Turken beslissen in tweede ronde verkiezingen over hun president
Voor wie een einde wilde zien aan Erdogans tijdperk was de stilte op 15 mei ondraaglijk. Met 49,5 procent had de Turkse president Recep Tayyip Erdogan (AKP) net geen meerderheid binnengehaald. Nochtans had het gros van de peilingen hen warm gemaakt voor de overwinning van oppositiekandidaat Kemal Kilicdaroglu (CHP). Dat die bleef steken op 44,9 procent was een zure appel voor zijn kiezers. Nog teleurstellender was zijn afwezigheid die daarop volgde. Kilicdaroglu’s reactie liet uren op zich wachten. Tot een filmpje van tien seconden op Twitter verscheen waarin hij zijn neergeslagen achterban verzekerde dat hij “zal vechten tot het einde.” Morgen zondag moet duidelijk worden hoe dat einde eruitziet. Blijft Erdogan aan de macht ondanks de ingestorte economie, ontspoorde inflatie en de verse herinneringen aan de dodelijke aardbevingen die zijn autoritaire en corrupte beleid hebben benadrukt? Met een verenigde oppositie van zes partijen onder leiding van Kilicdaroglu leek de kans om het tij te keren reëler dan ooit. Maar de steun voor Erdogan blijft groot in het Anatolische hartland. Voor hen - zo is op 14 mei bevestigd met ruim 2,5 miljoen meer stemmen voor Erdogan - luidt het devies: een sterke leider steun je in goede en slechte tijden.
Syrische vluchtelingen
De oppositie gooide de handdoek nog niet in de ring. De voorbije twee weken haalde ze alles uit de kast om terug te slaan. Om de kiezers van de streng-nationalistische Sinan Ogan - de derde presidentskandidaat die 5,2 procent van de stemmen haalde - te enthousiasmeren, beloofde Kilicdaroglu “tien miljoen vluchtelingen terug te sturen.” Een sterk overdreven aantal, officieel telt Turkije ongeveer 3,3 miljoen vluchtelingen. Het vluchtelingendossier was altijd een belangrijk punt voor de oppositie. Nog voor de campagne goed en wel van start ging, pleitte Kilicdaroglu voor de terugkeer van Syriërs. Maar de toon is verhard. ‘Opa’ Kilicdaroglu die het land een nieuwe lente beloofde, veranderde de afgelopen weken in een nationalistische havik. De “menselijke overstroming” moet eindigen, klonk het. De grens moet niet meer beschermd maar “geëerd” worden. De giftige uitspraken en nieuwe posters met “Syriërs gaan weg” zaaien nog meer angst bij Syriërs die al gebukt gingen onder een toenemende discriminatie.
De agressieve anti-vluchtelingenretoriek heeft Kilicdaroglu niet de steun van Ogan opgeleverd - die ging naar Erdogan, al is het niet zeker of zijn kiezers die oproep massaal zullen volgen - maar wel van de rechts-nationalistische Overwinningspartij. Partijleider Ümit Özdag heeft samen met Kilicdaroglu een memorandum ondertekend waarin onder meer verklaard wordt dat alle vluchtelingen binnen het jaar worden teruggestuurd.
Onrealistisch
Het zijn beloftes die onrealistische verwachtingen creëren en later tot spanningen kunnen leiden. Daarbij is de kans klein dat Kilicdaroglu aan de hand van Özdag vijf procentpunten kan overbruggen. Erdogans smeercampagne waarin hij Kilicdaroglu en zijn bondgenoten wegzet als “terroristen en PKK-aanhangers” vanwege de steun van de Koerdische partij HDP aan de oppositie-alliantie heeft weerklank gevonden bij veel kiezers. Kilicdaroglu mag dan wel in het Westen afgeschilderd worden als de ‘Turkse Gandhi’, binnen de landsgrenzen gaat die vergelijking niet op.
Een deel van de oorzaak ligt bij het ongelijke speelveld. De voorbije twintig jaar trok Erdogans partij de media, de rechterlijke macht en andere staatsinstituten naar zich toe. In de maand april kon de bevolking 32 minuten lang naar Kilicdaroglu luisteren, een peulschil tegenover Erdogan die 32 uur lang mocht oreren. Al kwam er de voorbije week een veelbesproken uitzending op het Youtubekanaal van Babala TV waarin Kilicdaroglu te gast was. De uitzending duurde drie uur lang en werd door twee miljoen mensen bekeken. Kilicdaroglu ging in gesprek met jongeren, ook
AKP-stemmers. “Voor het eerst konden we elkaar ontmoeten zonder montages en leugens”, zei Kilicdaroglu nadien op Twitter. De goede gesprekken zijn een welgekomen boost. Of ze op zondag tot de nodige ommezwaai zullen leiden, lijkt onwaarschijnlijk.
Meer van hetzelfde
Tenzij miljoenen aanhangers van Erdogan denken dat de buit al binnen is en niet zullen opdagen voor de tweede stembusgang, lijkt het meest waarschijnlijke scenario dat de 69-jarige president zal blijven. Dan wacht Turkije meer van hetzelfde: de economische neergang, beknotte vrijheden van tegenstanders over journalisten tot werkende vrouwen en minderheden zoals lhbti-personen. Dat is een klap in het gezicht van de 25 miljoen inwoners die eerder hun stem aan Kilicdaroglu uitbrachten.
Of een Turkije onder Erdogan ook meer kopzorgen voor het Westen betekent, valt nog te bezien. De afgelopen jaren stond de relatie tussen het Westen en Turkije al op een laag pitje. Erdogan wordt gezien als een onberekenbare en dwarse partner. Hij staat op de rem over het toetreden van Zweden, is verontrustend goed bevriend met de Russische president Poetin en flirt met China. Amerikaanse topfunctionarissen vrezen dat de relatie met Ankara beladener, zo niet afstandelijker, wordt onder Erdogan. Maar dat is een houding die beide partijen zich niet kunnen veroorloven. De handel met en de financiering door het Westen blijven van groot belang voor Turkije dat gebukt gaat onder hyperinflatie. Omgekeerd speelt het land door zijn ligging - op de grens van Europa en Azië met als poort naar de Zwarte Zee en het Midden-Oosten - een belangrijke rol als NAVO-land. Het werpt zich op als een bemiddelaar in de oorlog tussen Oekraïne en Rusland en houdt sinds de omstreden Turkijedeal miljoenen migranten en vluchtelingen tegen die naar Europa willen reizen.