Leerlingen PIKOH maken outfits van stoffen en kleren uit kringloopwinkel
Kringloopwinkel Okazi en kunstschool PIKOH slaan de handen in elkaar voor hun modeshow tijdens de Fashion Revolution Week. De leerlingen maken hippe outfits van stoffen en oude kleren uit de kringloopwinkel.
Naar goede gewoonte sluit Okazi de Fashion Revolution Week (1527 april) af met de derde editie van hun modeshow op zaterdag 27 april om 14 uur. Dit keer werken ze samen met kunstschool PIKOH uit Hasselt. Tijdens deze modeshow willen ze tweedehandskleding in de schijnwerpers zetten.
De Fashion Revolution Week staat in het teken van een meer eerlijke, veilige, milieuvriendelijke en transparante mode-industrie. Dat is iets wat zowel Okazi als PIKOH na aan het hart ligt.
Ook dit jaar zullen de medewerkers van Okazi schitteren op de catwalk met kleren die rechtstreeks uit de kringloopwinkel komen. “Onze medewerkers waren opnieuw heel erg enthousiast om deel te nemen. Het is voor ons hele team een bijzondere ervaring om niet enkel de outfits samen te stellen, maar ze ook zelf te kunnen showen”, vertelt Dina Guelinckx, communicatiemedewerker bij Okazi.
Nieuw dit jaar is dat de modellen van Okazi vergezeld worden door enkele getalenteerde studenten uit het vijfde middelbaar van de opleiding Creatie en Mode aan PIKOH. Deze jonge ontwerpers hebben hun eigen kleding gemaakt met stoffen en oude werkkledij uit de kringloopwinkel, waardoor ze een speciale, duurzame twist geven aan hun creaties.
Vervuilend
“We willen onze leerlingen bewustmaken van hoe vervuilend de industrie kan zijn waarin ze later waarschijnlijk terechtkomen”, vertelt Hannelore Cauwenbergh, leerkracht praktijk Mode bij PIKOH. “Door dit project moeten ze nadenken hoe ze creatief kunnen omgaan met tweedehandskleding en hoe ze die een tweede leven kunnen geven.”
Okazi en PIKOH willen het publiek inspireren om duurzamer gekleed door het leven te gaan. “We hopen dat mensen beter zullen nadenken over hun aankoop. Is het wel nodig om elk weekend te shoppen of kunnen we misschien iets leuks maken van oude kleding in onze kast”, besluit Cauwenbergh.