“We hebben een Volkswagen versleten op zoek naar kapelletjes”
Net geen tien jaar lang brachten Maria en haar – intussen overleden – compagnon Dries Vlaamse kapelletjes in kaart, stafkaart bij de hand. Vandaag rekent het platform ‘Kapelletjes in Vlaanderen’ op het grote publiek om hun levenswerk af te maken.
ERFGOED
Waar men gaat langs Vlaamse wegen, komt men kapellekes tegen. Vaak ter ere van de heilige Maria, soms ook voor Sint-Jozef of Jezus’ Heilig Hart. Erfgoed dat niet kan ontbreken in de update van de Vlaamse canon. Alleen weet niemand heel precies hoeveel kapelletjes er nu zijn. Daarom is het platform ‘Kapelletjes in Vlaanderen’ opgericht, met steun van onder meer de KU Leuven en de Vlaamse overheid: een online databank die vanaf deze week door elke burger met een smartphone kan worden aangevuld. Het is burgerwetenschap die moet leiden tot de ultieme kapelletjesinventaris, van Adinkerke tot Zutendaal.
Maar geen onderneming die van nul vertrekt – bijlange niet. Duizenden kapelletjes zijn al gefotografeerd en gelokaliseerd, dankzij het werk van twee pioniers. Oudmilitair Dries Clauwaert begon in 1998 vrijwillig te registreren toen hij fietsend tussen Meldert en Leuven veertien kapelletjes en nisjes opmerkte, in ’99 sloot Maria Van Heukelom zich bij Clauwaerts missie aan. Zonder dat daar ooit grote ruchtbaarheid aan werd gegeven.
Maria of Marieke Van Heukelom is inmiddels 87, en hoorbaar blij dat we haar bellen. Op het nieuwe platform is haar verdienste te weinig benadrukt. “Terwijl het toch Dries en ik zijn die hiermee begonnen zijn. Dankzij een gemeenschappelijke vriendin kende ik hem. Op een begrafenis kwamen we elkaar tegen. Ik heb een plan, zei hij. Hij was al begonnen met zijn kapellekes per velo, maar had geen auto, en ik wel. Ik wou meedoen, op voorwaarde dat ik ermee zou stoppen als het me niet aanstond. Zo zijn Dries en ik in mijn nieuwe Volkswagen Polo het land beginnen rond te rijden. Op zoek naar onder andere kapelletjes die al ‘gekend’ waren op topografische kaarten van Vlaanderen die we in Brussel zijn gaan halen. Niet omdat Dries zo gelovig was, dat ben ik meer. Maar hij fotografeerde graag. En met je pensioen moet je iets doen. Ik was lang boekhoudster geweest.”
Boterhammen
“Twee keer per week reden we uit. Met onze boterhammen mee. Gemiddeld fotografeerden we per dag tussen de twintig en veertig kapelletjes. Je komt op plaatsen waar je normaal niet komt. Doodlopende wegen die niet op onze TomTom stonden (een gps-systeem, nvdr.), modderwegels... Ik weet nog hoe we aan boeren moesten vragen om ons eruit te halen. Als een kapelletje op een kasteeldomein lag, sprong Dries over de haag om gauw een foto te maken, en weer te verdwijnen. Het klinkt nu misschien niet zo, maar eigenlijk was dat zoeken naar kapelletjes echt plezant. Van 1999 tot 2007 zijn we het uiteindelijk blijven doen. Op het einde viel mijn Volkswagen uiteen, na al die duizenden kilometers samen. En op een dag word je zelf te oud ook. Toen zijn we ermee gestopt.” Hun werk was ook af, zegt Maria. Alle ‘officiële’ kapelletjes vanop de stafkaarten waren geïnventariseerd, en nog een hoop niet-gekende erbij die zij of Dries
onderweg spotten.
Coronaslachtoffer
Toen ze ermee ophielden, was Maria net zeventiger, en Dries twee jaar jonger. Stafkaarten en fototoestel schoven onvermijdelijk aan de kant. In 2020 sloeg het noodlot toe. Haar jarenlange compagnon Dries Clauwaert was bij de vroege coronadoden. Bij de organisatie achter het nieuwe kapelletjesplatform is te horen dat het Clauwaerts broer was die enkele weken geleden de papieren inventaris van Dries en Maria overhandigde. Goed voor gegevens over meer dan 13.000 kapelletjes van Adinkerke (zeven stuks) tot Zutendaal (zestien). Maria is vereerd dat het levenswerk van haar en Dries nu verdergezet wordt. Al wil ze nog zien hoeveel meer kapelletjes door het grote publiek in kaart kunnen worden gebracht. Bij expertisecentrum Parcum vermoedt men dat er in heel Vlaanderen meer dan 15.000 boom-, staak- en andere kapelletjes zijn. Het nieuwe platform roept ook op om ontstaansgeschiedenissen bij kapelletjes te delen. Ook daar kan Maria zich in vinden. “En als je kijkt naar de ontstaansgeschiedenis van onze inventaris”, zegt ze, “zou het eigenlijk mooi zijn mocht er ook vandaag een koppel zijn dat op onderzoek wil uittrekken. Ik kan het alleszins aanraden, het kan fantastisch zijn.”
→ www.kapelletjes.be