Voeren en buurgemeenten geloven in grensoverschrijdend Landschapspark
Drie Nederlands-Limburgse, drie Waalse gemeenten én Voeren steunen opmerkelijk eensgezind de kandidatuur om erkend te worden door Vlaanderen als Landschapspark. Ook financieel. “We slopen grenzen ten voordele van ons mooie landschap.”
LANDSCHAP
Vlaanderen wil tegen eind dit jaar vier Nationale en drie Landschapsparken erkennen. Voor de finale ronde in deze wedstrijd moeten tegen 31 mei alle resterende kandidaten een masteren operationeel plan indienen bij Vlaanderen. Twee jury’s, een voor elk type park, zullen oordelen. Wie erkend wordt, krijgt budgetten om natuur en landschap te verbeteren.
Grensoverschrijdend
Limburg, niet voor niets de groenste provincie van Vlaanderen, heeft kandidaten te over. Even Bosland (kandidaat Nationaal Park) en Nationaal Park Hoge Kempen buiten beschouwing gelaten, kleuren liefst vier van de zeven kandidaturen voor een Landschapspark bronsgroen: Kempen~Broek in het noordoosten, RivierPark Maasvallei in het oosten, Hart van Haspengouw in het zuiden en Grenzeloos Bocagelandschap.
Opvallend: Kempen~Broek, RivierPark Maasvallei, het Zwin in West-Vlaanderen én Grenzeloos Bocagelandschap zijn landsgrensoverschrijdende initiatieven.
Van laatstgenoemde kandidaat is Voeren het hart. Drie Voerense buurgemeenten uit NederlandsLimburg steunen immers mee de kandidatuur: Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem en Vaals. Idem dito voor drie Voerense buurgemeenten uit Wallonië: Dalhem, Aubel en Plombières. Op zich is dat al opmerkelijk, maar Grenzeloos Bocagelandschap is erin geslaagd dat in het totaal liefst zestig Vlaamse, Waalse en Nederlandse overheden en organisaties achter de kandidatuur staan.
Extra cofinanciering
Die opvallende eensgezindheid uit zich zelfs financieel. Vlaanderen vraagt dat lokale overheden uit de gebiedscoalitie de jaarlijkse enveloppe van 611.250 euro voor twintig procent cofinancieren. “We zijn erin geslaagd om daaraan 200.000 euro extra lokale middelen toe te voegen. Dat is gebeurd door de zeven betrokken gemeenten, maar ook door de drie provincies én het Waals Gewest”, zegt Joris Gaens, burgemeester van Voeren. “Dat wijst er toch op dat dit project lokaal gedragen is.
Ondanks al die verschillende grenzen tussen ons, staan onze neuzen in dezelfde richting. Ons dossier is sterk.”
Goede wil
“Dat komt omdat onze belangen gelijklopen”, legt Gaens uit. “We worstelen met dezelfde problemen, net zoals ons landschap hetzelfde is. Sommige problemen kan je maar oplossen als je grensoverschrijdend werkt. Een voorbeeld: met de waterbom van juli 2021 overstroomde ook de Berwijn in Moelingen. De Vlaamse Milieumaatschappij heeft nadien uitstekend werk geleverd om het probleem in Moelingen aan te pakken, maar de VMM kan maar werken op Vlaams grondgebied terwijl de Berwijn voor 95 procent in Wallonië stroomt. Het Landschapspark zou een ideaal instrument kunnen zijn om stroomopwaarts het waterbergend vermogen van de Berwijnvallei te verhogen. Datzelfde geldt ook voor andere rivieren.”
Joris Gaens geeft nog een concreet voorbeeld: “Ons mooie landschap met al zijn hagen, heggen en houtkanten – vandaar het woord bocage – is mee tot stand gebracht door de landbouwers. Wij kennen in onze streek geen grootschalige landbouw waar je kilometers lang rechtdoor kan ploegen. Bij ons zijn de akkers klein, omgeven door hagen en houtkanten. Indien landbouw enkel zou kunnen overleven door grootschalig te boeren, dan willen wij onze boeren financieel helpen. Niet als landbouwers, maar als landschapsbouwers. Hun rol daarin is door studies bewezen. Ook hier is de opvolging bij landbouwbedrijven bedreigd.”
Of taal- en cultuurverschillen geen probleem zijn? “Je hebt het gemerkt tijdens de persconferentie. Er is heel veel goede wil. Als we het niet gezegd krijgen, gebruiken we wel handen en armen. Iedereen doet moeite. Dat maakt het juist mooi. We leven hier in het hart van de Euregio. Grenzen en taal mogen ons niet tegenhouden. We hebben een sterk dossier.”