WIKKEN & WEGEN
Geef mij een comfortabele auto met een zescilinder en je hebt geen kind meer aan me. De bochten laat ik graag voor wat ze zijn, ik vind juist de luxe, de stilte en de geur van hout en leer zo fijn. En dat in combinatie met een krachtige, maar altijd beschaafde motor. Je zou zeggen dat mijn keuze makkelijk gemaakt is, omdat ik met mijn prioriteitenlijstje in de hand rechtstreeks bij Mercedes uitkom. Veel comfortabeler dan in de E 350 d wordt het niet en de ambiance binnen in de auto is chic. Hulde voor de dashboardontwerpers, die op de proppen kwamen met de grote digitale schermen en een minimum aan knoppen. Maar er is een belangrijk kenmerk dat me tegenstaat: zijn uiterlijk. Ik vind de huidige E-klasse te weinig een eigen gezicht hebben. Hij lijkt te veel op de C en de S, met bijbehorende, niet al te fraaie achterkant. De BMW 5-serie ziet er aan het einde van zijn levenscyclus nog totaal niet verouderd uit, een compliment voor de stijl van hoofdontwerper Adrian van Hooydonk. De zescilinder lijnmotor is de mooiste van de drie en het comfort doet nauwelijks onder voor dat van de Mercedes. Keuze gemaakt? Nee, want het is de outsider die mijn sympathie heeft. Ik kies voor de Jaguar XF, ondanks zijn erg hoge basisprijs. Iedereen rijdt al een Mercedes of BMW en ik vind enige diversiteit op de weg broodnodig. De uitstraling van de XF poetst de vele schoonheidsfoutjes en de aanslag op je bankrekening weg. De Jaguar mag dan de sportiefste zijn, een echte Brit verliest nooit zijn beschaving. De XF is ondanks zijn indrukwekkende rijgeigenschappen dan ook comfortabel genoeg om mij tevreden te stellen.