Overal vreemden
Voor de Giardini van de Biënnale van Venetië, de legendarische tuinen gebouwd in opdracht van Napoleon Bonaparte, spuwen nokvolle Vaporetto’s elke tien minuten een verse lading bezoekers uit. Het gaat om duizenden journalisten, kunstenaars, curatoren, verzamelaars, sponsors en andere belangrijke figuren uit de kunstwereld. Tijdens de pre-opening van dit enorme kunstfest genieten zij drie dagen lang van het voorrecht om de landenpaviljoenen in de Giardini en het Arsenale te bezoeken.
De forse interesse voor deze zestigste editie verbaast me niet. Het thema Foreigners Everywhere vult de paviljoenen met kunst van ‘anderen’: de outsiders, de indigenous, de queer, de bladerunners en de kunstenaars uit de Global South. De wereld kantelt en dat is op deze biënnale erg zichtbaar. Niet langer zijn het enkel witte mensen die de hotels, pensions, restaurants en watertaxi’s van de lagunestad bevolken. Venetië is nu een echte wereldstad. Ik voel me hier thuis. In Venetië werd ik meer dan 35 jaar geleden als kunstenaar geboren. En meer dan elders is het hier dat het verleden me verwelkomt. Dierbaren die ik heb verloren, komen hier tot leven. Ze wandelen naast me, zitten mee aan tafel, ze staan mee op de bruggen en turen mee over het water op zoek naar een gestrande potvis. Ze worden even uitgeleend door de tijd. En ze zwijgen nooit. Hey Koentje? Hey makker! Ciao! Mijn dierbaren, ze zitten allen mee op mijn ark.
Deze dag ben ik hier als Venetiaan voor de officiële opening van het Venetiaans paviljoen. Honderden mensen mieren om ons heen. Mijn team en ik staan trots bij mijn beeld, een kind-in-nood dat schreeuwend een anker omklemt. Het is mijn tijdreiziger en kanarie in de koolmijn die door de stad Venetië is geselecteerd om voor het neogotische paviljoen uit het water te verrijzen.
Maar het ankerkind dwingt mijn blik inwaarts. Ik verwerk de droevige verhalen die me hier de afgelopen dagen hebben bereikt. Over het meisje dat zopas uit het leven stapte. Over de tiener die een poging deed om hetzelf de te doen. Over de man die zijn verdriet met Piet Swerts en Einojuhani verwerkt. Over het heengaan van de filosoof Daniel Dennett. Over de slachtoffers van de vele oorlogen die elders woeden maar ook hier branden.
Voor we vertrekken naar mijn installatie Noah’s Ark op Arsenale Noord, bezoek ik met mijn vrouw het Nederlandse paviljoen waar Congolese kunstenaars hun sculpturen gemaakt uit palmolie en cacao tonen samen met een houten beeld van de onthoofde Belgische koloniaal bestuurder Maximilien Balot. We praten even met de enthousiaste Congolezen. Ook het Belgische paviljoen hiernaast is van ons, lachen ze. En inderdaad, denk ik: Foreigners everywhere. Hier voel ik me thuis.
“Niet langer zijn het enkel witte mensen die de hotels, pensions, restaurants en watertaxi’s van de lagunestad bevolken. Venetië is nu een echte wereldstad”