Zo belangrijk als Oekraïne
De onrust in Kosovo is een harde waarschuwing voor Europa: vergeet de Balkan niet. Na de Joegoslavische oorlogen leek er in Zuidoost-Europa ogenschijnlijk rust te heersen, maar onderhuids sluimeren de conflicten in landen als Servië, Kosovo en Bosnië-Herzegovina voort. Een vonk is genoeg om de regio opnieuw in een spiraal van geweld te storten. De hevige rellen van maandag in Kosovo roepen herinneringen op aan de donkerste dagen van eind vorige eeuw. Na de bloedige oorlog van 1998-1999 en het ingrijpen van de NAVO, verklaarde Kosovo zich in 2008 onafhankelijk. Alleen blijft dat statuut internationaal omstreden. De VS en het gros van de EU erkennen Kosovo. Maar Servië, gesteund door Rusland en China, spreekt nog altijd van een afvallige provincie. De Servische Kosovaren, die in het noorden een meerderheid vormen en al langer meer zelfbestuur eisen, boycotten eind april de lokale verkiezingen. Het gevolg: in drie overwegend Servische gemeenten werden Albanese Kosovaren tot burgemeester verkozen, soms met een opkomst van amper 3,5 procent. De poging van de Servische Kosovaren om de installatie van de burgemeesters te verhinderen, botste met KFOR-troepen. Dinsdag stuurde de NAVO meteen 700 extra soldaten om de vrede te bewaken. De vrees op een verdere escalatie is groot. Want de NAVO-interventie
in Kosovo deed Servië dan wel terugkrabbelen, de wortels van de Balkan-problemen werden door de vredestroepen niet opgelost. Terwijl Kroatië en Slovenië bij de EU kwamen, lukte dat de rest niet. Landen als Servië, maar ook het Servische deel van Bosnië, de Republika Srpska, zitten stevig in het Russische kamp, terend op de historische haat tegen het Westen en de NAVO. Ze nemen niet alleen gretig Russisch gas af en trekken zich van sancties weinig aan, Rusland voedt ook bewust het conflict. Zo bood de Russische ambassadeur in Servië al enigszins overmoedig militaire hulp aan als het in Kosovo verkeerd mocht lopen.
Feit is dat de wortel van de EU-toetreding te weinig effect heeft. Commissievoorzitter Ursula von der Leyen zegt nu terecht dat de EU meer moet doen dan wachten tot de Westelijke Balkanlanden klaar zijn voor lidmaatschap. Want ondanks de rellen is er een historische kans. Rusland, dat als behoeder van de Slavische volken altijd een sleutelrol opeiste, is door de oorlog in Oekraïne moreel failliet en ook de economische invloed van het Kremlin taant. Begin dit jaar beloofden Servië en Kosovo, na bemiddeling van de EU, de relaties te normaliseren. Daarop verderbouwen moet het doel zijn. Want voor Europa is een oplossing in de Balkan net zo belangrijk als een gunstige uitkomst in Oekraïne.