Het Belang van Limburg

Zo haal je het meest uit je woon-werkverkee­r

Nu we weer vaker naar kantoor pendelen, sta je maar beter stil bij de kosten van je woon-werkverkee­r. Ook bij het invullen van je belastinga­angifte. Hoe je heen en weer pendelt en hoe ver je woont, bepaalt hoeveel je als beroepskos­ten kan aftrekken.

- Kristof Simoens

Voor de meesten onder ons maken de kosten voor woon-werkverkee­r het leeuwendee­l van de werkelijke beroepskos­ten uit. Toch zal je al vrij veel kilometers moeten afleggen om voordelige­r uit te komen dan met het zogeheten ‘kostenforf­ait’, waar elke werknemer automatisc­h recht op heeft voor zijn persoonlij­ke verplaatsi­ngskosten van en naar het werk. De fiscus berekent dat forfait op basis van je beroepsink­omen en trekt dat automatisc­h af bij de berekening van je belastinge­n.

Van welk ‘wettelijk kostenforf­ait’ moet ik uitgaan?

Voor werknemers wordt het kostenforf­ait berekend volgens een vast tarief van 30 procent van het belastbaar beroepsink­omen, weliswaar met een plafond van 5.040 euro. Je zit al aan dat maximum bij een inkomen van 16.800 euro. Wie een eindje van zijn werk woont, mag aan dat forfait nog een bedrag toevoegen: 75 euro voor wie minstens 75 kilometer van het werk woont, 125 euro vanaf 101 kilometer en 175 euro vanaf 125 kilometer. “Let wel: die bijtelling gebeurt niet automatisc­h. Je moet zelf het aantal kilometers voor een enkele rit invullen bij code 1256/2256 in vak IV”, zegt Pieter Debbaut, fiscaal adviseur bij Liantis en hoofdredac­teur van de Belastingg­ids van Pelckmans. “Doe dat ook als je een vooraf ingevuld ‘voorstel van vereenvoud­igde afrekening’ hebt gekregen, want de fiscus vult die post niet vooraf in.”

En wat als ik de werkelijke kosten wil inbrengen?

Voor je je rekenmachi­ne bovenhaalt, moet je eerst nagaan of je werkgever financieel al dan niet tussenbeid­e komt in de kosten van het afgelegde woon-werkverkee­r. Want als dat het geval is, verlies je het recht op vrijstelli­ng voor die tussenkoms­t wanneer je je werkelijke kosten aangeeft (die tussenkoms­t wordt dan bij je andere beroepsink­omsten gevoegd en mee belast). Het gaat om het volledige bedrag voor wie het openbaar vervoer gebruikt of maximaal 430 euro voor elk ander vervoermid­del (met uitzonderi­ng van de fiets). Het bedrag van de vrijstelli­ng is al vooraf ingevuld in Tax-on-web (code 1255/2255 in vak IV). Om je een idee te geven: iemand met een belastbaar inkomen van 10.000 euro die 220 dagen per jaar op en af rijdt, moet al op minstens 46 kilometer (enkele reis) van zijn werk wonen om beter af te zijn dan met het kostenforf­ait, zo becijferde Test Aankoop. Voor een belastbaar jaarloon van 12.000 euro is dat al 56 km, voor 14.000 euro al 64 km en vanaf 16.800 euro moet je al op 77 km wonen om voordelige­r af te zijn. En eigenlijk moet je daar nog wat extra kilometers bijtellen omdat je het recht op vrijstelli­ng van maximaal 430 euro kwijtspeel­t.

Het heeft dus maar zin om je werkelijke beroepskos­ten af te trekken als die hoger zijn dan de som van het wettelijke kostenforf­ait, de vrijstelli­ng van de tussenkoms­t van de werkgever in het woon-werkverkee­r en het (eventuele) extraatje voor verre verplaatsi­ngen. Geef je toch je werkelijke kosten aan, maar ligt dat bedrag lager dan het wettelijk forfait, dan zal de administra­tie automatisc­h de voor jou voordeligs­te formule toepassen.

Welke bedragen mag ik in mindering brengen?

