Hoe tweedeklasser SK Tongeren 50 jaar geleden Antwerp uit bekerfinale hield
Iedereen verwacht dat de halve finale van de Beker van België tegen KV Oostende een formaliteit wordt voor Antwerp. Dat dacht The Great Old 50 jaar geleden ook, maar dat was buiten toenmalig tweedeklasser SK Tongeren gerekend. Wij trokken met hoofdrolspeler Jos Daerden naar de plek waar het onmogelijke toch gebeurde.
“Verdorie, toen je me aan de telefoon zei dat het al 50 jaar geleden was, kwam dat hard binnen.” Jos Daerden wordt later dit jaar 70 en slikt even als hij met zijn leeftijd wordt geconfronteerd. Maar zijn geheugen is nog haarscherp.
“Ik weet nog wie er in de ploeg stond bij Antwerp”, zegt hij op de Tongerse grasmat waar hij in 1974 de Antwerpenaars verschalkte. “Trappeniers in doel. Velser, Van Riel en Caers achterin. In het midden Van Gool, Desaeyere en Pilot. En vooraan Kodat, Eklund en Lund.” Hij telt ze nog eens na op zijn vingers. “Ik vergeet nog een verdediger, hè?”
Bob Geens dus, monument van rood-wit. En dat ene Louis van Gaal in de verlengingen nog inviel, weet de oud-Rode Duivel ook niet meer. “Antwerp had een topploeg. Het miste dat jaar maar net de titel.”
Cameraman Klaas
Klopt, want de ploeg van trainer Guy Thys strandde op twee punten van Anderlecht. Ook in de beker had de ploeg een onberispelijk parcours afgelegd door Verviers, KV Mechelen, RWDM én Beerschot uit te schakelen. En die tweedeklasser uit Haspengouw, die zouden ze ook wel eventjes pakken. Dat dacht toch iedereen in Antwerpen, ook voorzitter Eddy Wauters en trainer Guy Thys. Tongeren was pas zevende geworden in tweede klasse. De Eburonen hadden hun trainer buiten gesmeten. De nieuwe, de Nederlandse Limburger Frans Körver, was nog maar twee weken in dienst.
“Maar in de beker waren we altijd sterk, we schakelden geregeld eersteklassers uit, dat jaar ook het Beveren van Jean-Marie Pfaff ”, zegt Daerden, die opgroeide in ’s Herenelderen. De Motten, het stadion van SK, lag op amper 4 kilometer van zijn ouderlijk huis. Het is ondertussen al bijna 20 jaar geen voetbalstadion meer, maar de hoofdtribune staat er nog bij zoals toen.
Boven in die tribune zie je nog het gammele platform voor de camera. Lang voor er sprake was van tv-contracten, stond daar in de jaren 70 al Klaas, een supporter die elke wedstrijd integraal filmde. “En elke dinsdagavond na een thuismatch zond hij de volledige wedstrijd uit in de kantine. Het was altijd volle bak, want Klaas gaf er hilarische commentaar bij.”
Bal uit Jeker halen
Daerden wijst naar de heuvel die het stadion van de parking erachter scheidt. “Daar stond nog een dubbele tribune, met beneden zitplaatsen en op de verdieping staanplaatsen. Heel sfeervol. En in de bochten achter de goals had je betonnen gradins. Voor een normale competitiematch in tweede klasse speelden we voor 6.000 à 7.000 fans. Maar toen we in 1978 in de eindronde tegen Berchem speelden, zat er 18.000 man. Er stonden zelfs extra stoelen op de sintelbaan.”
Voor de halve finale tegen Antwerp kwamen op zondag 12 mei 1974 15.000 fans opdagen. Volgens het verslag van toen was het warm en lag het veld er hard en hobbelig bij. 50 jaar later zijn de doelpalen verdwenen, maar het veld is nog steeds hobbelig. Je moet uitkijken dat je je enkels niet verzwikt in de diepe voren. “Wij speelden Antwerp volledig weg”, graaft Daerden, op dat moment 19 jaar jong, in zijn geheugen. “Ik scoorde vrij vroeg. Een corner van Berto Bosch, de bal bleef in de kluts hangen en met mijn lange benen was ik er eerst bij.”
De rijzige middenvelder, vandaag aan de slag als analist voor Jong Genk, poseert op de plek waar hij een halve eeuw geleden scoorde, met zicht op de afgeplatte toren van de Onze-LieveVrouwebasiliek.
Dat het stadion vlak naast de historische omwalling van Tongeren ligt, geeft het een apart cachet. Als je op De Motten de bal hoog over doel trapte, moesten de ballenjongens hem uit de Jeker naast het middeleeuwse begijnhof gaan vissen.
Voortanden van Palmers
Ook na het doelpunt bleef SK Tongeren komen. “Maar Jean Trappeniers haalde de wonderlijkste ballen uit de kruising. En Jos Velser, een Limburger dan nog, speelde een wereldmatch in de verdediging.”
De rest van Antwerp acteerde dramatisch, zo erg dat voorzitter Wauters tijdens de rust de kleedkamer instormde om Thys en zijn spelers de levieten te lezen. Na de rust kwamen de bezoekers beter in het spel en maakte de Zweed Eklund - “een beest”, volgens Daerden - gelijk.
“We kregen het moeilijker, maar we hielden stand, ondanks fysieke averij.” Daerden doelt op zijn ploegmaat Guido Palmers, die een paar van zijn voortanden achterliet. “Dat kwam door Louis Pilot van Antwerp. Die zette altijd en overal zijn ellebogen. En dat heeft Palmers geweten.”
Onbeslist na 135 minuten
Er kwamen verlengingen. Toen ook die onbeslist bleven, deden ze iets wat we vandaag niet meer voor mogelijk houden. Er kwamen nog eens twee keer 7,5 minuten bij. Het bleef 1-1.
Penalty’s, denk je dan. Maar nee, het reglement stelde in die tijd dat er bij gelijke stand na 135 minuten een replay volgde. Die kwam er twee dagen later al op de Bosuil in Deurne.
“Wij voelden de bui hangen”, zegt Daerden. “De profs van Antwerp hadden één dag om te recupereren. Maar wij moesten op een paar uitzonderingen na allemaal gaan werken of naar school. Ik studeerde voor regent Nederlands. Zelfs op de dag van de replay zat ik voormiddag nog op de schoolbanken.”
Ook Palmers studeerde nog. De Ier Crossan en de Nederlander Ensinck waren profs. Maar Luts was bankbediende, Collas bibliothecaris, Hoste werkte op de griffie van Tongeren, Goessens was vertegenwoordiger, Sente werkte voor de gemeente. En keeper Gerardu had een hoge functie bij de Koninklijke Sphinx
“Voor we op de bus stapten, gooiden we coach Körver in de vijver voor de hoofdtribune. En in Tongeren zijn we nog heel lang in cafés op de Grote Markt blijven hangen”