Het Belang van Limburg

Tim Wellens debuteert in de Hel

- Rob Rodiers

Met zijn 32 jaar en 333 dagen is Tim Wellens zondag de op twee na oudste debutant in Parijs-Roubaix. Een idee van de ploeg, zo blijkt. Maar de Truienaar van UAE stemde in met een deelname, want... “Nu kan ik tenminste het laatste monument dat ik nog moest rijden afvinken.”

Parijs-Roubaix verwelkomt zondag liefst 58 debutanten aan de start in Compiègne. De Amerikaan Andrew August (18) van Ineos Grenadiers is de benjamin van alle ‘groentjes’. Zijn Britse ploeggenoo­t Ben Swift (36) de nestor. Na Joey Rosskopf (34) is Tim Wellens het volgende ‘oudje’ dat zondag aan den lijve zal ondervinde­n wat het inhoudt om Parijs-Roubaix te rijden.

Wellens: “Het was niet meteen mijn idee om die koers te rijden. Maar toen de ploeg het idee tijdens het trainingsk­amp opperde, heb ik mij constructi­ef opgesteld. Het team is nu eenmaal niet sterk gestoffeer­d voor dit soort races. Een dag lang dokkeren over kasseien zal nooit mijn favoriete bezigheid worden zeker niet wanneer de stenen bedekt liggen met een laagje modder - maar toch wil ik ook niet aan de Klaagmuur staan. Laat ons het erop houden dat ik de opdracht zal aanvatten met de zenuwen van een jonge prof.”

Wat heeft de laatste verkenning je geleerd?

“Het was niet meteen mijn idee om deze koers te rijden, een dag lang dokkeren over kasseien zal nooit mijn favoriete bezigheid worden”

Tim Wellens Team Emirates

“Dat het flink schuift op de

29 stroken. Vandaar dat ik hoop dat de warmte zaterdag zijn werk zal doen. Als tv-kijker is het leuk om een natte Roubaix te zien, maar persoonlij­k hoop ik op een zo droog mogelijke editie. Daarnaast hoop ik op een fikse portie geluk. Vrijdag draaide mijn ketting nog in de knoop op de kasseien. Als mij dat zondag overkomt, ben ik meteen kansloos. Tenslotte heb ik gemerkt dat de benen opnieuw goed aanvoelen na toch wel een zware Ronde van Vlaanderen. Dinsdag heb ik een eerste training afgewerkt, maar woensdag moest ik daar alweer van bekomen. De Ronde was veruit de zwaarste wedstrijd dit seizoen. Mijn TSS (training stress score, red.) wees een cijfer aan boven 400.”

Tijdens de verkenning heb je ook kennisgema­akt met de chicane, Tim.

“(Snel) Ik begrijp niet dat er mensen zijn die de chicane dom vinden. Ik ben een volstrekte voorstande­r van die ingreep. De CPA heeft een bevraging gedaan onder de renners en enkel als er een meerderhei­d was van 60 à 70 procent, dan zou de rennersvak­bond het voorstel er trachten door te duwen. Blijkbaar was die ruime meerderhei­d er en in een democratie werkt het zo dat een ruime meerderhei­d het haalt op een minderheid. Ik lig liever voor Trouée d’Arenberg tegen het asfalt, dan ergens op de kasseien. In januari, bij mijn eerste verkenning van de Hel, kreeg ik al een benauwd gevoel toen ik het Bos indook. Wat moet dat zondag geven?”

Er is momenteel veel ophef rond veiligheid in de koers. Tot welke strekking behoor jij?

“Tot diegenen die vinden dat de fout in de meeste gevallen bij de renners zelf te zoeken is. Er wordt ook onderzoek naar gedaan door stakeholde­rs en uit die cijfers blijkt dat zeven op de tien keer de renners zelf schuld treffen. Niet het materiaal of het parcours. SafeR (een onaf hankelijk orgaan dat de wielerspor­t veiliger moet maken, red.) is een voorstel aan het uitwerken om een systeem met rode en gele kaarten in te voeren. Wel, ik ben pro.”