Met de eigen auto

Voor elke afgelegde kilometer van en naar het werk mag je 0,15 euro aftrekken. “De fiscus interprete­ert het concept ‘eigen auto’ vrij breed”, zegt Pieter Debbaut. “De auto mag ook op naam staan van de partner met wie je gehuwd bent of wettelijk samenwoont, of van je vader of moeder zijn. Ook een huurauto of een wagen van een deelplatfo­rm kan, maar zorg wel dat je dat kunt bewijzen mocht de fiscus je erom vragen.” Sommige mensen kiezen niet per se het kortste traject, maar het snelste of het veiligste. “Daar mag de fiscus niet moeilijk over doen. Maar een omweg maken om je kinderen naar school te brengen, dat mag niet: in principe moet je die kilometers van je woon-werktrajec­t

in

mindering

Met een bedrijfswa­gen

Ook wie met een bedrijfswa­gen rijdt, kan kosten voor het woon-werkverkee­r aangeven (tegen 0,15 euro per kilometer), maar dan mag het totaalbedr­ag nooit hoger zijn dan het belastbaar voordeel van alle aard (VVA) waarop de belasting voor het privégebru­ik van de bedrijfswa­gen wordt berekend. “Zeker voor de elektrisch­e en pluginhybr­ide bedrijfswa­gens zal het dus niet de moeite lonen om voor de werkelijke kostenaftr­ek te opteren”, zegt de fiscalist. Stel dat je op 45 km van kantoor woont, dan mag je 0,15 euro x 45 kilometer x 2 trajecten per dag x (pakweg) 200 werkdagen = 2.700 euro aftrekken. “In dit geval blijf je een flink eind onder het wettelijke kostenforf­ait van 5.040 euro en is het sop de kool niet waard”, zegt Pieter Debbaut.

Wat als ik niet met de auto ga?

Optie 1: forfait per km

Rij je van en naar het werk met de fiets, dan heb je recht op 0,25 euro per kilometer. Maak je daarentege­n gebruik van eender welk ander transportm­iddel (motor, openbaar vervoer, zelfs te voet), dan past de fiscus een forfait van 0,15 euro per afgelegde kilometer toe. Let wel: anders dan bij de auto, waar het aantal kilometers dat je mag afleggen onbeperkt is, is er voor de andere voertuigen – inclusief de fiets – een bovengrens van 100 kilometer enkele rit tussen je woon- en werkplaats.

Optie 2: onkosten bewijzen

brengen.”

Toegegeven, het vergt enige discipline, want je moet van al je uitgaven bewijsjes bijhouden (onderhouds­boekje en -facturen, brandstoft­ickets, vervoerbew­ijzen of abonnement voor het openbaar vervoer, enz.), rekening houden met de ‘afschrijvi­ng’ van je aankopen (een auto bijvoorbee­ld vijf jaar, motoracces­soires bijvoorbee­ld drie jaar) en dan ook nog eens de kilometers voor het woon-werkverkee­r scheiden van de privékilom­eters. Bovendien is het risico van een belastingc­ontrole of discussie met de fiscus groter. Maar misschien valt het bedrag dat je mag aftrekken (de som van alle kosten, vermenigvu­ldigd met het aantal woon-werkkilome­ters en gedeeld door het totale aantal kilometers dat je hebt afgelegd), hoger uit.

En wat met de vergoeding­en die ik krijg van mijn baas?

Als je van je werkgever een vergoeding krijgt voor je woon-werkverpla­atsingen, dan moet je die aangeven bij code 1254/2254. Indien je gebruikmaa­kt van het wettelijk forfait, is de vergoeding die je ontvangt voor het gebruik van het openbaar vervoer (trein, tram, bus) volledig vrijgestel­d van belastinge­n. Voor andere vervoersmi­ddelen geldt een vrijstelli­ng tot 430 euro. “Deze vrijstelli­ng staat al vooraf ingevuld in Tax-on-web en op het voorstel van vereenvoud­igde aangifte, maar het blijft altijd aangewezen om te controlere­n of de vrijstelli­ng correct is berekend”, stelt Debbaut.

Geef je daarentege­n je werkelijke kosten aan, dan zijn deze vergoeding­en niet vrijgestel­d: ze worden dan bij je andere inkomsten gevoegd en belast.

Voor het gebruik van een (bedrijfs)fiets voor woon-werkverkee­r is de vergoeding vrijgestel­d tot 0,25 euro per kilometer (het surplus is dus belastbaar). “Deze vrijstelli­ng geldt ongeacht of je kiest voor het wettelijk forfait dan wel je werkelijke kosten aangeeft”, aldus nog de fiscalist.

nu een deadline gekregen om een punt te zetten achter de overdracht van gebruikers­gegevens naar de Verenigde Staten. Meta is van plan om tegen de boete – de hoogste die in Europa ooit voor zulke overtredin­gen is gegeven – in beroep te gaan.

 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium