Zo haal je het meest uit je woon-werkverkeer
Nu we weer vaker naar kantoor pendelen, sta je maar beter stil bij de kosten van je woon-werkverkeer. Ook bij het invullen van je belastingaangifte. Hoe je heen en weer pendelt en hoe ver je woont, bepaalt hoeveel je als beroepskosten kan aftrekken.
Voor de meesten onder ons maken de kosten voor woon-werkverkeer het leeuwendeel van de werkelijke beroepskosten uit. Toch zal je al vrij veel kilometers moeten afleggen om voordeliger uit te komen dan met het zogeheten ‘kostenforfait’, waar elke werknemer automatisch recht op heeft voor zijn persoonlijke verplaatsingskosten van en naar het werk. De fiscus berekent dat forfait op basis van je beroepsinkomen en trekt dat automatisch af bij de berekening van je belastingen.
Van welk ‘wettelijk kostenforfait’ moet ik uitgaan?
Voor werknemers wordt het kostenforfait berekend volgens een vast tarief van 30 procent van het belastbaar beroepsinkomen, weliswaar met een plafond van 5.040 euro. Je zit al aan dat maximum bij een inkomen van 16.800 euro. Wie een eindje van zijn werk woont, mag aan dat forfait nog een bedrag toevoegen: 75 euro voor wie minstens 75 kilometer van het werk woont, 125 euro vanaf 101 kilometer en 175 euro vanaf 125 kilometer. “Let wel: die bijtelling gebeurt niet automatisch. Je moet zelf het aantal kilometers voor een enkele rit invullen bij code 1256/2256 in vak IV”, zegt Pieter Debbaut, fiscaal adviseur bij Liantis en hoofdredacteur van de Belastinggids van Pelckmans. “Doe dat ook als je een vooraf ingevuld ‘voorstel van vereenvoudigde afrekening’ hebt gekregen, want de fiscus vult die post niet vooraf in.”
En wat als ik de werkelijke kosten wil inbrengen?
Voor je je rekenmachine bovenhaalt, moet je eerst nagaan of je werkgever financieel al dan niet tussenbeide komt in de kosten van het afgelegde woon-werkverkeer. Want als dat het geval is, verlies je het recht op vrijstelling voor die tussenkomst wanneer je je werkelijke kosten aangeeft (die tussenkomst wordt dan bij je andere beroepsinkomsten gevoegd en mee belast). Het gaat om het volledige bedrag voor wie het openbaar vervoer gebruikt of maximaal 430 euro voor elk ander vervoermiddel (met uitzondering van de fiets). Het bedrag van de vrijstelling is al vooraf ingevuld in Tax-on-web (code 1255/2255 in vak IV). Om je een idee te geven: iemand met een belastbaar inkomen van 10.000 euro die 220 dagen per jaar op en af rijdt, moet al op minstens 46 kilometer (enkele reis) van zijn werk wonen om beter af te zijn dan met het kostenforfait, zo becijferde Test Aankoop. Voor een belastbaar jaarloon van 12.000 euro is dat al 56 km, voor 14.000 euro al 64 km en vanaf 16.800 euro moet je al op 77 km wonen om voordeliger af te zijn. En eigenlijk moet je daar nog wat extra kilometers bijtellen omdat je het recht op vrijstelling van maximaal 430 euro kwijtspeelt.
Het heeft dus maar zin om je werkelijke beroepskosten af te trekken als die hoger zijn dan de som van het wettelijke kostenforfait, de vrijstelling van de tussenkomst van de werkgever in het woon-werkverkeer en het (eventuele) extraatje voor verre verplaatsingen. Geef je toch je werkelijke kosten aan, maar ligt dat bedrag lager dan het wettelijk forfait, dan zal de administratie automatisch de voor jou voordeligste formule toepassen.
Welke bedragen mag ik in mindering brengen?