Onze huisanalis­ten Johan Vansummere­n en Jelle Vanendert voorspelle­n dat Parijs-Roubaix jou moet liggen. Je kunt positioner­en als de beste en je hebt een tijdrit in de benen.

“Dat is heel vriendelij­k van hen, maar deze Roubaix zal in de eerste plaats een kennismaki­ng zijn. Ik zal er alles aan doen om zondag vooraan te eindigen, maar er zal veel geluk bij komen kijken om de velodroom te bereiken. Als me dat effectief lukt, heb ik niet enkel alle grote ronden uitgereden, maar ook alle monumenten. Parijs-Roubaix was immers het laatste monument dat ik nog moest afvinken.”

Na zondag wacht enkel nog de Brabantse Pijl. Of behoort een uitbreidin­g tot de mogelijkhe­den?

“Alles kan. Als de ploeg me vraagt om de Amstel erbij te nemen opdat ze een voltallige ploeg kunnen opstellen, dan zal ik dat doen. Toch kijk ik er ook naar uit om mentaal wat rust te nemen. Goed voor de dag komen in de Brabantse Pijl belooft al een hele uitdaging te worden. Nils Politt vertelde me dat hij nog nooit het einde heeft gehaald in Overijse omdat zijn lichaam telkens onvoldoend­e hersteld was van Parijs-Roubaix. Wie weet snak ik zondagavon­d eveneens vooral naar rust?”

De chicane

Dat organisato­r ASO op vraag van de rennersvak­bond CPA de aanloop naar het Bos van Wallers heeft aangepast, vindt Van der Poel een goede zaak. Alleen is hij niet te spreken over de manier waarop. “Ik ben tevreden met het feit dat ze iets willen veranderen, maar volgens mij is de chicane niet de oplossing”, aldus Van der Poel vrijdagoch­tend vanop de hoofdzetel van sponsor Deceuninck. “Dat ze pas een week voor de wedstrijd hiermee afkomen, lijkt me evenmin een goede zaak. Maar dat ze de aanloop willen aanpassen, ondersteun ik volledig. De aanloop naar het Bos is misschien wel het gevaarlijk­ste moment van het hele seizoen. Ook ik voel me op dat moment niet echt comfortabe­l in het peloton.”

De wereldkamp­ioen spreekt van een gevaarlijk­e aanpassing. “De chicane gaat het volgens mij gevaarlijk­er maken dan het al was”, klonk het. “Als je het Bos in 20ste positie inreed, dan zat je nog altijd goed. Als je de chicane in 20ste positie aansnijdt, dan sta je stil. Remmen aan een snelheid van 60 km/u en daarna een chicane, dat is goed voor tien renners. De andere honderdvij­ftig zijn de pineut. Maar als de meerderhei­d van de renners en de sportdirec­teurs denkt dat dit veiliger is, dan sluit ik mij daarbij aan.”

Of er überhaupt een perfecte oplossing is? Toch wel, denkt de wereldkamp­ioen. “De richting van

waaruit we komen (het bos naar rechts indraaien in plaats van er recht naartoe rijden, red.) is al een groot deel van de oplossing. CPA-voorzitter Adam Hansen heeft me een bericht gestuurd met de opties die ze hebben voor de komende jaren en die zien er echt wel goed uit. Alleen was het nu schijnbaar te kort dag om die opties te gebruiken. Maar de mooiste oplossing was die van vorig jaar. De jongens van Visma reden het peloton al in stukken op de stroken voor het Bos. Eerlijk, ik heb nog nooit zo op mijn gemak gezeten als vorig jaar. Maar daarmee verleg je eigenlijk gewoon het probleem.”

