Drone speurt naar laatste kieviten in Kiewit
Boven de akkers in Kiewit wordt een drone ingezet om de laatste kieviten te spotten. Een groepje vogelliefhebbers hoopt zo de resterende populatie in kaart te brengen en weer te zien uitbreiden. En daarvoor roepen ze de hulp in van lokale landbouwers.
De zoektocht naar een heidekartelblad in 2022 was onrechtstreeks de start van de operatie ‘Red de kieviten van Kiewit’. “Ik was op de vliegveld van Kiewit aan het zoeken toen ik ineens iets kleins zag bewegen, het leek wel op een boomstronk”, vertelt Freddy Vandebergh. Het bleek een kievitkuiken te zijn. “Vroeger zag je die hier heel veel, maar de afgelopen jaren waren het er dramatisch weinig. Vertederd door dat kuiken wilde ik iets doen voor die vogels.” Freddy zocht enkele gelijkgestemden uit de buurt en samen richtten ze de groep ‘Vanellus’ (Latijn voor kievit) op. In eerste instantie kregen ze hulp van Vogelbescherming Vlaanderen.
Twee jaar later is het kleine groepje al een peloton van ongeveer 20 mensen geworden die samen een doel hebben: de kievitten van Kiewit uit de gevarenzone halen. “Het belangrijkste is dat we weten waar de akkervogels zitten. In het eerste jaar (2022) zijn we met de laarzen aan de akkers afgelopen op zoek naar nesten. Toen telden we hier negen broedparen en 36 eieren. Dat werd toen de meest leefbare populatie in Limburg genoemd”, gaat Alex Bogaerts voort.
Warmtebeeldcamera
Door de weide ploeteren om nesten te zoeken hoeft dit jaar niet meer, dankzij de hulp van dronepiloot Piet Leyden. Piet staat voor dag en dauw op om met zijn warmtebeeldcamera over de percelen te vliegen en kieviten te spotten. “Dat moet vroeg gebeuren omdat de aarde nog niet opgewarmd mag zijn. Dan zijn die thermische beelden heel duidelijk. Wanneer de warmtebeeldcamera oplicht, zoom ik met de gewone camera in en zo weet ik exact waar er nesten zijn, hoeveel eieren erin liggen en of de kuikens er al zijn uit gekropen”, legt hij uit. “Het is veel makkelijker werken zo”, beamen Freddy en Alex.
De resultaten voor dit jaar zijn momenteel wel nog niet goed. Het gaat hooguit nog om vier nesten en dus maximaal zestien jonge kuikens. “Kieviten zijn honkvast. Maar hier zitten ze niet meer. Hopelijk zit het weer mee en krijgen we nog een tweede broed en dus meer zucht Vandebergh.
Stokjes
kuikens”,
Om het reddingsplan van de kieviten te laten slagen, gaan de ‘Vanellussen’ beginnen met de nesten aan te duiden met twee stokjes zodat iedereen ziet dat daar een nest is. “Er zijn maar enkele opties om de kieviten te helpen. De eerste is de eieren rapen en elders laten uitbroeden. Het Natuurhulpcentrum heeft daar een vergunning voor. Maar dat is echt de laatste optie. Wijzelf zijn eerder voorstander van samenwerken met de boeren. Dat ze in hun maaischema rekening houden met deze sterk bedreigde akkervogel. De gemeente zou ons daarin kunnen ondersteunen. In Bilzen denken ze erover na om de boer 50 euro per gered kievitnest te geven. Zoiets zou deze steltloper echt een duwtje in de rug geven. Want ze hebben het zo nodig”, besluit Alex Bogaerts.
En dan rest voor de kievitliefhebbers nog een vraag: hoe kunnen we in de toekomst opnieuw meer kieviten in Kiewit krijgen? “We zouden heel graag opnieuw een levendige kievitpopulatie krijgen. Alleen zal het nog even zoeken zijn, hoe we dat met z’n alleen klaar gaan spelen”, besluit Freddy Vandebergh.