Maasmechelen heeft hoogste percentage inwoners met migratieachtergrond
Ons land is in sneltempo diverser geworden en dat zal in de komende decennia nog toenemen. In Limburg is Maasmechelen koploper met 61,1 procent inwoners met een migratieachtergrond. Twintig jaar geleden was dat nog 48,5 procent. Maar zeker voor de jongere
In twee decennia tijd is het aandeel inwoners met een migratieachtergrond in het hele land gestegen van een op de zeven in 2003 naar een op de drie in 2023. Dat blijkt uit cijfers van Statbel. De groep van mensen met een migratieachtergrond wordt steeds diverser en omvat niet alleen migranten. Ook mensen met minstens één ouder van buitenlandse origine zijn opgenomen in de cijfers. Belgen met alleen grootouders van buitenlandse origine worden niet meegeteld, mensen zonder papieren evenmin.
Limburgse mijnregio
Van de groep met een migratieachtergrond komt 20 procent uit de buurlanden. Nog eens 27 procent komt uit een ander EU-land, 53 procent van buiten de EU. Het toont aan dat België in twintig jaar tijd veel diverser is geworden en die evolutie zal zich de komende decennia doorzetten, vooral door de jonge generatie. Bij 65plussers heeft 1 op 7 een migratieachtergrond, bij kinderen en jongeren is dat vandaag bijna 1 op 2. De meest diverse gemeenten liggen in de grote gebieden rond Brussel, Antwerpen en Gent, maar ook in de Limburgse mijnregio. In onze provincie heeft Maasmechelen het hoogste percentage inwoners met een migratieachtergrond (61,1 procent). Ter vergelijking: in 2003 was dat nog maar 48,5 procent.
”Normaalste zaak”
Die diversiteit bij jongeren is gemakkelijk in één beeld te vangen als woensdagmiddag aan de Provinciale Technische School in Maasmechelen de leerlingen via de poort naar buiten stromen. Ze staan in MM - zoals Maasmechelen door alle jongeren wordt genoemd - niet stil bij de cijfers. ‘Voor ons is dit de normaalste zaak, de meeste jongeren hebben hier een migratieachtergrond”, zegt Zakaria (16). “Maar op andere plekken voel ik me soms bekeken. En als ik op bezoek ga bij familie in Marokko, dan ben ik daar de buitenlander. Ik voel me gemixed en dat vind ik wel tof. Ik ben Marokkaan-Belg. Thuis eten we zowel Marokkaanse gerechten als typische Vlaamse kost.”
Zijn vriend Moreno (16) is ook een mengelmoes van achtergronden. “Mijn familie is af komstig van Sicilië, maar ik heb ook Turkse roots en heb nog in Duitsland gewoond. In onze klas zitten bijna geen ‘gewone’ Belgen, wel veel jongens van Turkse, Marokkaanse of Italiaanse af komst. Het voordeel van een diverse vriendengroep is dat je van elkaar dingen kunt leren. Over hun cultuur of hun taal. Zelf spreek ik Turks, Italiaans, Nederlands, Duits en Engels. Hopelijk is dat later een voordeel als ik ga werken.” Een andere Turkse jongen vindt de diversiteit ook positief. “Wat ik van mijn vrienden leer? Euhm, toch vooral scheldwoorden in een andere taal
(lacht).”
Dieli (15) is geboren in Albanië, maar woont nu al zes jaar in België. Hij spreekt vloeiend Nederlands, maar blijft bijzonder trots op zijn roots. Om dat te illustreren, vormt hij met zijn handen een adelaar, het nationale symbool van Albanië. “Is dat die kip van op jullie vlag”, grapt Anas. “Hé Marokkaantje, pas maar op dat ik u dadelijk niet te pakken krijg”, reageert Dieli. Anas springt enkele meters weg en lacht: “Elkaar beetje plagen, dat hoort erbij, hé. Maar respect moet er zijn, anders kan je niet samenleven met mensen van verschillende culturen.”
Meerdere talen
Toeval of niet. Naast de deur van het kantoor van directeur JeanMarie Slangen hangt een affiche met een woordenwolk die de school moet typeren. Termen als ‘respect’, ‘heterogeniteit’ en ‘samenhorigheid’ vallen meteen op. “De school is in 1954 opgericht voor de kinderen van de mijnwerkers. Dat waren bijna allemaal buitenlanders destijds. Dit is dus al 70 jaar een multiculturele school”, zegt de directeur. ‘Vandaag vind je hier gemakkelijk 20 tot 25 nationaliteiten. Ik heb het geluk dat we ook Turkse, Marokkaanse, Poolse en Italiaanse leerkrachten hebben. Gemakkelijk als er zich ooit een taalprobleempje voordoet. Sommige leerlingen hebben een laag zelfbeeld en voelen zich minder dan hun leeftijdsgenoten in het ASO. Onterecht, want de meesten spreken door de multiculturele omgeving thuis en op school meerdere talen. Dat zouden ze net als een pluspunt moeten zien.”