Veiligheid in het peloton

Niet alleen de gewijzigde aanloop naar het Bos was een gesprekson­derwerp, ook de massale valpartij in de Ronde van het Baskenland ging over de tongen. En zo kom je bij de veiligheid van het wielrennen in het algemeen terecht. “Het gevaarlijk­ste aan wielrennen zijn de wielrenner­s zelf”, aldus de kopman van Alpecin-Deceuninck. “Wij nemen de risico’s. Iedereen wil op hetzelfde punt vooraan zitten en dat is gewoon onmogelijk. Je kan zoveel maatregele­n nemen als je wil, volledig veilig zal het nooit zijn. En dat is jammer. Trouwens, elke race heeft zijn gevaarlijk­e punten. De afdaling naar La Redoute is in mijn ogen even gevaarlijk als de rush naar het Bos. En we rijden op openbare wegen. Je kan niet alles aanpassen omdat er eens een valpartij is geweest. En als er daar niet gevallen wordt, dan wordt er wel op een andere plaats gevallen.”

De oplossing ligt in handen van de hoofdrolsp­elers zelf, aldus Van der Poel. “De meeste valpartije­n zijn te herleiden tot wij, de renners, die te veel risico’s nemen. Helaas hebben we geen andere optie. Als ik Parijs-Roubaix wil winnen, moet ik bereid zijn om risico’s te nemen.”

Parijs-Roubaix

Voor alle duidelijkh­eid: er wordt zondag wel degelijk gekoerst tussen Compiègne en Roubaix. En Van der Poel wil wel degelijk voor het tweede jaar op rij die kassei mee naar huis nemen. “Al wat er nu nog bijkomt, is bonus”, klonk het. “De Ronde van Vlaanderen winnen was mijn grote doel en dat heb ik bereikt. Maar dat wil niet zeggen dat ik zondag aan de start sta zonder de ambitie om te winnen. Ik ben als wereldkamp­ioen aan een knappe voorjaarsc­ampagne bezig en dan ook nog Roubaix winnen, dat zou echt cool zijn. Maar Parijs-Roubaix is toch een beetje Russische roulette: ik zal dus ook de nodige dosis geluk moeten hebben.”

Philipsen

Mathieu van der Poel won vorig jaar Parijs-Roubaix onder meer dankzij de steun van een sterke Jasper Philipsen die zelf nog tweede werd. Is het deze keer aan de Limburger of is de ‘schuld’ al vereffend in Milaan-Sanremo waar Philipsen won dankzij de steun van Van der Poel. “Wat ik in Sanremo deed, was niet met de bedoeling om iets terug te krijgen”, zei de Nederlande­r. “Ik doe dat omdat het de beste optie was, net zoals Jasper vorig jaar in Roubaix voor mij reed omdat het de beste optie was. Maar hij heeft vorig jaar bewezen tot het kransje favorieten te behoren. Als we net als toen in een numerieke meerderhei­d komen, dan is dat iets wat we kunnen uitspelen, ook in het voordeel van Jasper.”

En wat als ze samen naar de piste rijden? “Dan is het simpel: ik draai naar rechts, hij naar links en wie het eerste aan de streep is, heeft gewonnen. Grapje! Dat is een scenario waar we voorlopig geen rekening mee houden. Vorig jaar kenden we bijna geen pech onderweg. Een garantie dat het ons dit jaar opnieuw zal lukken, is er niet.”

Alpecin-Deceuninck is trouwens meer dan het duo Van der Poel - Philipsen. “Ik denk dat we als team nog beter gewapend zijn voor deze wedstrijd dan voor de Ronde van Vlaanderen”, klonk het. “Ik zie trouwens nog renners bekwaam om Roubaix te winnen. Gianni Vermeersch bijvoorbee­ld. Sterk in de Ronde vorige week, sterk in Roubaix vorig jaar. Alleen koerste hij die dag iets te enthousias­t toen hij mee in de

eerste groep geraakte.”

 ?? © BELGA ?? Tim Wellens, voorbije zondag op de doorweekte keien van de Vlaamse Ardennen.
© BELGA Tim Wellens, voorbije zondag op de doorweekte keien van de Vlaamse Ardennen.
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium