“Mensen die kanker overleven, mogen geen hartpatiënten worden”
Elk jaar krijgen 75.000 Belgen te horen dat ze kanker hebben, het is vandaag de belangrijkste doodsoorzaak in ons land. Maar ondanks dit hoog aantal nieuwe gevallen per jaar, overleven ook steeds meer mensen kanker. Zo is het aantal mensen dat vijf jaar na de diagnose nog in leven is, in dertig jaar tijd bijna verdubbeld, van 40 naar 70 procent. Dat is vooral te danken aan de wetenschappelijke vooruitgang en daardoor betere behandelingen en meer vroegtijdige opsporing.
“Het is positief dat steeds meer mensen kanker overleven, maar we moeten erover waken dat zij niet de hartpatiënten van morgen worden”, steekt doctoraatsonderzoeker Sibren Haesen (Cardiolab Biomed UHasselt) van wal. “Of het nu gaat om chemotherapie, bestraling of immuuntherapie, nagenoeg elk type kankerbehandeling zorgt voor een verhoogd risico op hartschade, of in het jargon cardiotoxiciteit.”
In zijn onderzoek focust de Oudsbergenaar op anthracyclines, een type chemo dat voornamelijk wordt gebruikt bij de behandeling van borst-, lymfeklier-, bindweefselkanker en acute leukemie.
“Anthracyclines tasten de hartspiercellen aan. Gevolg? De hartkamers zetten uit en de hartwand wordt zwakker. Daardoor verliest het hart kracht om zuurstofrijk bloed naar onze spieren en organen te pompen en kan hartfalen ontstaan”, legt Sibren uit.
Aperol Spritz
“Als ik aan mensen probeer uit te leggen hoe je anthracyclines herkent, dan ver wijs ik meestal naar de oranje-rode kleur van Aperol Spritz. In het jargon noemen we het de red devil (rode duivel, red.)”, vertelt Sibren. “Uit een Europese
studie blijkt dat 40 procent van de patiënten die met anthracyclines worden behandeld, milde tot ernstige hartschade ontwikkelt. Daarom is het belangrijk dat we onderzoeken hoe we ervoor zorgen dat die hartschade niet of verminderd optreedt.” Onder promotorschap van professor dr. Virginie Bito heeft Sibren de voorbije vijf jaar onderzocht of pyridoxamine het hart kan beschermen tijdens een anthracyclinekuur.
“Pyridoxamine is een vitamine B6-variant, die van nature voorkomt in vis, kip, vlees, noten en sommige vruchten en groenten. Alleen is het onmogelijk om voldoende van deze vitamine B6-variant binnen te krijgen via voeding, dus dienen we het toe door pyridoxamine op te lossen in het drinkwater van de proefdieren”, zegt Sibren.
Voor zijn onderzoek kon de 27jarige Oudsbergenaar rekenen op de financiële steun van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek en de ondersteuning van de afdeling oncologie van het Jessa Ziekenhuis en cardiologie van het Ziekenhuis Oost-Limburg.
Ratten
Om het effect van deze vitamine B6-variant te bestuderen, kregen gezonde ratten zonder kanker een anthracyclinekuur toegediend op een gelijkaardige manier zoals dat bij kankerpatiënten gebeurt.
“We hebben gezien dat deze ratten vervolgens ernstige hartproblemen ontwikkelen, behalve bij de ratten die daarbovenop ook pyridoxamine krijgen. Bij deze ratten is de hartfunctie beter en is de hartschade beperkt. Verder voorkomt deze vitamine B6-variant dat de mitochondriën die het hart van zuurstof voorzien, verstoord raken. Bovendien kan het ijzer vangen en vasthouden. Dat is positief, want te veel ijzer in het hart draagt bij tot de hartschade na anthracyclines”, legt Sibren uit.
Vervolgens heeft Sibren aangetoond dat pyridoxamine geen nadelig effect heeft op de effectiviteit van de chemokuur.
“Dit hebben we getest op borstkankercellen in het labo, de eerste resultaten zijn veelbelovend”, zegt Haesen. “Pyridoxamine beïnvloedt de kankerbehandeling niet, en dat is heel positief. De vitamine B6variant kan dus een krachtig middel worden om het hart beter te beschermen tijdens een chemokuur. Maar daarvoor is er eerst nog vervolgonderzoek nodig op ratten die ook effectief kanker hebben. Ik heb er goede hoop in dat we ook daar tot dezelfde conclusie zullen komen.”
“Uit een Europese studie blijkt dat 40 procent van de patiënten die met anthracyclines worden behandeld, milde tot ernstige hartschade ontwikkelt”
Achterstand
Hoewel de relatie tussen chemotherapie en hartproblemen al voldoende is aangetoond, blijkt uit een bevraging van de Belgian Society of Cardiology dat amper vier op de tien ziekenhuizen in ons land over een afdeling cardio-oncologie beschikt.
“In vergelijking met de Verenigde Staten of andere Europese landen ligt het aantal cardio-onco-specialisten in ons land veel lager, op dat vlak hinkt België echt achterop. Daar zou dringend meer aandacht voor mogen komen, het kan het onderzoek en de behandeling van deze patienten alleen maar ten goede komen”, besluit Sibren Haesen.
Doctoraatsonderzoeker