Met de eigen auto
Voor elke afgelegde kilometer van en naar het werk mag je 0,15 euro aftrekken. “De fiscus interpreteert het concept ‘eigen auto’ vrij breed”, zegt Pieter Debbaut. “De auto mag ook op naam staan van de partner met wie je gehuwd bent of wettelijk samenwoont, of van je vader of moeder zijn. Ook een huurauto of een wagen van een deelplatform kan, maar zorg wel dat je dat kunt bewijzen mocht de fiscus je erom vragen.” Sommige mensen kiezen niet per se het kortste traject, maar het snelste of het veiligste. “Daar mag de fiscus niet moeilijk over doen. Maar een omweg maken om je kinderen naar school te brengen, dat mag niet: in principe moet je die kilometers van je woon-werktraject
in
mindering
Met een bedrijfswagen
Ook wie met een bedrijfswagen rijdt, kan kosten voor het woon-werkverkeer aangeven (tegen 0,15 euro per kilometer), maar dan mag het totaalbedrag nooit hoger zijn dan het belastbaar voordeel van alle aard (VVA) waarop de belasting voor het privégebruik van de bedrijfswagen wordt berekend. “Zeker voor de elektrische en pluginhybride bedrijfswagens zal het dus niet de moeite lonen om voor de werkelijke kostenaftrek te opteren”, zegt de fiscalist. Stel dat je op 45 km van kantoor woont, dan mag je 0,15 euro x 45 kilometer x 2 trajecten per dag x (pakweg) 200 werkdagen = 2.700 euro aftrekken. “In dit geval blijf je een flink eind onder het wettelijke kostenforfait van 5.040 euro en is het sop de kool niet waard”, zegt Pieter Debbaut.
Wat als ik niet met de auto ga?
Optie 1: forfait per km
Rij je van en naar het werk met de fiets, dan heb je recht op 0,25 euro per kilometer. Maak je daarentegen gebruik van eender welk ander transportmiddel (motor, openbaar vervoer, zelfs te voet), dan past de fiscus een forfait van 0,15 euro per afgelegde kilometer toe. Let wel: anders dan bij de auto, waar het aantal kilometers dat je mag afleggen onbeperkt is, is er voor de andere voertuigen – inclusief de fiets – een bovengrens van 100 kilometer enkele rit tussen je woon- en werkplaats.
Optie 2: onkosten bewijzen
brengen.”
Toegegeven, het vergt enige discipline, want je moet van al je uitgaven bewijsjes bijhouden (onderhoudsboekje en -facturen, brandstoftickets, vervoerbewijzen of abonnement voor het openbaar vervoer, enz.), rekening houden met de ‘afschrijving’ van je aankopen (een auto bijvoorbeeld vijf jaar, motoraccessoires bijvoorbeeld drie jaar) en dan ook nog eens de kilometers voor het woon-werkverkeer scheiden van de privékilometers. Bovendien is het risico van een belastingcontrole of discussie met de fiscus groter. Maar misschien valt het bedrag dat je mag aftrekken (de som van alle kosten, vermenigvuldigd met het aantal woon-werkkilometers en gedeeld door het totale aantal kilometers dat je hebt afgelegd), hoger uit.
En wat met de vergoedingen die ik krijg van mijn baas?
Als je van je werkgever een vergoeding krijgt voor je woon-werkverplaatsingen, dan moet je die aangeven bij code 1254/2254. Indien je gebruikmaakt van het wettelijk forfait, is de vergoeding die je ontvangt voor het gebruik van het openbaar vervoer (trein, tram, bus) volledig vrijgesteld van belastingen. Voor andere vervoersmiddelen geldt een vrijstelling tot 430 euro. “Deze vrijstelling staat al vooraf ingevuld in Tax-on-web en op het voorstel van vereenvoudigde aangifte, maar het blijft altijd aangewezen om te controleren of de vrijstelling correct is berekend”, stelt Debbaut.
Geef je daarentegen je werkelijke kosten aan, dan zijn deze vergoedingen niet vrijgesteld: ze worden dan bij je andere inkomsten gevoegd en belast.
Voor het gebruik van een (bedrijfs)fiets voor woon-werkverkeer is de vergoeding vrijgesteld tot 0,25 euro per kilometer (het surplus is dus belastbaar). “Deze vrijstelling geldt ongeacht of je kiest voor het wettelijk forfait dan wel je werkelijke kosten aangeeft”, aldus nog de fiscalist.
nu een deadline gekregen om een punt te zetten achter de overdracht van gebruikersgegevens naar de Verenigde Staten. Meta is van plan om tegen de boete – de hoogste die in Europa ooit voor zulke overtredingen is gegeven – in beroep te gaan.