“Nieuw medicijn om MS te stoppen weer wat dichterbij”
Promotieonderzoek van de Bilzense Melissa Schepers aan de Universiteit Maastricht en Universiteit Hasselt brengt de medische wereld weer een stap dichter bij een medicijn voor Multiple Sclerose door specifieke eiwitten te remmen.
GEZONDHEID
Doctor Melissa Schepers promoveerde maandag met haar onderzoek. “Binnen enkele jaren zal dit onderzoek de behandeling van Multiple Sclerose inderdaad vooruit helpen. Hierdoor is er weer hoop op de ontwikkeling van een nieuw medicijn dat multiple sclerose (MS) kan stoppen of de beperkingen kan herstellen. Maar ook bij ruggenmergletsel, herseninfarcten en zenuwbeschadigingen kan dit mogelijk een meerwaarde bieden. De verdere ontwikkeling van dit type behandeling kan dus van groot belang zijn voor een breed scala aan aandoeningen.”
Veilig medicijn
“In preklinisch onderzoek naar MS ontdekte ons team dat bepaalde stoffen de aanmaak van myeline kunnen herstellen zonder ernstige bijwerkingen. Bij MS kunnen de hersenen steeds minder goed de spieren en organen in het lichaam aansturen. Dat komt door het verlies van myeline, de beschermlaag rondom zenuwcellen die zorgt voor een goede communicatie tussen de hersenen en andere plekken in het lichaam. Bepaalde stoffen kunnen de aanmaak van myeline herstellen en ontstekingsreacties verminderen door de werking van een bepaald eiwit te remmen. Maar dat gaat gepaard met veel bijwerkingen, zoals misselijkheid en overgeven. Daarom ontrafelden we welke subtypen van dat eiwit geremd moeten worden om die bijwerkingen te voorkomen. Op die manier willen we mee een veilig medicijn ontwikkelen dat de schade in de hersenen kan herstellen, broodnodig omdat mensen met MS uiteindelijk ernstige beperkingen ervaren, zoals problemen met zicht, spraak, duizeligheid, lopen en het geheugen.”
Precisieschoten
Het geteste medicijn is een zogenaamde PDE4-remmer, een type medicijn dat eiwitten remt die betrokken zijn bij verschillende processen in het lichaam. “Door twee specifieke subtypen van PDE4 te remmen, blijven de therapeutische effecten behouden zonder de vervelende bijwerkingen. We hoeven dus niet meer met een kanon op PDE te schieten, maar kunnen gericht vuren op de subtypen.”
Jaren
Toch zal het nog enkele jaren duren voor het medicijn op de markt komt. “Bij muizen hebben we veelbelovende resultaten gezien. We brengen nu in kaart welke volgende onderzoeken nodig zijn om te bepalen of het voor mensen een veilige behandeling is. Daarom dragen we onze kennis over aan een bedrijf dat de middelen heeft om uitgebreid onderzoek te doen, met hulp van zowel de Universiteit Maastricht als het biomedisch onderzoeksinstituut (BIOMED) van UHasselt. Als onderzoekers blijven we wel bij elke stap betrokken. Dat is voor mij belangrijk, omdat ik hoop uiteindelijk echt iets te kunnen betekenen voor mensen.”
Het onderzoek gebeurde met middelen van een tUL-beurs, Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaanderen (FWO), MS Stichting Nederland en de Charcot Stichting.