25 jaar na laatste Limburgse landstitel keert ‘Tarzan’ Duric terug naar Bosnië
De beste futsalspeler die ooit in Limburg rondliep. Zo staat Muradif Duric (61) bij insiders te boek. Het grote publiek kent de Bosnische balgoochelaar vooral als ‘Tarzan’. Exact 25 jaar na de laatste (Limburgse) landstitel met ZVK Sint-Truiden staat de vrachtwagenchauffeur op het punt terug te keren naar zijn geboorteplaats.
Muradif staat op zijn paspoort. Toch zegt iedereen dus ‘Tarzan’, naar de oersterke boek- en filmheld. “Ik ben 1,67 meter, maar verrassend sterk in de duels”, verklaart Duric. “Zo kreeg ik hier snel de bijnaam Tarzan. In Bosnië kennen ze me intussen ook zo.”
Het toont aan hoe zijn leven in kleine en veel grotere zaken een wending nam nadat Duric, na eerder tien titels in tien jaar in Slovenië, in de bloesemstreek belandde. “In 1991 speelden we met Vuco het EK voor clubs in Eindhoven, waar we Hasselt versloegen met 4-2. Ik scoorde drie keer. Voorzitter Albert Derwael, die later mijn tweede pa werd, en coach Hubert Maurissen vroegen of ik naar België wilde komen. Dat heb ik me nooit beklaagd. Het futsal was groot in Limburg met Hasselt, Genk, Bilzen... En veel spelers uit de regio. ZVK Sint-Truiden had 360 sponsors, zalen en kantines liepen vol...”
Duric voelde zich snel in zijn sas in Sint-Truiden, waar hij aanvankelijk woonde in de houtzagerij van Derwael. ZVK werd kampioen in derde nationale, dan in tweede en - jawel - ook in eerste. Drie titels in drie jaar. Uiteindelijk zou er in 1999 een tweede landstitel volgen. Intussen een iconische vanuit Limburgs oogpunt, want ook de allerlaatste. Daar zullen Hasselt en Eisden-Dorp in de aankomende play-offs - vanaf vrijdag 26 april - ondanks een topseizoen geen verandering in brengen. Duric zelf won op zijn opvallende ‘turnpantoffels’ de Gouden Schoen in 1994 en zou België want in Bosnië was het intussen oorlog - vertegenwoordigen op twee EK’s en een WK in Brazilië, al was hij daar zeldzaam geblesseerd. De beste speler die ooit in Limburg rondliep? Volgens vele ingewijden wel. “Zelfs Nederlanders Grünholz en Vanenburg zeiden het ooit… Maar de beste? Iedere speler is uniek. Mijn overzicht maakte het verschil. Ik denk dat ik vooral sneller dacht dan de tegenstander.”
Duric kon veldprof worden in Sarajevo, ook STVV trok aan zijn mouw. In het futsal zwaaiden Ford Genk en Sao Paulo met grof geld. “In Brazilië kon ik 70.000 dollar tekengeld (goed 65.000 euro) en 7.000 dollar per maand krijgen”, vervolgt hij. “Maar ik was pas papa en wilde niet opnieuw verhuizen. Ik vond geld nooit zo belangrijk.” Veldvoetbal was bijzaak. Later volgden in de zaal - ook als speler-coach - Brasschaat, Koersel, Bocholt, Sahin Hasselt, Kaya’s Beringen, Borgloon,
“Tijdens mijn trouwceremonie met Maza vroeg ik haar om me nooit te doen kiezen tussen haar en het voetbal”
Tarzan Duric Futsalicoon
Spartak Sint-Truiden en tot drie keer toe ZVK Terkoest, waar de zestiger nog steeds in derde provinciale actief is.
Bal boven vrouw?
“Het kraakbeen in mijn enkels is weg”, gniffelt hij. “Dokters adviseerden me jaren geleden al te stoppen. Maar ik ga door zolang ik kan. De dag na de match is altijd pijnlijk, maar voetbal is gewoon altijd de beste plaats geweest. Mijn vrouw Maza, die me altijd gesteund heeft, vroeg ik tijdens mijn trouwceremonie om me nooit te doen kiezen... (lacht) In Slovenië had ik vaak hoofdpijn. Ik pakte nooit pillen, maar ging naar buiten met een bal.”
Toch kan Duric het spelletje goed relativeren, zeker na een (gelukkig goedaardig) gezwel bij zijn vrouw. Hij onderstreept liever de vriendschap en zijn extra-sportieve nalatenschap. Het moet gezegd, de mens Tarzan staat overal even hoog aangeschreven als de speler. “Ik heb nog nooit ruzie gemaakt, zelfs niet met Maza. En we zijn 38 jaar getrouwd. (lacht) Ik probeer altijd goed te doen. Een paar jaar geleden braken met ZVK Terkoest op bezoek bij een Waalse ploeg rellen uit. Mijn ploegmaats moesten dekking zoeken in de kleedkamer. Ik bleef gewoon in de zaal, niemand heeft mij met een vinger aangeraakt. (grijnst) Raar. In Bosnië word ik ook behandeld als een soort president. Futsal is daar groot. Onlangs werd ik nog verkozen tot grootste Bosnische sportman in het buitenland. Wat een eer.” Dat hij tijdens de Bosnische Burgeroorlog vanuit België honderden landgenoten ondersteunde op diverse manieren, draagt zeker bij aan zijn aura.
Barbecue met Strupar
Intussen prijkt er in de voortuin van zijn huis in Kortenbos, dat hij met zijn broers eigenhandig metste, een groot pamf let ‘te koop’. Op 1 juli gaat Duric op pensioen bij AB inbev en keert hij terug naar Sanski Most, de heimat.
“Ik heb daar een appartement. Het leven is er gemoedelijker, spontaner, gelijker... Eén euro hier is er daar drie waard. Maar de belangrijkste reden is dat mijn zoon Erwin en dochter Maggy met hun gezinnen in Zweden wonen. Wij willen veel reizen, onze drie kleinkinderen vaak bezoeken. Is het dan nodig om hier een huis te hebben? Maar dat bordje ‘te koop’ maakt het wel ‘echt’. Dan komen herinneringen terug. Futsalvrienden Nico Papanicolaou en Mo Oizaz die hier het dak op de garage legden. Of de vele barbecues hier in de tuin, met Branko Strupar, Dusan Belic, Mladen Rudonja, Suad Katana, Josip Weber, Cvijan Milosevic… Kroaten, Bosniërs, zelfs Serviërs. We praatten nooit over de oorlog. We aten, lachten en zongen, soms tot diep in de nacht. Onze lieve buren hebben nooit de politie gebeld. Ik zie alleen hoogtepunten. Of nee, het overlijden van mijn bijzondere vriend en ploegmaat Sergio Bojanovic aan maagkanker. Dat blijft een drama. We komen zeker nog terug om onze vrienden en familie op te zoeken. En om frietjes en kebab te eten. Sint-Truiden blijft onze thuis. We zijn hier heel gelukkig geweest.”