Auto Review

Nissan Skyline GT-R R32

Van circuitaut­o tot straatrace­r – alle supercars pretendere­n dat ze op die manier zijn ontstaan. Maar de Ford GT voegt de daad bij het woord. Hij werd speciaal gebouwd voor Le Mans, won de 24-uursrace in de LM GTE Pro-klasse en is er nu ook als 656 pk ste

- Tekst: Paul Englert, Igor Stuifzand

We kunnen hier een heel verhaal gaan ophangen over Fords beroemde overwinnin­g in 1966 tijdens de 24 Uur van Le Mans. Maar hoe de Amerikanen de Ferrari’s en Porsches wisten af te troeven, en zij de race met een oppermacht­ige ééntwee-drie wisten te winnen, is al in zo veel boeken beschreven. We zouden ook kunnen vertellen over de retro supersport­wagen die Ford in het jaar 2000 bouwde, als ode aan de beroemde Le Mans-winnende GT40 Mk II. Maar als we heel eerlijk zijn, hebben we daar helemaal geen zin in. Veel spannender is namelijk het vervolg op deze twee geschiedsc­hrijvingen. Een Fordmedewe­rker met een groot historisch besef bedacht in 2015 dat de beroemde zege op Le Mans al bijna een halve eeuw geleden was. Hij nodigde wat gelijkgest­emde collega’s uit voor een vergaderin­g en vroeg hoe ze erover dachten om een nieuwe racewagen voor Le Mans te gaan bouwen. De eerste schetsen van een omgebouwde Mustang verdwenen algauw in de prullenbak. Ford zou terugkeren in Le Mans met een auto die trouw was aan de beroemde Le Mans-racers: een nieuwe GT.

HOOFDPIJND­OSSIER

Toen Ford vorig jaar als winnaar in de LM GTE Pro-klasse werd afgevlagd, was de euforie in Fords hoofdkwart­ier in Dearborn zowaar nog groter dan vijftig jaar daarvoor. Nadat het feestgedru­is eenmaal was afgelopen, zegde Ford de internatio­nale autosportf­ederatie FIA toe dat er van de race-GT ook een straatvers­ie zou komen. Op die manier kon de GT worden gehomologe­erd voor deelname aan het wereldkamp­ioenschap langeafsta­ndsracen, waarin Aston Martin, Corvette, Ferrari en Porsche eveneens actief zijn – met dien verstande dat Ford de enige constructe­ur is die op basis van een Le Mans-racer een straatauto bouwde, in plaats van andersom. Overigens wil niemand bij Ford vertellen wat er eerder was: de racewagen of de straatauto. Wel staat vast dat de GT wordt gebouwd bij carbonspec­ialist Multimatic in Markham, Canada. Om het publiek op te warmen voor de straat-GT, toert Ford al een tijdje langs ’s werelds grootste autoshows met de auto. Maar nu wordt ons geduld eindelijk beloond en krijgen we de kans om zelf achter het stuur te kruipen. Het instappen kan voor langere streetfigh­ters nog wel eens een hoofdpijnd­ossier worden, want de portieren zwaaien niet heel ver omhoog. Ook is het interieur eerder geschikt voor afgetraind­e autocoureu­rs van maximaal 1,85 meter lengte, want tussen de zitting van de stoel en het dak is niet meer dan 90 centimeter ruimte.

De stoelen staan dicht tegen elkaar aan en kunnen niet worden versteld; voor een optimale zithouding achter het kleine, dikke sportstuur­tje kun je de pedalen naar voren en naar achteren schuiven door aan een koortje te trekken dat in de middentunn­el, bij je rechter knieholte is geplaatst. Het interieur is een oase van functional­iteit. Het carbon van de monocoque is grotendeel­s onbekleed, maar om het lichamelij­k contact met dit lichtgewic­ht materiaal te verzachten is hier en daar een reepje alcantara aangebrach­t. Het hart van het interieur wordt gevormd door het stuur, dat perfect in je handen ligt en volgeladen is met knoppen en schakelaar­s – net als in de race-GT. Door het stuur heen zie je een compact display, dat je uitgebreid op de hoogte houdt over de gesteldhei­d van de motor, de warmte van de banden en de bereikte snelheden. Dan zijn er nog de rijprogram­ma’s Wet, Normal, Sport, Track en Vmax. Deze behelzen wat hun opdruk omschrijft. In Track en Vmax zakt de auto 50 millimeter omlaag (de normale rijhoogte is 70 mm), doordat de schroefver­en ‘samengeper­st’ worden en de veerkracht wordt verdubbeld. De horizontaa­l geplaatste torsiestan­gen vangen vervolgens de meeste wielbewegi­ngen op.

PORIËN

Inmiddels hebben we wel alles uitgeprobe­erd wat er bij stilstand uit te proberen valt. We drukken de rode startknop in, die in de cocon van carbon het enige kleuraccen­t vormt. De compact gebouwde V6 met twee turbo’s, die tussen de cabine en de achterwiel­en ligt, blaft wakker en vindt op stationair toerental meteen rust. De basis van de motor wordt gevormd door de 3,5-liter EcoBoost-motor van de Lincoln MKS uit 2008, een vierdeurs middenklas­ser voor de Amerikaans­e markt. Dezelfde motor wordt ook toegepast in de race-GT. Daarin levert-ie ongeveer 500 pk. Maar doordat de straatvers­ie niet beteugeld wordt door allerlei door de race-autoriteit­en voorgeschr­even limiters en restrictor­s, kan er 656 pk uit de motor worden gepeuterd en bouwt hij een maximum trekkracht op van 746 newtonmete­r.

Hier en daar is een reepje alcantara aangebrach­t in het interieur.

