Vijf jaar meer
Hij is er toch maar weer in geslaagd. Recep Tayyip Erdogan (AKP) mag zich opnieuw vijf jaar president van Turkije noemen. Aan het einde van die ambtstermijn zal hij 74 jaar zijn. Nu, we mogen ervan uitgaan dat de verkiezingen zelf al bij al eerlijk zijn verlopen. Maar terwijl het speelveld voor de oppositie rond tegenstander Kemal Kilicdaroglu (CHP) alleen maar omhoog liep, mocht Erdogan de volledige twee helften naar beneden spelen. De voorbije twintig jaar heeft Erdogan zijn leiband rond de media en rechterlijke instanties alleen maar strakker getrokken. Met als gevolg dat Kilicdaroglu nauwelijks de kans kreeg om zijn boodschap van verdere democratisering en verandering publiek te maken. En dat is het goede nieuws van deze verkiezingen: ondanks het ongelijke speelveld heeft Turkije bewezen dat een sterke democratische oppositie mogelijk is. Dat Kilicdaroglu alsnog de tweede ronde haalde en daar op 47,9 procent van de stemmen kon rekenen, is hoopvol voor het land.
Zoals het hoort, riep Erdogan in zijn overwinningsspeech op tot eenheid en solidariteit. “Het is tijd om onze geschillen van tijdens de kiescampagne aan de kant te schuiven en om eenheid en solidariteit na te streven rond de dromen van onze natie”, zo betoogde de herverkozen president. Als de redding van de Turkse economie bij die dromen hoort, mag hij alvast beginnen aan het werk dat hij de voorbije jaren heeft verwaarloosd, of tenminste zeer eigenaardig heeft aangepakt. Waar economen zweren bij het optrekken van de rente om een hollende inflatie aan te pakken, deed Erdogan de voorbije jaren precies het omgekeerde. Hij moest daarvoor zelfs verschillende malen de topman van de Turkse Centrale Bank ontslaan. De reden: geld verdienen met geld (rente) is een zonde in de Islam. Gevolg: een gierende inflatie van 66 procent.
Er is echter veel meer werk aan de economische winkel. Volgens de jongste update van de Wereldbank over Turkije, toch de 19de economie in de wereld, heeft het land het erg goed gedaan tussen 2006 en 2017. Dankzij ambitieuze hervormingsplannen en hoge groeicijfers, groeide de welvaart en werd de armoede gehalveerd. Maar dan viel het stil, en kwamen de pijnpunten bloot te liggen: hoge schuldgraad, grote tekorten, hoge inflatie en hoge werkloosheid. Boven op de torenhoge menselijke kostprijs, komen ook nog eens de aanzienlijke herstelkosten voor de twee recente aardbevingen. Erdogan mag de mouwen dus opstropen, ook voor de Limburgers met niet-Turkse roots. Voor de Limburgse maakbedrijven is Turkije voor de export naar landen buiten de EU immers de belangrijkste bestemming.