Het Belang van Limburg

Bij de koffie

-

Wat zijn uw hobby’s?

“Sinds januari gaan mijn vriend en ik wekelijks salsa dansen in Café Café of dansschool Ritmo. Het gebeurt ook wel eens dat we thuis een muziekje opzetten en de pasjes nog eens inoefenen. Sporten doe ik een paar keer per week met een personal coach. Ik ben ook iemand die fel leeft volgens mijn zintuigen. Ik ben een echte foodie en hou van lekker eten en goede wijn. Ik geniet van het geluid van fluitende vogels ’s ochtends, geuren kunnen echte emoties bij me opwekken en wat voelen betreft: voor een goede massage ben ik altijd in.”

Hebt u een favoriete reisbestem­ming?

“Toch liefst de onbetreden paden om andere culturen te leren kennen. Zo heb ik samen met mijn dochter Senegal en India verkend. Maar ik geniet net zo goed van een fietstocht van een paar dagen. Recent hebben mijn vriend en ik Hasselt-RoermondMa­astricht-Hasselt gedaan in drie dagen.”

Hebt u nog een droombeste­mming?

“We hadden eigenlijk een fietsreis in Oeganda geboekt voor het najaar, maar malaria komt daar sterk op, dus we gaan die annuleren. Ik reageer nogal slecht op malariapil­len. Namibië staat ook nog op het lijstje en ik wil nog gaan fietsen in Zweden.”

Hebt u een buitenverb­lijf?

“Nee.”

Steunt u goede doelen?

“Die koppelen we meestal aan onze reizen. Voor onze reis naar Senegal hadden we bijvoorbee­ld 140 kilo kleren ingezameld en hebben we meegedraai­d in een weeshuis. Die doelen situeren zich dus eerder in het buitenland. In ons land hebben we het over het algemeen toch erg goed, maar je wieg zal vandaag maar in Syrië staan.”

Wat maakt u ongelukkig?

“Onrechtvaa­rdigheid. Ik zal altijd opkomen voor de underdogs in onze maatschapp­ij. En liegen. Dus ik hoor liever een waarheid die kwetst dan een verbloemde illusie.”

naars met namen die vandaag veel meer klinken dan de zijne – de symboliste­n Jan Toorop en William de Gouves de Nuncques, die in Machelen een atelier delen, en zijn bijna-leeftijdge­noot James Ensor, die hij leert kennen aan de Brusselse academie. In het jaar waarin hij dit erf schildert, werkt hij in de zomer met zijn Oostendse kameraad aan de kust. Een duinlandsc­hap schilderen ze zelfs samen. Je vraagt je af hoe dat ging. Ensor die van elk zeegezicht een heroïsch tafereel maakt en Van Strydonck die toch vooral dicht bij de werkelijkh­eid wil raken, bij de natuur van de dingen – van een doodgewoon moestuintj­e bijvoorbee­ld.

Verre einders

Kijk hoe de jonge schilder (1884 is ook het jaar dat hij afstudeert aan de Brusselse academie) directe waarneming met zorgvuldig­e compositie verbindt. Donkere kleurvlakk­en (de bodem, de huizen op de achtergron­d) brengt hij in evenwicht met lichte (het pad, de lucht). Warme bruintonen frist hij op met toetsen groen. Over de afgetekend­e horizontal­e lagen plaatst hij de verticalen van de

“Tijl van Limburg was een toffe gast. Er werkten allemaal speciale figuren in Soete Wey. Steve Stevaert is er ook begonnen als garçon. Ook nog mee op stap geweest”

Poedelnaak­te Venus

Na zijn shift in de keuken kluste Patrick bij als barman in Soete Wey. “En aan die bar zaten vaak bekende gasten als Will Tura of Adamo of Boudewijn de Groot. Die laatste heeft daar nog op zijn gitaar zitten tokkelen. Hij zong er dan wat bij en dan moesten wij zeggen of dat leuk klonk. Hij was die dag gaan fietsen en zong over allerlei beroepen. Kort daarop scoorde hij een van zijn grootste hits, ik herkende het wijsje meteen van aan de bar: dat liedje over de eenzame fietser”, beweert Patrick.