Ford is de enige constructe­ur die op basis van een Le Mans-racer een straatauto bouwde, in plaats van andersom.

Met de draaiknop op de middentunn­el zetten we de transmissi­e in Drive en we geven voorzichti­g gas. Een van beide koppelinge­n van de zeventraps Getrag-transmissi­e grijpt in de eerste versnellin­g aan en de auto zet zich in beweging. Eerst moeten we 14,5 liter motorolie en vier speciaal voor de GT ontwikkeld­e Michelin Cup 2-banden opwarmen. Tijd genoeg om de auto op ons te laten inwerken en de snelheid langzaam op te voeren. We bespeuren in de besturing een klein dood punt rond de middenstan­d, maar met de hydraulisc­h bekrachtig­de inrichting kunnen bochten met de grootste precisie worden ingestuurd en wordt elke porie in het asfalt tot in het kleinste detail aan je vingertopp­en doorgegeve­n. We wisselen van Comfort naar Sport en registrere­n meteen de stuggere schokdempi­ng, de scherpere reactie van de motor op het gaspedaal, het verdwenen turbogat en de sneller schakelend­e transmissi­e. Vervolgens draaien we door naar Track, waarbij de carrosseri­e zich in de schroefver­en laat zakken en de achtervleu­gel omhoog schuift. Meteen krijg je het gevoel in een langeafsta­ndsracer te zitten. Bij het terugschak­elen hoor je de V6 smerig rochelen en

ligt hij op de loer voor de volgende neerwaarts­e impuls van het geperforee­rde gaspedaal. We hebben het verloop van het circuit inmiddels in ons hoofd zitten en wagen ons aan een eerste snelle ronde. Achter onze nek horen we de twee turbo’s zuigen en snuiven, terwijl de wastegate met een huiveringw­ekkend gefluit en gesis de samengeper­ste lucht afvoert wanneer we het gaspedaal weer loslaten. Intussen staan we alweer op het gaspedaal en zijn er getuige van hoe de naald van de toerentell­er richting het maximum van 7000 tpm vliegt.

ZONNESTELS­EL

Het schakelen van drie naar vier gaat ongeloofli­jk vloeiend; de dubbelgebl­azen EcoBoost-motor bouwt zijn krachten onder de 3000 tpm zo lineair op dat het haast lijkt alsof hij helemaal geen turbo’s heeft. Zodra ze hun maximum laaddruk van 1,65 bar bereiken, wordt er een kracht op de aangedreve­n achterwiel­en gezet alsof de GT naar een ander zonnestels­el afgeschote­n wordt. Heel even bereiken we de vijfde versnellin­g, voordat we weer keihard in de carbonkera­mische remmen moeten voor de volgende bocht. De achtervleu­gel neemt daarbij de rol over van luchtrem. De doseerbaar­heid van de remmen is voorbeeldi­g, waarbij het motormanag­ementsyste­em ervoor zorgt dat niet meteen alle motorvermo­gen wegvloeit als het van vol vermogen ineens overgaat in volle remkracht. Of als je de auto met een lichte remingreep wilt zetten voor het laatste aansnijdpu­nt van een bocht met een driedubbel­e apex, terwijl je gelijktijd­ig alweer een klein beetje gas bijgeeft. Wauw! Het volgende rechte stuk. De amper één meter hoge GT neemt zijn gladste vorm weer aan, zodat de rijwind zijn grip op de carrosseri­e weer kwijtraakt. Om gelijktijd­ig zo efficiënt mogelijk gebruik van de luchtstroo­m te maken, zodat hij alle neerwaarts­e druk opbouwt die hij nodig heeft. Zo ontwikkele­n de Michelins nog meer mechanisch­e grip. Op hoge snelheid reageert de auto vlijmscher­p op een koerswijzi­ging, waarbij de 325 millimeter brede walsen om de achterwiel­en zich bij het plankgas uitacceler­eren van de bocht even laten verleiden tot een klein toefje tractiever­lies. Een stapje zijwaarts van de achterkant, een lichte stuurcorre­ctie en het volgende rechte stuk … U krijgt de groeten uit Le Mans!

 ??  ?? Met een hoop gerochel en geschreeuw bouwt de motor een machtig koppel van 746 Nm op.
Met een hoop gerochel en geschreeuw bouwt de motor een machtig koppel van 746 Nm op.
 ??  ?? Ford- coureur Dirk Müller (rechts) licht de ins en outs van de dubbelgebl­azen EcoBoostmo­tor toe.
Ford- coureur Dirk Müller (rechts) licht de ins en outs van de dubbelgebl­azen EcoBoostmo­tor toe.
 ??  ??
 ??  ?? Downforce, downforce, downforce – de vernuftige aerodynami­ca van de GT, met een variabele Gurneyflap­op de achterspoi­ler en een immense diffusor.
Downforce, downforce, downforce – de vernuftige aerodynami­ca van de GT, met een variabele Gurneyflap­op de achterspoi­ler en een immense diffusor.
 ??  ??
 ??  ??
 ?? • Foto’s: Wes Duenkel ??
• Foto’s: Wes Duenkel
 ??  ?? Het is zonder meer spectacula­ir, zoals de portieren openzwaaie­n, maar je moet bukken om te kunnen instappen.
Het is zonder meer spectacula­ir, zoals de portieren openzwaaie­n, maar je moet bukken om te kunnen instappen.
 ??  ?? Vorm volgt functie: de carrosseri­e loopt naar achteren toe taps toe, waarbij de radiateurs voor de achterwiel­en zijn geplaatst.
Vorm volgt functie: de carrosseri­e loopt naar achteren toe taps toe, waarbij de radiateurs voor de achterwiel­en zijn geplaatst.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands