DOKTER GALAMA EN DE KEVERTHERAPIE
Van mij wordt bij tijd en wijle een onbevooroordeelde kijk op auto’s verwacht. Maar tot welke maximale mate van objectiviteit kan een mens geraken? De ontwikkelingspsychologie heeft bewezen dat trauma’s, positieve ervaringen en opvoeding in je jeugdjaren je levenslang in je greep houden. Tijd voor mij om eens bij mezelf op de bank te gaan liggen. Ik was een jaar of zeven, misschien acht, toen mijn vader een Ford Taunus 12M aanschafte. In mijn ogen was die mysterieuze man die ’s zondags het vlees kwam snijden een vleesgeworden encyclopedie (voor jongere lezers: dat is een voorloper van Wikipedia, maar dan op echt papier). Zo iemand kon het nooit bij het verkeerde eind hebben. Dus vanaf dat moment verdedigde ik met hand en tand het merk Ford tegen de aanvallen van mijn beste vriendjes Willem en Maarten. Hun eveneens onfeilbare vaders hadden namelijk gekozen voor respectievelijk een Peugeot 404 en een Opel Rekord. In deze strijd had ik niet bepaald de beste papieren, maar dat maakte mij alleen nog maar onverzoenlijker. Om de vriendschap niet helemaal om zeep te helpen, eindigden Willem, Maarten en ik onze twistgesprekken altijd met het belachelijk maken van de Volkswagen Kever. Daar vonden we elkaar dan weer. Maarten had van zijn vader gehoord dat Adolf Hitler de auto eigenhandig had bedacht en getekend. Mijn vader, die geschiedenisleraar was, had dat bevestigd. Tot zo ver de onfeilbaarheid van vaders. Ondertussen waren er met kracht twee stempels op mijn jongenshart gedrukt: Ford is goed en Volkswagen is fout. Naarmate ik groeide, werden de stempels groter en leesbaarder. Totdat er een periode aanbreekt waarin je je gaat afzetten tegen je ouders en vaders helemaal niet onfeilbaar blijken. Met alle kracht probeer je alle stempels uit je jeugdjaren weg te poetsen. Ze vervagen, maar de contouren van inkt blijven een leven lang zichtbaar. Tot op de dag van vandaag. Zo moet Volkswagen nog altijd bovengemiddeld zijn best doen om mij te overtuigen. Dat het een flutmerk is dat slechte auto’s bouwt is echt niet vol te houden, dus ik kan niet anders dan de relatieve saaiheid van het interieur uitmelken. Dat de weinig opwindend ogende binnenkant van hun modellen steevast een ergonomische topprestatie is, kan ik alleen schriftelijk erkennen. Mondeling gaat de mededeling verloren in oorverdovend tandengeknars. Bij het uitbreken van Dieselgate sprong mijn zogenaamd objectieve hart weer op. Zie je wel; echt een moffenstreek! Niet lang geleden kon ik een Kever kopen, nu een betaalbare klassieker. Goede prijs, uitstekend exemplaar en een historisch belangwekkende auto. Testrit beviel uitstekend, toch hield iets me tegen. Ik heb de gelegenheid voorbij laten gaan. Bij het merk Ford gaat het precies andersom. Als ik de naam van dit merk hoor of lees, gaan mijn beide handen automatisch in de spreidstand staan, zodat ik veel door de vingers kan zien. Maar nu ik mijzelf op mijn therapiebank heb neergevleid, is het tijd om de waarheid onder ogen te komen. Het vraagt net als vroeger nog altijd bijzondere ‘debating skills’ om mijn ingeprente sympathie voor het merk van rationele argumenten te voorzien. Ja, de onderstellen en stuurinrichting zijn buitengewoon goed. En dan? Dan komt er een groot zwart gat. Het kleine jongetje in mij begint te huilen, maar ik ga het toch opschrijven: ze zijn lelijk. Van de Ka+ en de C-MAX tot en met de Galaxy. Allemaal! En al heel lang! Ik had mijn hoop nog even gevestigd op de van Aston Martin gestolen grille, die nu het smoelwerk van alle modellen siert. Tevergeefs. Het standaard Ford-interieur is eveneens een ramp. Daar tref je een overbevolkte kermis van knoppen aan en een bespottelijk grote middenconsole met rare rechtopstaande ventilatiegleuven als brievenbussen. Reddeloos verloren voel ik mij. Beste Willem en Maarten, ik capituleer alsnog. Het kleine jongetje Bavo maakt mij nu schuimbekkend uit voor vuile verrader en moffenvriend. Met een verscheurd hart sneer ik terug dat Henry Ford een notoire antisemiet was en zelfs een onderscheiding van Hitler heeft ontvangen. Wauw, de waarheid doet pijn. Zo! Dat lijkt me wel genoeg voor één introspectieve sessie. Van dokter Galama moet ik nu als therapeutische opdracht op Marktplaats op zoek naar een goed onderhouden Volkswagen Kever.
HET KLEINE JONGETJE BAVO MAAKT MIJ NU SCHUIMBEKKEND UIT VOOR VUILE VERRADER EN MOFFENVRIEND.