“Groot deel van de Belgen lijkt op reis niks van inflatie te ondervinden”
Zeven op de tien Belgen zullen tussen juni en september op reis vertrekken. Ons budget is dan wel lichtjes gekrompen, maar toch zullen de meeste landgenoten hun reisplannen niet aanpassen vanwege de gestegen levensduurte.
Het leven mag dan wel duurder geworden zijn, op vakantie beknibbelt de Belg nauwelijks. Zeventig procent zegt deze zomer op reis te zullen gaan, blijkt uit de Vakantiebarometer van reisverzekeraar Europ Assistance. Dat is bijna exact dezelfde score als vorig jaar (71 procent), toen onze reislust weer flink gestegen was na de coronazomers van 2020 en 2021. Van de 30 procent die deze zomer níét op reis gaat, geeft driekwart aan om financiële redenen thuis te blijven. De inflatie en gestegen levallend vensduurte hebben een invloed op het reisenthousiasme van bijna negen op de tien vakantiegangers, en drukken ook op ons reisbudget. In 2022 bedroeg dat nog 2.289 euro, nu 2.182 euro, een daling met 107 euro (-4,7 procent). Geen wereldschokkend resultaat, meent Xavier Van Caneghem van Europ Assistance, al is het wel opdat België het enige van de vijftien bevraagde Europese landen is waar het reisbudget daalt. “Een mogelijke verklaring is dat dat budget in 2022 wel sterk gestegen is, met 15 procent. Dat was meer dan in andere landen. Het is dus niet onlogisch dat dat bedrag niet opnieuw gestegen is.” Ondanks het gedaalde budget zegt ‘slechts’ een kwart van de Belgen zijn reisgedrag te zullen aanpassen vanwege de gestegen levensduurte.
“Een groot deel van de Belgen lijkt op reis niets van de inflatie te ondervinden”, zegt Van Caneghem. “Maar anderen zullen misschien maar één in plaats van twee keer op reis gaan, of ze passen hun bestemming en hun vervoerswijze aan, of de activiteiten en excursies waaraan ze deelnemen. Budget is altijd een belangrijke factor geweest, maar dit jaar eens te meer.”
Nog altijd wraakvakantie
Koen van den Bosch, CEO van de Vereniging van Vlaamse Reisbureaus, is toch enigszins verbaasd over de resultaten van de Vakantiebarometer. “37 procent van de Belgen boekt zijn reis via een professionele reisorganisator, en als sector kunnen we enkel vaststellen dat er in de eerste maanden van 2023 veel meer én voor hogere sommen is geboekt dan in 2022. Belgen beknibbelen niet op hun vakantie, integendeel: behoorlijk wat mensen boeken net dit jaar hun ‘bucketlistvakantie’, een ‘wraakvakantie’ na enkele magere coronajaren.”
Toch is 2023 voorlopig nog steeds geen normaal jaar, zegt Van den Bosch. “We hopen eind dit jaar, begin volgend jaar weer de cijfers te halen van voor corona. Als de huidige trends zich voortzetten, moet dat lukken.”
Aflevering
sterk aanwezig.”
Hoe hebben jullie kinderen de verhuizing naar de VS ervaren?
Pieter: “Voor ons zoontje Julien, die 3,5 jaar was toen we hier aankwamen, was dat heel moeilijk. Vooral op school. Hij sprak in het begin nog geen Engels, waardoor hij simpele zaken als ‘ik heb buikpijn’ of ‘ik moet pipi doen’ niet kon zeggen. Door corona moest hij als 3-jarige in de klas dan ook nog eens een mondmasker opzetten waardoor hij zich nóg moeilijker kon uitdrukken. Hij heeft toch een half jaar nodig gehad om zich aan te passen. Maar toen hij het Engels onder de knie had, is hij helemaal opengebloeid. Hij is een echt Amerikaantje geworden en wil nu zelfs geen Nederlands meer spreken. (lacht) Lily heeft zich wel meteen aangepast. Ze was ook nog maar 1 jaar bij de verhuis en besefte eigenlijk nog niet echt dat ze in de VS was.”
Zouden jullie permanent in Cleveland kunnen wonen?
Laurence: “Daarin verschillen we wel wat. Pieter zou hier voor de rest van zijn leven kunnen blijven.”
Pieter (knikt): “Op professioneel vlak zeker. Binnen de geneeskunde is dit het hoogste niveau waar je kan zijn. Maar ik kom ook heel graag terug naar België.”
Wanneer komen jullie terug naar Hasselt?
Laurence: “Ik reis in augustus terug met de kindjes. Zo kunnen ze zich nog een maand aanpassen en weer wat gewoon worden aan het Nederlands voor ze in september opnieuw naar school gaan.”
Pieter: “Ik blijf nog twee maanden langer hier. Tot oktober. Vanaf dan ga ik fulltime aan het werk in het ZOL in Genk.”