Limburgs-Limburgse grens in negentig foto’s
Fotograaf Jef Hermans uit Hees heeft de grens van Belgisch- met Nederlands-Limburg vastgelegd in negentig foto’s. “Omdat de uiterlijke sporen van onze grens stilaan verdwijnen. Jongeren kunnen zich dat niet meer voorstellen.”
In een ideale wereld is er geen grens. Of is dat hooguit een denkbeeldige lijn. Natuur trekt zich geen ene moer aan van territoriale afspraken tussen landen. Zelfs al ging er een oorlog aan vooraf. Zo ook met die oude, vervagende grens tussen Nederlandsen Belgisch-Limburg. En toch zijn er sporen. Allerhande. De nu beschermde grenspalen uiteraard, maar ook vroegere douanekantoren of gewoonweg ineens compleet ander straatmeubilair. Tot zelfs een strook niet gemaaid gras in het niemandsland tussen Kanne en Neercanne, tussen België en Nederland.
Geen tierlantijnen
Die harde 130 kilometer lange grens van weleer vervelt geleidelijk aan met de tijd. Pas in 1843, na die pijnlijke scheiding van de beide Limburgen, werd ze, net als de rest van de Belgische grens met Nederland, vastgelegd met gietijzeren, genummerde grenspalen. Honderdvijftig jaar later, sinds het Verdrag van (uitgerekend) Maastricht, zal Europa zijn binnengrenzen opheffen. “Hier op deze weg tussen Veldwezelt en Maastricht heb ik op het midden van de baan nog een hokje met twee slagbomen weten staan. Jongeren van 20-25 jaar kunnen zich dat nu niet meer voorstellen”, zegt Jef Hermans (70). Ook vaak onbedoelde sporen heeft amateurfotograaf Jef, die als oud-leraar een opleiding kunstfotografie heeft gevolgd, in beeld gezet met zijn Leica Q2. Hij doet dat sec. Zonder tierlantijnen. Zonder verbloemingen. Zoals in Smeermaas: een achterafweggetje bekeken vanuit Nederlands standpunt. De grens wordt gemarkeerd door twee amsterdammertjes. Het laatste wat er staat op Nederlands grondgebied is een afvalcontainer. Aan de Belgische zijde zie je dan weer een nette woonstraat blinken. “In het algemeen ziet de Nederlandse zijde er vaak een beetje meer verzorgd uit, maar dat is zeker niet altijd zo.” Daar gaat weer een vooroordeel.
Louis van de Paol
Wat je ziet, is wat je krijgt bij Jef Hermans. Ook al is een grens vaak een morsige plek. Niet meteen Instagrammable. En toch heeft hij die hele Limburgs-Limburgse grens, van Teuven in Voeren met Slenarken (grenspaal 14) tot Lozen in Bocholt met Budel (grenspaal 169) vorig jaar afgereisd. Te voet, met de fiets en soms ook met de auto. “Ik ben van Hees, van de grensstreek. Het hele grensgebeuren heb ik zien leven en zien verdwijnen. En dat heeft mijn nieuwsgierigheid geprikkeld. Wat kom je nog tegen?” Vlaggenmasten bijvoorbeeld. Maar dan zonder vlag. Ook hier in Veldwezelt is het oude grenskantoor, vlak bij een horecazaak die niet voor niets de naam Grensstube heeft, omgebouwd tot een gerieflijk ogende woning. Net als in De Plank, Smeermaas, Kinrooi en andere grensdorpen is gebeurd. Maar vlaggen en wimpels? Neen, die zijn er niet meer.
Nog zoiets: slagbomen. Nochtans een zeer geliefd instrument bij douaniers indertijd. Al lang weg. Verdwenen. Leve het vrije Europa. Tussen Lozen en Budel heeft iemand zijn huis Louis van de Paol gedoopt. “Een verwijzing naar de familie Ceyssens die bij de grenspaal zowel een expeditiebedrijf, logementshuis als een café uitbaatte.”
Grensmaas
Een ferm stuk van onze Limburgs-Limburgse grens is natuurlijk de Grensmaas. “Voorbij Maastricht tot net voor Kessenich is het midden van de Maas de grens. Maar door overstromingen kon de Maas wel eens van bedding verschuiven. Om die grens vast te leggen hebben ze aan beide zijden van de Grensmaas op voldoende afstand van de Maas grenspalen gezet. Het midden van die lijn is dan de grens.” Na eerdere gesmaakte fototentoonstellingen over dorpskermissen, over de vluchtweg van zijn ouders in mei 1940 of over die vijftien nationaliteiten in zijn eigenste dorpje Hees, wil Jef Hermans opnieuw de boer op. Negentig foto’s heeft hij geselecteerd. “Ja, ik zou graag opnieuw een expo doen. Dat komt wel in orde.”