Het Belang van Limburg

“Of ik nog sneller kan? Ik zit niet aan mijn maximum”

KRC Genk trekt zondagavon­d naar Club Brugge, waar het absoluut moet winnen om nog een kans te maken op de titel. Al zou het kunnen dat die tegen dan definitief gaan vliegen is, als Antwerp enkele uren eerder Union klopt.

-

Met een brede, maar ietwat verlegen glimlach neemt Yira Sor (22) plaats bij ons aan tafel. De pijlsnelle Nigeriaan woont ondertusse­n enkele maanden in Genk en heeft het hier naar eigen zeggen enorm naar zijn zin. “I love Genk”, is het eerste wat hij vertelt.

Wat vind je er zo leuk aan?

“Alles. De club en de spelers hier, maar ook de stad zelf. Ik woon midden in het centrum, waar ik regelmatig ga wandelen. Natuurlijk word ik dan af en toe wel herkend, maar dat vind ik totaal niet erg. Het is ook niet zo dat mensen me gaan bespringen. (lacht) Als een fan me begroet of een foto vraagt, vind ik dat erg leuk.”

Je bent een erg sociale kerel?

“Dat valt mee, want ik woon hier wel op mezelf. Nu, dat ben ik ondertusse­n wel gewend. Toen ik op mijn twintigste van Nigeria naar Tsjechië trok, leefde ik daar ook alleen. Op zich lukte dat wel vrij goed, omdat mijn ouders me in mijn opvoeding al leerden zelfstandi­g te zijn. Maar ik heb bijvoorbee­ld wel moeten leren koken. De Belgische keuken? Nee, die ken ik nog niet zo goed. Ik maak hier vooral jollof rijst en fufu, Afrikaanse specialite­iten.”

Ondertusse­n leerde je ook de Belgische competitie kennen. Veel nieuwkomer­s omschrijve­n die als erg fysiek, klopt dat?

(lacht) “Ik heb in Tsjechië gevoetbald, daar ging het er nog veel erger aan toe. Hier proberen teams nog wel te voetballen, dat gebeurde daar veel minder. Als wij met Slavia Praag tegen een kleinere club speelden, wist ik op voorhand dat het knokken zou worden. Zij gingen dan in blok staan, verdedigen en ballen wegtrappen. Ik moest in die tijd elke dag naar de fitness gaan, om wat spieren op te bouwen zodat ik het fysiek aankon. Hier in België gaat het er ook soms agressief aan toe, maar het draait wel nog vooral om tactiek en techniek.”

Wel mocht je nog niet erg veel minuten spelen, vorig weekend kreeg je pas voor de derde keer een basisplaat­s.

“Ik wist natuurlijk wel dat het niet makkelijk zou zijn om meteen basisspele­r te worden in zo’n sterk team. Zeker omdat ik halfweg het seizoen aankwam bij een club die erg goed draaide. Natuurlijk wil ik spelen, zoals elke voetballer. Maar ik ga ook niet vervelend doen als ik een keertje niet start. Als de trainer me pas vlak voor affluiten laat invallen, zal hij zijn redenen daar wel voor hebben. Ik heb er het volste vertrouwen in dat hij gewoon doet wat best is voor de club. Ikzelf voel me mentaal wel klaar om te starten.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium