vrouw en de familie zich nu moeten voelen. Het minste wat we kunnen doen, is hen onze steun betuigen, ook financieel. Daarom hebben we een geldinzamelactie gestart. De opbrengst zal naar het gezin van Omar gaan, zodat ze weten dat ze er niet alleen voor staan.”
→