“Als wij winnen, doen we ook geen gekke dingen”
De 2-0-nederlaag tegen Club Brugge was het eerste puntenverlies van Antwerp in deze playoffs. Uit het akkefietje met Noa Lang bleek de frustratie bij Toby Alderweireld, maar de aanvoerder oogde niet terneergeslagen. Een paar uur later stond Antwerp plots op één zege van de titel. Zondag winnen tegen Union en het is kampioen.
In de catacomben van het Jan Breydelstadion passeert elke speler van de bezoekers langs de journalisten op weg naar de bus - een droomscenario voor de pers -, maar de spelers van de Great Old hadden duidelijke instructies gekregen. Enkel de door de perschef aangeduide spelers mochten interviews geven. Vermeeren, Janssen, Bataille, De Laet: we probeerden keer op keer tevergeefs. Toby Alderweireld mocht wel babbelen. Omdat hij toch niet de minste is: de aanvoerder integraal.
Hoe hard komt deze 2-0-nederlaag aan?
“Zoals altijd: er is veel ontgoocheling. Dat moet ook. Maar laten we vooral niet vergeten dat verliezen erbij hoort. Het is nu zaak om de knop om te draaien.”
Jullie waren niet goed.
(knikt) “Het was inderdaad onze minste wedstrijd in deze playoffs. We toonden niet genoeg kwaliteit aan de bal.”
Vooral voor de rust waren jullie voorzichtig. Een beetje te?
“We hadden alles onder controle tot de 1-0. Ik denk dat er ook genoeg momenten waren om tot mogelijkheden te komen, maar het was telkens net niet. We maakten de foute keuzes of waren onzuiver in de zone van de waarheid. Dan kun je een sterke tegenstander als Club niet in de problemen brengen. We hebben daardoor amper kansen gecreeerd. We hebben een jonge groep, het is geen verwijt. Soms zit het tegen. Het was zo’n dag.”
Jullie tonen normaal gezien altijd veel grinta. Akkoord dat dat deze keer minder was?
“Goh… Zeker naar het einde van de match toe konden we op dat gebied wel onze voet naast Club zetten. En in de eerste helft ook. Maar aan de bal was het niet goed genoeg.”
Had je het gevoel dat Club op revanche teerde?
“Elke ploeg wil tegen ons winnen.
Dat is normaal als je een favoriet voor de prijzen bent en al de beker binnenhaalde. We moeten ons erop instellen dat de anderen zich willen tonen tegen ons. Tot dusver hebben we dat altijd goed gedaan, nu was het minder.”
Wat neem je mee van deze nederlaag?
“Ik wil deze wedstrijd even laten sudderen in mijn hoofd, dan analyseren we achteraf wel. Maar we moeten sowieso rustig blijven. Toen we drie keer wonnen, was er geen euforie. Nu moeten we dit ook niet dramatiseren: er is nog niks verloren.”
Jij bent zeer ervaren, weet hoe het werkt. Hoe moeilijk wordt het om ook de anderen van dat standpunt te overtuigen?
(vol overtuiging) “Mentaal zijn we heel sterk. Wat we nu niet moeten doen, is onszelf de dieperik in praten. Het is wel belangrijk om te reageren. Ons spel moet beter, we moeten ons niveau opkrikken.”
Kan deze groep om met de stijgende stress?
“Ik denk het wel. We zijn altijd kalm gebleven. Vergis je niet: er is elke week druk. We hebben al laten zien daarmee om te kunnen. (benadrukt) We hebben negen op twaalf, hé. Op voorhand had ik daarvoor getekend. En we kunnen nog steeds de dubbel pakken, dus…”
Wat gebeurde er tijdens dat akkefietje met Noa Lang?
“Jullie hebben het wel kunnen zien… Ik had misschien niet moeten reageren, maar goed. Daar blijft bij mij niks van hangen.”
Lang ging op de bal staan: dat vond jij niet oké?
“Het was onnodig, snap je? Als wij winnen, dan doen we ook geen gekke dingen om te provoceren. Club heeft verdiend gewonnen, allemaal goed en wel, maar je moet ons niet uitdagen. Dat wilde ik even aangeven.”
Het was een gebrek aan respect?
“Ik doe daar geen uitspraken over. Voor mij is het al voorbij.”
Wat heb je hem gezegd?
“Dat hij dat niet moet doen als je een grote speler bent. Ik wil Club gerust proficiat wensen, wij hadden beter moeten doen, maar op deze manier… Het zijn emoties.”
Lang zei achteraf dat je hem beter had aangepakt in duel in plaats van hem als een baby bij zijn kraag te pakken.
(schiet in de lach) “Daar heb ik niks over te zeggen.”
Misschien een geluk voor Lang dat je het niet op die manier hebt aangepakt?
(grijnst veelzeggend) “Ik heb mijn zeg gedaan, jongens.”
Hadden jullie een flitsenspeler als Lang kunnen gebruiken in wat lange tijd een gesloten match was?
“Ik ben heel tevreden over onze buitenspelers, ze hebben dit seizoen al meermaals het verschil gemaakt. Dat zullen ze zondag tegen Union weer doen. Op de Bosuil kunnen we altijd iets meer… Er is echt geen reden tot paniek.”
Tot slot: op welk resultaat hoop je in Genk-Union?
“Een gelijkspel (dat er ook effectief kwam, nvdr.). Dan kunnen we het volgende week voor de eigen fans afmaken. Op de Bosuil kunnen we altijd iets meer…”