Boek van Genkse Julie leert kindjes wat te doen als ze de weg niet meer weten
Elk jaar raken kinderen vermist. Vaak gaat het om verdwaalde kinderen die binnen het half uur worden teruggevonden. Toch is het voor elke ouder een nachtmerrie. Daarom schreef Julie Bellinkx (36) een kinderboek waarin ze kinderen leert wat ze moeten doen als ze hun ouders kwijt geraken.
De zomer staat voor de deur. Dat wil zeggen veel evenementen en dus veel drukte. Voor veel ouders betekent dat ook stress, want wat als je kind verloren loopt in die mensenmassa? Bovendien werden er bij de politie vorig jaar 1.500 onrustwekkende verdwijningen gemeld. Hoewel er veel verschil zit in soorten vermissingen, blijft voorkomen beter dan genezen. Daarom schreef de Genkse Julie Bellinkx, afdelingshoofd bij Amber Alert, de Europese stichting voor vermiste kinderen, een boek vol tips voor de allerkleinsten. Dat deed ze samen met haar Nederlandse collega Melanie Louwerens die het grafische gedeelte voor zich nam. Het boek is onderdeel van de jaarlijkse preventiecampagne van Amber Alert. “Het boek Buikgevoel moet een hulpmiddel zijn voor ouders en kinderen”, zegt Bellinkx. “We willen kinderen van jongs af aan leren hoe ze zichzelf beter kunnen beschermen in zulke situaties. Het verhaal werd daarom geschreven aan de hand van vijf waardevolle tips die werden opgesteld door verschillende vermissingsexperts van de Nederlandse politie.”
Buikgevoel
In het boek gaan de personages Haas en Egel samen op pad. Tijdens
hun avontuur lopen ze een vreemde vos tegen het lijf. Ze lopen van hem weg, maar verdwalen. Daarom vragen ze hulp aan een berenfamilie. “De tips worden dus niet droog geserveerd, maar zijn verwerkt in de belevenissen van Haas en Egel”, vertelt Bellinkx. “De rode draad van het verhaal is vertrouwen op je buikgevoel. Vandaar de titel. Kinderen weten wanneer er iets niet pluis is, daarom is het de beste tip die we kunnen meegeven. Ook andere ouders om hulp vragen, is een heel belangrijke. We beschouwen hen als een veilige haven omdat zij ook kinderen hebben. Ze kunnen zich goed voorstellen hoe het is als ouder om een kind kwijt te zijn. Ze zullen er daarom alles aan doen om het kind zo snel mogelijk met de ouders te herenigen.”
Gespreksstarter
“Het boek is bedoeld als gespreksstarter en is zeker geen eindstation”, zegt Bellinkx. “Nadat je het aan je kind hebt voorgelezen, check je best wat ze ervan onthouden hebben. Start een gesprek en beantwoord zo eerlijk mogelijk de vragen van je kinderen. Probeer ze daarbij zeker niet af te schrikken. Het boek is zo geschreven dat kinderen een idee hebben van wat ze moeten doen als ze hun ouders kwijt zijn. Het is dus de bedoeling om ze vertrouwen te geven. Als je ze angst aanjaagt, gaan ze in paniek slaan als ze je kwijt zijn. Dat werkt averechts en kan je dus best niet doen.”
Het boek is verkrijgbaar in alle boekhandels in Vlaanderen.