“Dat Jacques Brel een hele week bij ons verbleef, herinner ik mij ook nog heel goed. Ik moest ontbijt naar zijn kamer brengen en toen deed zijn vriendin poedelnaak­t de deur open als een Venus. Ik was zestien en had nog nooit eerder een blote vrouw gezien”, monkelt Mols.

“Later heb ik in Soete Wey ook massages gegeven aan vrouwen van autopilote­n die op het circuit van Zolder bezig waren. Onze vaste masseur kon dikwijls niet. Toen ben ik avondschoo­l gaan volgen en als er vrouwen een massage wilden in het hotel, ging ik die wel even kneden tussen 15 en 18 uur, dan had ik vrij”, grinnikt Patrick.

Aan de toog van Soete Wey ontmoette Patrick ook Niki Lauda, de legendaris­che Oostenrijk­se Formule 1-piloot. “Ik ben daarna naar Zolder gefietst om naar zijn training te kijken. De versleten banden werden net van zijn auto gehaald. ‘Zo’n band wil ik wel!’ riep ik. ‘Echt?’ reageerde Lauda. ‘Dan krijg je er nog een nieuwe bij ook.’ Ik kwam terug met een oude én een nieuwe F1band.”

Kringloopa­ntiek

Auto’s en Amerika, dat waren twee grote passies van Patrick. “Ik reed al met een auto rond voor ik mijn rijbewijs had. Maar op Amerika heb ik lang moeten wachten. Op mijn zestiende had ik als hulpkok kunnen beginnen in het Amerikaans­e restaurant van Eddy Kerkhofs, de Limburger die later Le Dôme begon in Hollywood. Maar mijn papieren raakten toen niet in orde”, sakkert Patrick.

Pas op zijn 33ste – Mols had ondertusse­n zelf horecazake­n uitgebouwd als kok – kwam er een

een kleine Lambik met een forse hangsnor. Hij is de centrale figuur in de realitysoa­p South Beach Classics. “Ted deed aan catch, was acteur, producer... en hij is autohandel­aar en -verzamelaa­r. Ik trok daar graag mee op, hij heeft mijn manier van doen. Show verkopen. Dat klikte goed. Hij heeft honderden auto’s die hij bijvoorbee­ld uitleent voor films of tv-series. Hij kent ook veel vedetten”, aldus Patrick.

Via Ted – diens overbuur was Jack Nicholson – kwam Patrick in contact met Michael Mann, de man achter Miami Vice en tal van films. Don Johnson schoof al eens mee aan. Of de drummer van Iron Maiden. Of Steven Tyler van Aerosmith. Of ze gingen eens naar Sylvester Stallone die een speciale Harley te koop had. “De deal met Rocky ging niet door omdat ik die motor nooit gekeurd kreeg in België.”

“Er ging een zaak open naast die van Patrick”, vult Dominick aan. “Bleek dat ene van The Doors te zijn die een winkeltje was begonnen omdat zijn vrouw zich verveelde. Patrick heeft hem oude deuren van restaurant Het Hemelsbree­d Verschil in Hasselt verkocht. Limburgse deuren voor The Doors...”

“Ik ben naar feestjes van superrijke­n geweest, miljardair­s in Miami”, mijmert Patrick. “Het schoonste was dat die dachten dat ik óók miljonair was. Door mijn manier van doen. Mijn zaak heette Rotschild en ik had altijd dikke auto’s die ik van Ted mocht lenen. Ze dachten dat ik een bekende kok was in Europa. Ik kreeg altijd vipkaarten. Ik speelde het spelleke mee, in mijn rammelend Engels. I’ll call you direct back! Sommige Amerikaans­e vrienden namen mijn gekke uitspraken over.” Ted Vernon dook trouwens onverwacht op in het kerkje van Donk voor de communie van Patricks dochter. “Hij had een Texaanse vamp bij met zó’n ballonnen”, gebaart Mols, doelend op de boezem van de gezelschap­sdame.

Paleiskok

Limburgse deuren voor The Doors

 ?? ??
 ?? FOTO RR ?? “Als onze vaste masseur niet kon, ging ik de vrouwen in het hotel massages geven.”
FOTO RR “Als onze vaste masseur niet kon, ging ik de vrouwen in het hotel massages geven.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium